ECLI:NL:RBZWB:2023:6914

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413175 / FA RK 23/3978
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1993. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen aan de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet is verschenen bij de mondelinge behandeling en dat er ernstige zorgen zijn over zijn geestelijke gezondheid en gedrag. De rechtbank heeft verschillende documenten en verklaringen in overweging genomen, waaronder medische rapporten en verklaringen van behandelaars en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De rechtbank concludeert dat er sprake is van ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft daarom besloten om de zorgmachtiging te verlenen, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met de verwachting dat binnen deze termijn voldoende zicht op de betrokkene kan worden verkregen en dat hij kan worden (her)ingesteld op de medicatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413175 / FA RK 23/3978
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 25 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Köller te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 23 augustus 2023, ingekomen ter griffie op 23 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 augustus 2023;
- de medische verklaring van 17 augustus 2023;
- de zorgkaart van 11 augustus 2023;
- het zorgplan van 2 augustus 2023;
- het politie informatierapport Wvggz van 24 juli 2023;
- het politie informatie rapport Wvggz van 22 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 september 2023, op een accommodatie van [Stichting] te [plaats].
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- dhr. [naam 1], behandelaar (telefonisch);
- mevr. [naam 2], sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
Betrokkene is niet op de mondelinge behandeling verschenen en is daarom dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Namens betrokkene verzoekt de advocaat primair om het verzoek af te wijzen vanwege het ontbreken van ernstig nadeel. Subsidiair verzoekt de advocaat om alleen de vorm van verplichte zorg toe te wijzen die – kort gezegd – ziet op het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten.
De advocaat betwist het ernstig nadeel zoals in het verzoekschrift genoemd. Alleen bij de ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang kan zij zich iets voorstellen. De vraag is echter of het als ernstig nadeel kan worden gekwalificeerd als betrokkene anders leeft dan andere personen. Het gestelde levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en de ernstige psychische schade is onvoldoende (met recente informatie) onderbouwd, hetgeen wel nodig is om een zorgmachtiging met een gedwongen opname te rechtvaardigen. De suïcidepogingen in 2020 en 2022 zijn van te lang geleden om nu nog aan te nemen dat er sprake is van ernstig nadeel. Bovendien was betrokkene volgens de moeder tijdens de tweede suïcidepoging onder invloed van een persoon die betrokkene bij [Stichting] heeft ontmoet. Daarnaast belt betrokkene niet meer bij de buren aan en vraagt hij niet meer om geld, zodat ook niet gesteld kan worden dat er sprake is van hinderlijk gedrag dat agressie van anderen oproept of dat de algemene veiligheid van anderen in gevaar is. Betrokkene deed dit omdat hij eenzaam is en behoefte heeft aan aanspraak, maar begrijpt nu dat anderen daarvan kunnen schrikken. Ook is er geen sprake van financiële schade. Betrokkene staat immers onder bewind. Daarnaast is betrokkene weer in contact met zijn moeder. Het contact is oppervlakkig, maar de moeder komt dagelijks bij betrokkene langs en brengt eten en drinken als hij te weinig in huis heeft. Volgens de moeder is het huis redelijk opgeruimd en zorgt betrokkene goed voor zichzelf. Verder is niet gebleken dat betrokkene geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om thuis te slapen. Dat betrokkene niet meer in beeld is bij de GGZ, geen contact heeft met het FACT-team en niet open doet voor de behandelaars, is ook onvoldoende grond om een zorgmachtiging te verlenen. Een opname in de zin van de Wvggz is immers niet bedoeld om zicht te krijgen op betrokkene. Betrokkene heeft bovendien in augustus 2023 een brief aan dhr. [naam 3] gestuurd, waarin hij zijn situatie uitlegt en aangeeft dat hij wel contact wil met het FACT-team. Als reactie op die brief is er naast iemand van het FACT-team ook direct een psychiater bij betrokkene langsgekomen om hem ten behoeve van het voorliggende verzoek te beoordelen. Dit schoot bij betrokkene in het verkeerde keelgat. Zijn vertrouwen is geschaad. Dat betrokkene daarna uit contact zou zijn getreden, is onjuist. Hij wil nog steeds begeleiding vanuit het FACT-team. Er is dan ook contact via het keukenraam. De advocaat stelt dat er door het keukenraam in een gesprek van tien minuten een behandeling kan worden vormgegeven. Zij vindt dat het FACT-team moet blijven proberen om in contact te treden. Verder heeft betrokkene tegen de advocaat gezegd dat hij altijd last heeft van stemmen. Ook als hij de voorgeschreven medicatie gebruikt, hetgeen betrokkene op dit moment ook vrijwillig doet. Nu betrokkene de medicatie gebruikt, weet de advocaat niet wat een zorgmachtiging nog kan toevoegen. Verder willen zowel de moeder als betrokkene absoluut niet dat betrokkene wordt opgenomen bij [Stichting]. Zij zijn bang dat betrokkene weer in contact komt met de persoon die betrokkene eerder bij [Stichting] heeft ontmoet en van wie hij onder invloed heeft gestaan. Die persoon zou ook geld van betrokkene hebben afgenomen en hem in contact hebben gebracht met drugs, wat heeft geleid tot drugsmisbruik en zijn eerste suïcidepoging. Volgens betrokkene is die persoon nog steeds opgenomen. De moeder verwacht dat betrokkene binnen twee maanden zal overlijden als hij wordt opgenomen.
