ECLI:NL:RBZWB:2023:6913

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413607 / FA RK 23/4178
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een verpleeginstelling voor een cliënt met dementie

Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1938, in een verpleeginstelling. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een periode van zes maanden, op basis van artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, namelijk dementie, en dat hij gedesoriënteerd is in tijd en plaats, met geheugenstoornissen en een gebrek aan ziektebesef.

Tijdens de mondelinge behandeling op 25 september 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn advocaat, de zorgverantwoordelijke en een vriendin. De cliënt heeft aangegeven dat hij het verblijf in de groepswoning als onprettig ervaart en dat hij zich niet veilig voelt. De advocaat heeft betoogd dat er aan de wettelijke criteria voor de machtiging is voldaan, gezien de zorgbehoefte van de cliënt en de beperkingen die hij ervaart in de huidige situatie.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen. De opname en het verblijf in een verpleeginstelling zijn noodzakelijk om de veiligheid van de cliënt en zijn omgeving te waarborgen. De rechtbank heeft daarom de machtiging verleend voor de duur van drie maanden, met een aanhouding van het overige deel van het verzoek tot de volgende mondelinge behandeling op 18 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413607 / FA RK 23/4178
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 25 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1938 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] (SVRZ),
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. E.S. van Aken te [plaats].

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 6 september 2023, ingekomen ter griffie op 6 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 29 augustus 2023;
- de medische verklaring van 21 augustus 2023;
- het zorgplan van 1 september 2023;
- het (ongedateerde) ADL/PDL/Transfer plan;
- het (ongedateerde) omgang plan;
- het indicatiebesluit van 1 februari 2023;
- de machtiging van 5 juli 2023;
- het besluit tot opname en verblijf ex artikel 21 Wzd van 1 februari 2023;
- een verklaring van het niet voorkomen in het curatele- en bewindregister.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevr. [naam 1] , zorgverantwoordelijke;
- mevr. [naam 2] , vriendin van cliënt.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Cliënt geeft aan dat het zorgpersoneel vriendelijk is, dat er wederzijds begrip is en dat hij goed wordt verzorgd. Desondanks vindt cliënt het vervelend om in de groepswoning te verblijven. Het ging in de thuissituatie nog goed. Daarbij komt dat het net een gevangenis is. Cliënt vindt het niet prettig dat hij bepaalde dingen niet meer mag doen. Zo mag hij niet alleen naar de winkels aan het einde van de straat. Daar is cliënt het niet mee eens als gevolg waarvan hij een paar keer is weggelopen. Tijdens het weglopen heeft cliënt zichzelf meermalen beschadigd. Bijvoorbeeld toen hij over het hek klom. Wat betreft het gebruik van een GPS-tracker geeft cliënt aan dat het zorgpersoneel geen uitleg heeft gegeven en dat het daarom niet werkte. Als hij uitleg zou krijgen, dan onthoudt cliënt dat. Zo vergevorderd is zijn dementie nog niet. Verder heeft het cliënt erg aangrepen dat zijn dochters zijn geld hebben gestolen. Hij is daar zichtbaar emotioneel over. Tot slot vindt hij het erg belangrijk dat hij dichtbij zijn vriendin kan wonen. Dit kan als hij naar [verpleeginstelling] gaat.
3.2
Namens cliënt voert de advocaat aan dat er sprake is van een ”randgeval”. Gelet op dat er in praktijk niet veel voor cliënt zal veranderen als het verzoek wordt toegewezen, het zorgpersoneel cliënt momenteel (te) actief moet tegenhouden om niet naar buiten te gaan en het alternatief van [verpleeginstelling] nog niet is gerealiseerd, vindt hij dat er aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een rechterlijke machtiging is voldaan. De advocaat stemt ermee in om de machtiging voor drie maanden te verlenen, onder aanhouding van het restant waarna over drie maanden – als cliënt in [verpleeginstelling] verblijft – wordt bekeken of een verlenging nodig is.
