ECLI:NL:RBZWB:2023:6880

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/412799 FA RK 23-1441
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Oomes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 september 2023 een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De minderjarige heeft in het verleden veel meegemaakt, waaronder een vlucht uit [geboorteland01] en een periode van onrust in Nederland, gekenmerkt door weglopen, automutilatie en middelengebruik. Sinds de eerdere machtiging voor gesloten jeugdhulp, die liep van 17 maart 2023 tot 17 september 2023, zijn er positieve ontwikkelingen waarneembaar. [minderjarige01] gaat weer naar school en de automutilatie is verminderd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog steeds behoefte heeft aan structuur en veiligheid, en dat traumabehandeling op korte termijn noodzakelijk is.

De kinderrechter heeft de verzoeken van de Gecertificeerde Instelling (GI) om de machtiging voor een periode van zes maanden te verlengen, toegewezen. De kinderrechter overweegt dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de hulp onttrekt en om zijn ontwikkeling naar volwassenheid niet verder te belemmeren. De ouders van [minderjarige01] hebben hun zorgen geuit over zijn ontwikkeling, maar de kinderrechter heeft geconstateerd dat de huidige setting de juiste ondersteuning biedt. De kinderrechter heeft de hoop uitgesproken dat de GI in overleg met [minderjarige01] zal kijken naar andere mogelijkheden, zoals een overgang naar een open setting, zodra dat mogelijk is.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 17 september 2023 tot 17 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/412799 / JE RK 23-1441
Datum uitspraak: 14 september 2023

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING NIDOS, gevestigd te Utrecht,

hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
over

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2007 in [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ),
hierna te noemen [minderjarige01] ,
advocaat mr. R.G.J. van Kerkhof te Gilze.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[minderjarige01] , voornoemd,

[de moeder01] ,

wonende in [woonplaats01] ( [land01] ),
hierna te noemen de moeder,

[de vader01] ,

wonende in [woonplaats01] ( [land01] ),
hierna te noemen de vader,

[de oom01] ,

wonende in [woonplaats02] ,
hierna te noemen de oom,

RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ZUIDWEST NEDERLAND,

gevestigd te Breda,
hierna te noemen: de Raad.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 8 augustus 2023;
- de instemmingsverklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 8 augustus 2023.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 september 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige01] , die voorafgaand aan de mondelinge behandeling ook apart is gehoord,
bijgestaan door zijn advocaat en voor wie de heer [mediator01] (zie hierna) heeft
vertaald;
- twee vertegenwoordigers van de GI;
- de intercultureel mediator, de heer [mediator01] .
De ouders zijn telefonisch gehoord, waarbij (bij gebreke van een tolk) de heer [mediator01] heeft vertaald.
Na de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter nog kennis genomen van:
- het schriftelijk advies van de Raad van 7 september 2023;
- het e-mailbericht van mr. Van Kerkhof van 7 september 2023;
- het e-mailbericht van de GI van 8 september 2023.

De feiten

Bij beschikking van 20 januari 2022 is [minderjarige01] tijdelijk onder voogdij gesteld van de GI.
Bij beschikking van 17 maart 2023 is een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige01] verleend voor de periode van 17 maart 2023 tot 17 september 2023.
[minderjarige01] verblijft sinds 3 april 2023 bij [stichting01] (op de groep [naam01] ).

