ECLI:NL:RBZWB:2023:6912

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414092 / FA RK 23/4416
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had op 22 september 2023 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 21 september 2023 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 september 2023 waren de betrokkene, haar advocaat, een arts en een begeleidster aanwezig. De officier van justitie was niet verschenen.

De betrokkene gaf aan dat het beter met haar ging, maar de arts verklaarde dat zij leed aan een psychotisch toestandsbeeld met katatonie, wat leidde tot gevaarlijk gedrag en een gebrek aan ziektebesef. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder toediening van voeding, medicatie en beperking van bewegingsvrijheid, noodzakelijk was om het ernstige nadeel af te wenden.

De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, met de mogelijkheid om de noodzakelijke zorg te verlenen. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Van de Merbel en schriftelijk uitgewerkt op 9 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/414092 / FA RK 23/4416
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 25 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de accommodatie [Stichting] te [plaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 22 september 2023, ingekomen ter griffie op 22 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 21 september 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 21 september 2023;
- de medische verklaring van 21 september 2023;
- het episode journaal van 21 september 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1], arts;
- [naam 2], begeleidster.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat het op dit moment best goed met haar gaat. Anders dan voorheen hoort zij minder opdrachten in de muziek die zij luistert. Verder vindt betrokkene het fijn om op de afdeling te knutselen, spelletjes te spelen en te praten. Vroeger durfde zij over heftige gebeurtenissen niet te praten. Betrokkene heeft er nog veel verdriet van dat zij vroeger op school met een vertrouwenspersoon is gaan praten en dat hetgeen zij hadden besproken in het systeem was gezet. Betrokkene vindt het fijn om met een machtiging bij [Stichting] te verblijven, mits zij – in overleg – meer vrijheden kan krijgen. Zo wil betrokkene bijvoorbeeld een rondje wandelen, (tafel)tennissen of zwemmen. Zij wil dit samen met iemand doen. Anders voelt zij zich alleen en dat heeft betrokkene zich al lang genoeg gevoeld. Tot slot zegt betrokkene in het kader van het voortzetten van de opname dat 3 oktober 2023 een belangrijke datum is. Dan gaat haar vriend afrijden voor zijn rijbewijs.
3.2
Namens betrokkene voert de advocaat aan dat aan de wettelijke criteria voor het voortzetten van de crisismaatregel is voldaan. Wat betreft de vormen van verplichte zorg sluit de advocaat zich aan bij hetgeen de arts nodig vindt.
3.3
De arts licht toe dat er sprake is van een psychotisch toestandsbeeld met katatonie. Betrokkene gedraagt zich afwijkend en er is sprake van decorumverlies. Zo heeft zij zichzelf op straat uitgekleed. Daarnaast vertoont betrokkene gevaarlijk gedrag door zomaar op straat over te steken. Ook weigerde zij om te eten en dronk zij juist (te) grote hoeveelheden water. De afgelopen twee weken voorafgaand aan de opname is het steunsysteem van betrokkene als gevolg hiervan overbelast geraakt. Mede vanwege de inzet van lorazepam is het (katatone) toestandsbeeld aan het verbeteren, maar betrokkene doet nog steeds psychotische uitspraken. Katatonie is een ernstige aandoening en kan chronisch worden als het niet volledig wordt behandeld. Opname is daarom nog nodig; een ambulante behandeling is voor nu nog te vroeg. Verder vindt de arts de vrijwilligheid van betrokkene niet bestendig genoeg. De arts erkent dat betrokkene op dit moment meewerkt, maar hij kan niet inschatten of zij zal blijven meewerken. Het toestandsbeeld van een psychose gecombineerd met een katatonie kent namelijk doorgaans een zorgelijk en wisselend beeld. De arts vindt de navolgende zorgmodaliteiten noodzakelijk, te weten het toediening van vocht, voeding en medicatie, verrichten van medische controles, beperken van de bewegingsvrijheid, aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en opnemen in een accommodatie.
3.4
De begeleidster benoemt dat betrokkene ervan overtuigd is dat bepaalde muziek voor haar is geschreven en dat zij moet uitvoeren wat in de muziek wordt genoemd.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene lijdt aan een paranoïde psychotisch toestandsbeeld met katatonie. Betrokkene is achterdochtig en heeft auditieve hallucinaties. Verder heeft zij geen ziektebesef en -inzicht.
4.2
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. In de thuissituatie en aan het begin van de opname weigerde betrokkene om te eten en dronk zij te grote hoeveelheden water. Verder vertoont betrokkene onverantwoord en sociaal onaangepast gedrag. Er is sprake van decorumverlies. Zo heeft betrokkene op straat haar broek laten zakken en houdt zij geen rekening met het verkeer. Het steunsysteem in de thuissituatie is hierdoor overbelast geraakt.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van vocht;
- toediening van voeding;
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Ondanks dat betrokkene op dit moment meewerkt en aangeeft dat zij (met een machtiging) bij [Stichting] wil blijven, acht de rechtbank de vrijwilligheid van betrokkene nog niet bestendig genoeg. De reden hiervoor is dat het ziekteverloop bij een psychose met katatonie een zeer wisselend beeld kent. Om te voorkomen dat betrokkene als gevolg van de psychische stoornis en het onvoldoende ziektebesef en -inzicht niet langer wil meewerken aan de noodzakelijk geachte zorg, is een machtiging nodig.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.4 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 oktober 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 9 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.