3.3
De zorgverantwoordelijke licht toe dat er met cliënt doorgaans een goed gesprek is te voeren, maar dat hij op bepaalde momenten zeer verward is en zaken niet goed kan overzien. Zo denkt cliënt dat hij naar Amsterdam moet om te werken of dat hij op de groepswoning aan het werken is. Daarnaast heeft cliënt het gevoel dat het onveilig is op de groepswoning in die zin dat er personen verdwijnen. Verder heeft cliënt een sterke drang om erop uit te gaan. Soms wil hij op de bus stappen naar zijn vriendin in [plaats], gaan werken, het vliegtuig pakken of verhuizen. Alle mogelijkheden om cliënt meer vrijheden te geven zijn reeds onderzocht en ingezet. Zo gaat er regelmatig een vrijwilliger met cliënt op pad. Ook gaat hij vaak met zijn vriendin wandelen. De inzet van een GPS-tracker is geprobeerd, maar niet effectief gebleken omdat client deze niet wist te gebruiken. Het aanleren van een vaste wandelronde is ook niet gelukt. Cliënt bevindt zich buiten in verkeersonveiligheid en gevaarlijke situaties. Zo steekt hij zomaar de weg over. Het zorgpersoneel moet cliënt geregeld actief tegenhouden om te voorkomen dat hij de groepswoning verlaat en onderneemt verschillende dingen om cliënt binnen te houden, zoals het verhogen van een hek. Dit alles vindt de zorgverantwoordelijke niet meer onder artikel 21 Wzd vallen en daarom is de procedure voor een rechterlijke machtiging in gang gezet. Het is nu nog lastig in te schatten of er ook een machtiging nodig is ingeval van overplaatsing van cliënt – vermoedelijk eind oktober van dit jaar – naar de psychogeriatrische afdeling van [verpleeginstelling] . Juist omdat er vanwege het vergeten als gevolg van de dementie geen afspraken met cliënt zijn te maken. Wel is de zorgverantwoordelijke ervan overtuigd dat de groepswoning de bewegingsvrijheid van cliënt erg beperkt en dat hij in [verpleeginstelling] meer rust zal ervaren. Daar heeft cliënt vanwege de leefcirkels meer mogelijkheden om op pad te gaan.
3.4
De vriendin van cliënt benoemt dat cliënt op de wachtlijst bij [verpleeginstelling] in [plaats] staat. Hij zal op korte termijn – in ieder geval eerder dan eind oktober van dit jaar – worden overgeplaatst. Zij heeft het idee dat de overplaatsing sneller gaat als er voor cliënt een machtiging wordt afgegeven. Het terrein van [verpleeginstelling] is vrij groot. Cliënt krijgt een bandje, waarmee hij elke deur kan openen behalve de buitenste deur/poort om dat terrein af te gaan. Op die manier kan cliënt wandelen in alle gangen en in de tuin en zelfs wat gaan drinken in de brasserie. Ook woont de vriendin vlakbij, hetgeen een groot voordeel is omdat zij dan vaker kan langskomen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie type Alzheimer/vasculair. Het is de rechtbank gebleken dat cliënt gedesoriënteerd in tijd en plaats is en dat hij geheugenstoornissen heeft. De informatie beklijft niet als gevolg waarvan cliënt ontredderd, afhankelijk en verward is. Ook is er sprake van decorumverlies, oordeelsstoornissen en kledingapraxie. Tot slot heeft cliënt geen ziektebesef en -inzicht.
