Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
13 november 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1988. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt, zijn advocaat en verschillende zorgverleners aanwezig waren.
De cliënt heeft aangegeven dat hij terug naar huis wil, maar zijn advocaat heeft het verzoek om voortzetting van de inbewaringstelling niet afgewezen, hoewel hij begrijpt dat aan de wettelijke criteria is voldaan. De behandelaar heeft verklaard dat de thuissituatie van de cliënt problematisch is, met eerdere escalaties en agressief gedrag. De senior begeleidster heeft bevestigd dat de cliënt zich agressief heeft gedragen naar zijn moeder en zus, en dat de moeder de zorg voor hem niet meer kan dragen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade, als gevolg van het gedrag van de cliënt. De rechtbank oordeelt dat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om dit nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn. De machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 13 november 2023. Deze beslissing is mondeling gegeven door rechter M. Broeders en schriftelijk uitgewerkt op 9 oktober 2023.