3.2
De behandelaar legt uit dat betrokkene, die lijdt aan onder meer een schizofreniespectrum stoornis, momenteel niet in beeld is bij de GGZ omdat hij zelf alle contacten heeft verbroken. Vanuit de politie, medebewoners en de gemeente zijn er echter zorgen geuit. De behandelaar vindt dat er wel degelijk sprake is van ernstig nadeel. Naast de zelfverwaarlozing en het zorgwekkende gedrag waaronder het buiten slapen uit angst, is er sprake van levensgevaar. Betrokkene is immers bekend met ernstige tentamen suïcide onder invloed van een psychose. In 2020 en 2022, dus zeker niet lang geleden, heeft betrokkene suïcidepogingen ondernomen. Het is onduidelijk of betrokkene ten tijde van de suïcidepogingen medicatie gebruikte. Het vermoeden bestaat dat hij momenteel geen medicatie gebruikt. Een opname is nodig om betrokkene opnieuw in te stellen op medicatie. Een dergelijke herinstelling zal naar verwachting sneller gaan dan wanneer betrokkene voor de eerste keer moet worden ingesteld op medicatie. De behandelaar kan echter niet uit de overgelegde stukken afleiden of de medicatie voldoende effectief is voor betrokkene. Verder is het niet mogelijk om de noodzakelijk geachte zorg op vrijwillige basis te verlenen. De behandelaar en zijn collega’s hebben de afgelopen weken geprobeerd om in contact met betrokkene te komen, maar dat is niet gelukt. Betrokkene heeft de tijd en mogelijkheden gekregen om in contact te treden met de GGZ. Hij heeft laten zien dat er – in ieder geval op vrijwillige basis – momenteel geen behandelcontact mogelijk is. Als de zorgmachtiging wordt verleend, gaat [Stichting] een inspanningsverplichting aan om betrokkene in zorg te krijgen en dat zal gelet op de houding van betrokkene via een opname moeten. Volgens de behandelaar is er door het keukenraam namelijk geen psychiatrische behandeling mogelijk. Tot slot merkt de behandelaar op dat er een druk op [Stichting] ligt nu de ouders stellen dat betrokkene zal overlijden als hij wordt opgenomen.
3.3
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige licht toe dat er veel zorgen zijn over betrokkene. Zelf heeft de sociaal psychiatrisch verpleegkundige betrokkene ongeveer twee maanden geleden voor het laatst gezien. Zij vond betrokkene er toen verwaarloosd uitzien; hij was ongewassen, vermagerd en heeft een zeer slecht gebit. Ondanks de vele pogingen is het moeilijk om contact met betrokkene te krijgen. Eind januari van dit jaar heeft hij het contact met het FACT-team zo goed als verbroken. Sindsdien laat betrokkene het FACT-team niet meer binnen en hebben er met hem drie of vier korte contactmomenten door het keukenraam van hooguit tien minuten plaatsgevonden. Het gesprek gaat dan voornamelijk over waarom het FACT-team langskomt en niet over de medicatie, het aangaan van een behandeling, hoe het met betrokkene gaat of op welke wijze het FACT-team hem kan helpen. Als reactie op de advocaat geeft de sociaal psychiatrisch verpleegkundige aan dat het verhaal van de moeder onvoldoende betrouwbaar is. De moeder (en de vader) zijn geen voorstanders van [Stichting] en de psychiatrie in het algemeen. De moeder zal de situatie van betrokkene positiever doen blijken dan dat die is. Daarnaast doet betrokkene toezeggingen om in contact te treden en de medicatie in te nemen – hetgeen hij ook echt wil – maar het lukt betrokkene niet om zijn toezegging waar te maken; afspraken komt hij niet na. Ondanks dat een opname vergaand is, is er geen andere mogelijkheid meer om zicht te verkrijgen op betrokkene en het ernstig nadeel af te wenden. Het is lastig in te schatten hoelang een opname zou moeten duren. Er moet eerst naar een samenwerking worden gezocht en betrokkene moet worden (her)ingesteld op de medicatie, waarvan het effect vervolgens moet worden afgewacht. Er zijn zo drie maanden voorbij.