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Cliënt heeft een sterke drang om naar buiten te gaan, waar hij (ver)dwaalt en zich verkeersonveilig gedraagt. Zo steekt cliënt zomaar over, let hij niet op waar hij loopt en weet cliënt de weg niet meer terug te vinden. Daarbij komt dat de zelfzorg van cliënt onvoldoende is. Ook kan cliënt verbaal en fysiek dwingend zijn, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn omgeving.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Het verblijf van cliënt in de thuissituatie is mede vanwege het buitenshuis (ver)dwalen niet langer houdbaar. De rechtbank is van oordeel dat cliënt is aangewezen op 24-uurs zorg en begeleiding door gespecialiseerde verpleging in de nabijheid. Een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een verpleeginstelling kan die noodzakelijke 24-uurs zorg en begeleiding aan cliënt bieden en is daarom geschikt. Daarbij komt dat op deze manier gevaarlijke en verkeersonveilige situaties worden voorkomen.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank is van oordeel dat er gelet op de zorgbehoefte van cliënt geen mogelijkheden zijn om de zorg in de thuissituatie te realiseren. Er is geprobeerd om afspraken met cliënt te maken, maar cliënt vergeet deze afspraken als gevolg van zijn dementie. Daarnaast is omwille van het (ver)dwalen een GPS-tracker ingezet, hetgeen onvoldoende effectief is gebleken. Ook is het aanleren van een vaste wandelroute niet gelukt.
4.5
Cliënt is momenteel opgenomen op basis van artikel 21 Wzd. Cliënt probeert bij herhaling en zonder toestemming te vertrekken uit de instelling. Hij verzet zich zowel verbaal als fysiek tegen de opname en het verblijf en de bij een verblijf op een gesloten afdeling behorende beperkingen. Het zorgpersoneel moet cliënt actief tegenhouden om niet, zonder begeleiding, naar buiten te gaan. Ook hebben zij het hek verhoogd om te voorkomen dat cliënt daar opnieuw overheen klimt. Daarbij komt dat cliënt tijdens de mondelinge behandeling heeft gezegd dat het verblijf op de groepswoning als een gevangenis aanvoelt en dat hij het er niet mee eens is dat hij bepaalde dingen niet mag als gevolg waarvan hij wegloopt. Gelet op de stukken, hetgeen is besproken en het gesprek met cliënt zelf verwacht de rechtbank dat het verzet zal blijven bestaan zolang hij op de huidige groepswoning verblijft en hij onvoldoende bewegingsvrijheid ervaart. Daarom is op dit moment een machtiging nodig. Het is nog onduidelijk of een rechterlijke machtiging ook nodig gaat zijn op het moment dat cliënt naar [verpleeginstelling] wordt overgeplaatst. Ten opzichte van de huidige groepswoning heeft cliënt bij [verpleeginstelling] namelijk veel meer bewegingsvrijheid. In [verpleeginstelling] zijn er leefcirkels en kan cliënt in alle gangen en in de tuin wandelen en naar de brasserie gaan. Mogelijk verzet cliënt zich dan niet meer.
4.6
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de rechterlijke machtiging verlenen voor de duur van drie maanden onder aanhouding van het overige deel van het verzoek. Het overige deel van het verzoek zal tijdens de mondelinge behandeling van 18 december 2023 om 09.30 uur worden behandeld. De advocaat heeft ingestemd met deze zittingsdatum. De rechtbank gaat ervan uit dat client dan zal zijn verhuisd naar [verpleeginstelling] . De rechtbank verwacht van zowel de advocaat als de zorgverantwoordelijke bij [verpleeginstelling] dat zij de rechtbank, ingeval zij van mening zijn dat een rechterlijke machtiging dan niet langer nodig is, uiterlijk één week voor genoemde datum informeren. Ingeval een rechterlijke machtiging niet langer nodig is, zal het overige deel van het verzoek schriftelijk worden afgewezen.
4.7
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 1938 te [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
25 december 2023;
houdt het overige deel van het verzoek aan tot de mondelinge behandeling van
maandag 18 december 2023 om 09.30 uurbij [verpleeginstelling] [adres] te [plaats] );
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als een oproeping voor de mondelinge behandeling van 18 december 2023 om 09.30 uur voor cliënt en de advocaat van cliënt;
bepaalt dat de zorgverantwoordelijke van cliënt bij [verpleeginstelling] – vanwege de overplaatsing – per aparte oproepbrief zal worden opgeroepen;
bepaalt dat de zorgverantwoordelijke van cliënt bij SVRZ, ingeval voornoemde overplaatsing onverhoopt niet voor de datum van de mondelinge behandeling op 18 december 2023 heeft plaatsgevonden, per aparte oproepbrief zal worden opgeroepen;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 9 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.