Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats];
2 april 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had op 18 september 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van verplichte zorg op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en zorgmedewerksters aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat zij gefrustreerd is en niet in staat om zich voor te bereiden op de behandeling, en dat zij hulp wil, maar op haar eigen voorwaarden. De zorgmedewerksters hebben verklaard dat de betrokkene ambivalent is over behandeling en dat er zorgen zijn over haar geestelijke gezondheid, waaronder vermoedens van een psychotische stoornis.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden en stelt dat de betrokkene onderworpen kan worden aan verschillende vormen van verplichte zorg, zoals toediening van medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De overige door de officier van justitie verzochte zorgvormen zijn niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en schriftelijk uitgewerkt op 9 oktober 2023.