ECLI:NL:RBZWB:2023:6896

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2526
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Hindriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor emissieloze vrachtauto op basis van de Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks

Op 3 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres] B.V. en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 27 januari 2023, waarin de aanvraag om subsidie op grond van de Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks (AanZET) werd afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 9 mei 2022 een aanvraag had ingediend voor subsidie voor de aanschaf van twee vrachtwagens, die volgens eiseres voldeden aan de definitie van emissieloze vrachtauto. Tijdens de hoorzitting op 10 januari 2023 heeft eiseres echter aangegeven dat de range extenders uit de overeenkomst zouden worden verwijderd, wat door verweerder werd gezien als een wijziging van de aanvraag.

De rechtbank oordeelde dat de definitie van emissieloze vrachtauto niet alleen vereist dat het voertuig wordt voortgedreven door een elektromotor, maar ook dat het volledig emissieloos is. De aanwezigheid van de range extender, die een dieselmotor bevat, voldeed niet aan deze eis. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de aanvraag had afgewezen, omdat de vrachtwagens niet aan de emissieklasse Z voldeden. Eiseres had niet aangetoond dat de vrachtwagens emissieloos waren, en de wijziging van de aanvraag na het bereiken van het subsidieplafond op 9 mei 2022 maakte het onmogelijk om de subsidie alsnog toe te kennen.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, zowel voor de afwijzing van de oorspronkelijke aanvraag als voor de gewijzigde aanvraag. De uitspraak werd gedaan door mr. S. Hindriks, in aanwezigheid van griffier mr. P.H.M. Verdonschot, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2526 BELEI

uitspraak van 3 oktober 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] B.V., te [plaats], eiseres,

gemachtigde: mr. drs. E.G.M. Huisman
en

de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 27 januari 2023 (bestreden besluit) inzake de afwijzing van de aanvraag om subsidie op grond van de Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks AanZET (hierna: de Regeling).
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 5 september 2023. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde mr. drs. E.G.M. Huisman en door [naam 1] en [naam 2]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 3].