4.Beoordeling

4.1
De rechtbank stelt vast dat betrokkene niet is verschenen bij de mondelinge behandeling op 25 september 2023. Betrokkene is eerder bij de mondelinge behandeling op 13 september 2023 ook niet verschenen, waarna de zaak is aangehouden en er door de brievenbus van betrokkene op zijn woonadres een oproepbrief is gedaan voor de mondelinge behandeling van 25 september 2023. In het bijzijn van de rechtbank hebben de advocaat en sociaal psychiatrisch verpleegkundige meermalen aangebeld bij het huis van betrokkene. Ook hebben zij op de deur en de ramen geklopt en geluid gemaakt door met de brievenbus te klapperen. Betrokkene heeft hieraan geen gehoor gegeven. Daarbij komt dat de advocaat tussen 13 en 25 september 2023 ook geen contact met betrokkene heeft gehad. Dit maakt dat de rechtbank vaststelt dat betrokkene niet wil worden gehoord. De rechtbank is met instemming van de aanwezigen overgegaan tot de behandeling en beoordeling van het verzoek.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Deze diagnoses zijn niet betwist. Gebleken is dat betrokkene kampt met psychotische opstoten, belevingen en (auditieve) hallucinaties. Ook is er sprake van een terugkerend cannabisgebruik. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht.
4.3
Anders dan de advocaat heeft aangevoerd, is de rechtbank van oordeel dat voornoemde stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De ernstige verwaarlozing is waargenomen door de sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene onder invloed van zijn psychose overlast in de omgeving kan veroorzaken. Hij zwerft buiten rond, belt bij buren aan om te vragen om geld en bekrast auto’s. De buurtbewoners voelen zich hierdoor onveilig. Betrokkene is bang in zijn eigen woning, slaapt dientengevolge buiten en heeft een ruit van zijn woning ingegooid. Ook heeft betrokkene tamelijk recent, te weten in 2020 en 2022, onder invloed van een psychose suïcidepogingen ondernomen.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van het ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Ondanks de toezeggingen van betrokkene en zijn wil om in contact met het FACT-team te treden, is dit betrokkene tot op heden nog niet gelukt. Ook het FACT-team is het ondanks de vele pogingen niet gelukt om een behandelrelatie met betrokkene op te bouwen. Sinds eind januari van dit jaar hebben er met betrokkene drie tot vier gesprekken van hooguit tien minuten door het keukenraam plaatsgevonden. Betrokkene weigert het FACT-team binnen te laten in zijn woning. Daarbij komt nog dat er namens betrokkene door de advocaat tijdens de mondelinge behandeling is aangegeven dat betrokkene geen zorgmachtiging wil en ook niet wil worden opgenomen. Dit willen zijn ouders ook niet. Om ervoor te zorgen dat er zicht komt op betrokkene en er een daadwerkelijke behandeling (een kort contact via het keukenraam kan hier niet onder geschaard worden) plaatsvindt, waarbij betrokkene tevens goed wordt ingesteld op de noodzakelijk geachte medicatie om te voorkomen dat betrokkene verder psychotisch decompenseert, zal de zorgmachtiging worden verleend.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de
Medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze
vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling
besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte
zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid
– voor maximaal 3 maanden;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene
– voor maximaal 3 maanden;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie
– voor maximaal 3 maanden.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan in de overgelegde stukken niet (afdoende) is gemotiveerd en tijdens de mondelinge behandeling ook niet gemotiveerd is verklaard dat deze zorgvormen nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, waarbij de vormen van verplichte zorg te weten het opnemen in een accommodatie en inherent daaraan het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van maximaal drie maanden worden toegewezen. De rechtbank verwacht dat er binnen die termijn voldoende zicht op betrokkene kan worden verkregen en dat hij kan worden (her)ingesteld op de medicatie. Daarbij heeft de rechtbank in overweging genomen dat de behandelaar heeft verklaard dat het herinstellen op de psychiatrische medicatie over het algemeen sneller gaat dan het voor de eerste maal instellen op medicatie.
4.1
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats],
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
25 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 9 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.