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

De standpunten

Ter onderbouwing van het verzoek stelt de GI dat opname en verblijf in een gesloten accommodatie nog steeds noodzakelijk is. [minderjarige01] kent een verleden van veel weglopen, automutilatie en een verkeerd circuit. Sinds de gesloten plaatsing is er gedragsmatig een onveranderd beeld, behalve dat [minderjarige01] naar school gaat. Hij is nog weinig weerbaar en daardoor kwetsbaar. De kans op terugval is daardoor ook groot. Op korte termijn zal traumaverwerkingstherapie starten. Hiervoor is een stabiele setting nodig. [minderjarige01] is ook gebaat bij de huidige structuur en behandeling. [minderjarige01] heeft ondersteuning nodig bij (verstandige) keuzes maken, opbouw van een gezond sociaal netwerk, het verwerken van trauma en omgaan met stress/spanning. Het contact met zijn ouders, die in [land01] verblijven, is wisselend. In een open setting bestaat een grote kans op onttrekking, wat ook gezien wordt tijdens verlofmomenten. Met het oog op duidelijkheid en omdat het [minderjarige01] zal helpen om de behandeling aan te gaan, wordt een machtiging gesloten jeugdhulp voor zes maanden gevraagd.
Tijdens de mondelinge behandeling is hier nog aan toegevoegd dat een besloten groep al met [minderjarige01] is besproken. [minderjarige01] heeft zelf aangegeven dat hij dat niet wil, vanwege de structuur op de gesloten groep en omdat hij op zijn plek zit op de huidige groep. Het doel blijft wel om [minderjarige01] zo kort mogelijk op de gesloten afdeling te laten verblijven.
[minderjarige01] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het goed met hem gaat. De begeleiding op de gesloten groep op [stichting01] wordt soms boos, maar andere momenten gaat het goed. [minderjarige01] gaat naar school en daar gaat het ook goed. Tijdens de vorige mondelinge behandeling is tegen hem gezegd dat hij stappen kan maken als hij zijn best doet. Hij heeft zijn best gedaan en wil graag naar een open groep. Hij heeft fouten gemaakt, maar daar heeft hij van geleerd.
De advocaat van [minderjarige01] heeft hier nog aan toegevoegd dat [minderjarige01] weinig loslaat en gesloten is. Hij lijkt wel aansluiting te vinden op de groep. Op dit moment is er nog wel sprake van automutilatie, maar dat is al wel een stuk minder. Over de band tussen [minderjarige01] en zijn ouders/oom wordt opgemerkt dat het contact tussen hen onregelmatig is. Soms verloopt het contact prettig, maar soms ook niet. De indruk is niet dat de ouders van [minderjarige01] druk op hem uitoefenen. Tot slot is de vraag wanneer traumabehandeling kan starten. [minderjarige01] kan zich wel voorstellen dat een machtiging gesloten jeugdhulp nog nodig is. Namens [minderjarige01] wordt gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter.
De ouders vinden de toekomst van [minderjarige01] belangrijk. Dat is ook de reden dat ze hem naar Nederland hebben laten vluchten. Zij vinden het belangrijk dat hij naar school gaat. Er moet wel rekening worden gehouden met het feit dat [minderjarige01] hier zonder zijn ouders verblijft. De ouders twijfelen aan zijn ontwikkeling zolang zij niet bij hem zijn. [minderjarige01] is vrijheid gewend en het zal hem helpen als hij meer vrijheid krijgt.
Het standpunt van de oom van [minderjarige01] is bij de kinderrechter niet bekend. Hij is hoewel correct opgeroepen niet verschenen. Volgens de GI staat de oom achter het verzoek dat strekt tot een machtiging gesloten jeugdhulp.
De Raad heeft, na toezending van het verzoekschrift, schriftelijk advies gegeven. Hieruit volgt dat de Raad het verzoek volgt en ondersteunt. [minderjarige01] heeft in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling doorgemaakt en lijkt baat te hebben bij de structuur en veiligheid die hem wordt geboden. Hij gaat weer naar school. Ook zijn er mogelijkheden om de voor [minderjarige01] noodzakelijke behandeling op te starten.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is gebleken dat [minderjarige01] de afgelopen jaren veel heeft meegemaakt. [minderjarige01] is op jonge leeftijd uit [geboorteland01] gevlucht, waarna hij een paar jaar in [land01] heeft gewoond voordat hij in Nederland terecht kwam. In Nederland bleef hij vaak dagenlang weg, ging hij niet naar school en er was sprake van middelengebruik en automutilatie. Sinds de machtiging gesloten jeugdhulp gaat het gelukkig wel beter met [minderjarige01] . Hoewel hij aanvankelijk erg teruggetrokken was, staat hij meer in contact met de medewerkers en jeugdigen waardoor het nu ook beter gaat met hem op de groep. Daarnaast gaat [minderjarige01] naar school en is de automutilatie verminderd. Voor de kinderrechter is vast komen te staan dat [minderjarige01] op dit moment gebaat is bij structuur en veiligheid die hem binnen de huidige setting geboden wordt. Zonder de inzet van [minderjarige01] en de positieve ontwikkelingen uit het oog te verliezen, ziet de kinderrechter ook dat [minderjarige01] er nog niet is. De kinderrechter acht het van groot belang dat de positieve ontwikkeling wordt voortgezet en dat traumabehandeling op korte termijn kan worden ingezet. Het is nog niet bekend wanneer deze behandeling kan beginnen en hoeveel tijd hiervoor nodig zal zijn. Positief is dat de GI [minderjarige01] al heeft aangemeld en de hoop en verwachting is dan ook dat deze behandeling snel kan starten. Mede het standpunt van [minderjarige01] en de overige belanghebbenden in aanmerking genomen, acht de kinderrechter de machtiging nog noodzakelijk en de verzochte termijn passend. De kinderrechter vertrouwt er op dat de GI de komende maanden in overleg met [minderjarige01] bekijkt of er andere mogelijkheden zijn, zoals de reeds eerder besproken besloten groep.
De kinderrechter zal het verzoek van de GI om een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige01] te verlenen voor de duur van zes maanden dan ook toewijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 17 september 2023 tot 17 maart 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. Oomes, kinderrechter, en in tegenwoordigheid van
mr. Van Egeraat, griffier, in het openbaar uitgesproken op 14 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.