Overwegingen

1. Eiseres heeft op 9 mei 2022 een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling ten behoeve van de aanschaf van twee vrachtwagens.
Bij het primaire besluit van 23 augustus 2022 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen omdat niet voldaan wordt aan het bepaalde in de Regeling. De beide vrachtwagens worden aangedreven door een elektromotor in combinatie met een accupakket en beschikken tevens over een range extender die een Euro-6 diesel verbrandingsmotor heeft. Daarmee zijn de vrachtwagens niet emissieloos en behoren dus niet tot de emissieklasse Z, aldus verweerder.
Tegen dit besluit heeft eiseres op 29 september 2022 een bezwaarschrift ingediend.
Tijdens de hoorzitting op 10 januari 2023 heeft eiseres aangegeven dat de range extenders uit de voorlopige koopovereenkomst worden verwijderd. Volgens eiseres is daarmee de weigeringsgrond, voor zover die stand zou houden, vervallen.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard omdat niet is aangetoond noch aannemelijk gemaakt dat de beide vrachtwagens tot de emissieklasse Z behoren. Daarnaast heeft verweerder de verwijdering van de range extenders aangemerkt als een wijziging van de aanvraag en deze aanvraag vervolgens afgewezen omdat het subsidieplafond al op 9 mei 2022 was bereikt en de gewijzigde aanvraag dateert van 10 januari 2023.
2. Eiseres heeft in beroep betoogd dat de beide vrachtwagens voldoen aan de definitie van emissieloze vrachtauto als bedoeld in de Regeling. De range extender is een aggregaat dat de accu oplaadt en niet gebruikt wordt voor de aandrijving. In technische zin worden de vrachtwagens alleen voortgedreven door een elektromotor, aldus eiseres. Daarnaast heeft eiseres aangevoerd dat de vervanging van de range extender door een batterijbox niet als een gewijzigde aanvraag mag worden beschouwd en dat het subsidieplafond haar daarom niet mag worden tegengeworpen. Volgens eiseres heeft zij de aanschafovereenkomst gewijzigd en niet de subsidieaanvraag.
3. Artikel 1.1 van de Regeling definieert emissieloos als: zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes (emissieklasse Z).
Artikel 1.1 van de Regeling definieert emissieloze vrachtauto als: een motorvoertuig dat volledig emissieloos is, uitsluitend wordt voortgedreven door een elektromotor en valt onder de voertuigcategorie N2 met een gewicht gelijk aan of groter dan 4.250 kg of N3 volgens verordening (EU) 2018/858.
Ingevolge artikel 2.1 van de Regeling moet voor de subsidieverlening zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
de aanschaf van de nieuwe emissieloze vrachtauto door de aanvrager vindt plaats op basis van een overeenkomst die ten tijde van de aanvraag om subsidieverlening geen onherroepelijke verplichtingen mag bevatten;
ten tijde van de aanvraag om subsidieverlening is de nieuwe emissieloze vrachtauto nog niet tenaamgesteld; en
indien de energie voor de aandrijving van de nieuwe emissieloze vrachtauto wordt geleverd door een accupakket mag dit geen lood bevatten.
Artikel 2.2, lid 3 van de Regeling bepaalt dat als tijdstip van indiening van een aanvraag geldt de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.
4. Naar het oordeel van de rechtbank miskent eiseres dat de definitie van emissieloze vrachtauto naast de eis dat het voertuig uitsluitend wordt voortgedreven door een elektromotor ook de cumulatieve eis stelt van volledige emissieloosheid. De range extender dient niet voor de aandrijving maar is ook niet emissieloos. De desbetreffende definitie noemt niet alleen uitlaatgassen maar ook verontreinigende gassen. De diesel verbrandingsmotor van de range extender stoot verontreinigende gassen uit. Voorts overweegt de rechtbank dat de range extender verbonden is met het accupakket van de elektromotor. Eiseres heeft enerzijds betoogd dat de range extender niet zal worden ingezet voor een grotere actieradius van de vrachtwagen maar uitsluitend voor het opladen van de kraan op de vrachtwagen en de elektrische apparatuur op de werklocatie. Tegelijk heeft eiseres echter betoogd dat de range extender ook als ‘noodknop’ moet worden gezien voor het geval de accu van de vrachtwagen zwaarder is belast dan was voorzien.
De rechtbank is met verweerder van oordeel dat, daargelaten dat een vrachtwagen door de enkele aanwezigheid van een range extender al niet voldoet aan de definitie van emissieloze vrachtwagen, ook een enkel gebruik als noodvoorziening niet maakt dat de vrachtwagen als emissieloos in de zin van de Regeling aangemerkt kan worden. De stelling van eiseres dat de Rijksdienst voor het Wegverkeer telefonisch heeft aangegeven dat de door eiseres beschreven situatie als emissieklasse Z zou worden aangemerkt acht de rechtbank ontoereikend om tot een ander oordeel te komen.
Gelet hierop heeft verweerder de bezwaren van eiseres in het bestreden besluit terecht ongegrond verklaard. Het beroep van eiseres is in zoverre dan ook ongegrond.
5. Dit betekent ook dat verweerder terecht het standpunt heeft ingenomen dat de aanvraag essentieel is gewijzigd door de mededeling tijdens de hoorzitting op 10 januari 2023 dat eiseres de aan de aanvraag ten grondslag gelegde overeenkomst heeft gewijzigd door het schrappen van de range extenders. Naar het oordeel van de rechtbank is het weglaten van de range extenders een bepalend element omdat juist de aanwezigheid daarvan voor verweerder – naar hiervoor is geoordeeld terecht – een beletsel vormde om de subsidie toe te kennen.
5.1
Ter zitting is besproken dat verweerder niet alleen de bezwaren ongegrond heeft verklaard maar ook de verwijdering van de range extenders heeft aangemerkt als een wijziging van de aanvraag en deze aanvraag vervolgens heeft afgewezen omdat het subsidieplafond al op 9 mei 2022 was bereikt.
5.2
De beslissing op deze gewijzigde aanvraag is een primair besluit. Ter zitting heeft verweerder op het verzoek van eiseres om toepassing van artikel 7:1a van de Awb, ingestemd met rechtstreeks beroep tegen dit primaire besluit.
5.3
De rechtbank overweegt dat de gewijzigde aanvraag op 10 januari 2023 is ingediend. Ingevolge artikel 2.2, derde lid, van de Regeling geldt als tijdstip van indiening van een aanvraag de datum van ontvangst van de volledige aanvraag. Omdat met de weglating van de range extenders de gewijzigde aanvraag pas op 10 januari 2023 compleet was, geldt deze datum als datum van ontvangst. Verweerder heeft onbestreden gesteld dat op 10 januari 2023 het subsidieplafond voor dat kalenderjaar reeds was bereikt. Daarom was verweerder ingevolge artikel 4:25, tweede lid, van de Awb gehouden om de subsidie te weigeren.
6. Resumerend stelt de rechtbank vast dat het beroep tegen het bestreden besluit, voor zover daarbij is beslist op de bezwaren van eiseres, ongegrond is. Het beroep van eiseres voor zover gericht tegen de afwijzing van de gewijzigde aanvraag, is eveneens ongegrond.
Gegeven deze uitkomst bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Hindriks, rechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 3 oktober 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier S. Hindriks, rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.