ECLI:NL:RBZWB:2023:6923

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413983 / FA RK 23/4353
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met bipolaire-stemmingsstoornis

Op 2 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1960. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel, met als doel verplichte zorg te verlenen voor de duur van zes maanden. Betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis en vertoont een manisch-psychotisch toestandsbeeld, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 oktober 2023 heeft betrokkene aangegeven dat het beter met haar gaat en dat zij naar een andere accommodatie wil, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het zorgplan. Uiteindelijk is de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de overige door de officier van justitie verzochte vormen van zorg niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en schriftelijk uitgewerkt op 9 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413983 / FA RK 23/4353
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 2 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats 1],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.G. Matze te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 19 september 2023, ingekomen ter griffie op 19 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 18 september 2023;
- de medische verklaring van 13 september 2023;
- een zorgplan van 18 september 2023;
- een zorgkaart van 18 september 2023;
- het informatierapport Wvggz van 28 mei 2023 t/m 28 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit het volgende stuk:
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 30 augustus 2023 op het verzoek tot het voortzetten van de crisismaatregel.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1], verpleegkundige in opleiding tot specialist.
- dhr. [naam 2], arts.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene is vanwege oplopende frustratie en spanningen tijdens de mondelinge behandeling terug naar de afdeling gegaan. Kort voor de mondelinge uitspraak van de rechtbank is betrokkene teruggekomen.
Betrokkene geeft aan dat het beter met haar gaat. Zij wil graag naar het [Centrum] in [plaats 2] om verder te kunnen komen. Betrokkene denkt dat zij niet beter wordt als zij op de huidige locatie bij [accommodatie] blijft. Zij wil een nieuwe stap zetten, nieuwe uitdagingen aangaan en zelfstandiger worden. Verder stelt betrokkene dat zij altijd haar medicatie inneemt. Dat in de stukken staat dat betrokkene de medicatie met tegenzin neemt, is niet waar. De medicatie die wordt voorgeschreven en daarmee dus noodzakelijk wordt geacht, neemt betrokkene in. Ook slikt betrokkene de voorgeschreven Haldol, ondanks dat zij geen hallucinaties meer heeft. Daarnaast geeft betrokkene aan dat zij geen goede relatie met haar partner heeft; zij kunnen niet met elkaar praten. De partner lokt haar uit en als gevolg daarvan wordt betrokkene manisch waarna zij wordt opgenomen. Later zegt betrokkene dat zij niet manisch is, maar dat het boosheid is. Scheiden kost energie. Dat de partner nog in haar huis woont, betekent niet dat betrokkene in de instelling moet blijven. Betrokkene voelt zich hierin onbegrepen en niet gehoord. Zowel thuis als in de instelling kan zij met niemand praten. Zij wil loskomen uit de macht van de partner. Betrokkene heeft het idee dat zij een psychiatrische stempel heeft gekregen en dat zij er nu nooit meer vanaf komt.
3.2
Namens betrokkene verzoekt de advocaat primair om het verzoek af te wijzen. Subsidiair verzoekt zij om de zorgmachtiging voor de duur van twee maanden te verlenen, waarbij in die periode kan worden onderzocht of het FACT-team (in het geval het [Centrum] dit zelf niet kan doen) toezicht mag en wil houden op de medicatie-inname van betrokkene als zij bij [Centrum] verblijft.
Verder geeft de advocaat aan dat betrokkene wordt gemanipuleerd door haar partner. Het wisselende gedrag van betrokkene wordt mede daardoor veroorzaakt. De advocaat begrijpt dan ook niet dat betrokkene naar huis mag en dat de partner op de afdeling mag komen. Zij wil dit zelf namelijk niet. De advocaat pleit er dan ook voor om op te nemen dat de partner niet meer op de afdeling mag komen. Daarbij komt dat betrokkene al langer wil scheiden van haar man. Daarvoor moet zij de vrijheid hebben om de nodige stappen te zetten en dat kan beter als zij op de open opnameafdeling van [Centrum] verblijft. Betrokkene wil regie over haar eigen leven. Betrokkene zegt zelf dat zij de voorgeschreven medicatie inneemt. Dat is niet het probleem. Daarnaast had betrokkene gehoopt dat zij zou toekomen aan de trauma- en/of rouwverwerking. Dit is niet gebeurd. Zij heeft het gevoel dat zij tijdens haar opname bij [accommodatie] slechts medicatie krijgt voorgeschreven, maar dat er verder niets gebeurt.
3.3
De verpleegkundige in opleiding tot specialist (hierna: vios) licht toe dat de boosheid bij betrokkene sinds het begin van de opname in augustus van dit jaar is verminderd, maar dat het beeld sinds deze week grillig(er) verloopt. Mede omdat betrokkene vorige week naar huis is geweest en dat niet goed is verlopen. Het manische toestandsbeeld en het druk zijn is weer meer dan voorheen aanwezig. De medicatie lijkt onvoldoende effectief en het herstel zet nog niet door zoals werd verwacht. Het vermoeden bestaat dat betrokkene de Haldol niet of onjuist inneemt, wat kan verklaren waarom het herstel langer duurt en onvoldoende doorzet. Verder is het [Centrum] een open opnameafdeling en geen accommodatie in de zin van de Wvggz. Binnenkort volgt een intake voor het [Centrum], maar de inschatting is dat een opname daar nog wel even zal duren omdat een open setting voor betrokkene nu nog niet haalbaar is. Zo wordt daar van betrokkene verwacht dat zij geheel zelfstandig de medicatie inneemt, terwijl betrokkene aan de vios heeft aangegeven dat zij de medicatie slechts inneemt omdat het moet en zij het liefst geen Haldol wil. De vios verwacht dan ook dat betrokkene niet langer de medicatie zal innemen op het moment dat er geen zorgmachtiging meer is.
De vrijwilligheid van betrokkene is nog niet voldoende betrouwbaar. Over of het FACT-team de medicatie aan betrokkene kan aanreiken en er toezicht op kan houden of betrokkene de medicatie inneemt als zij bij het [Centrum] verblijft, kan de vios geen uitspraken doen. Hij weet niet of het FACT-team dat mag en/of zal gaan doen. Dat de relatie tussen betrokkene en haar partner niet stabiel is, ziet ook de vios. Betrokkene mag naar huis, omdat zij ook thuis spullen moet ophalen. Hij stelt wel dat betrokkene niet slechts is opgenomen omdat zij ruzie met haar partner maakt. Er is ook sprake van een manisch toestandsbeeld. Het is belangrijk dat betrokkene herstelt en vanuit een veilige en stabiele posities keuzes kan maken, bijvoorbeeld over of zij al dan niet wil scheiden. Betrokkene krijgt ook tijdens de opname desgevraagd de ruimte om dat te regelen wat nodig is om de scheidingsprocedure te starten.
Op dit moment is de situatie van betrokkene nog niet voldoende stabiel en is zij nog onvoldoende weerbaar om naar huis te kunnen. Ook is de situatie nog niet stabiel genoeg om te gaan werken aan haar trauma of rouwverwerking met de EMDR die betrokkene wenst. Al met al vindt de vios het nodig dat er de zorgmachtiging wordt verleend, waarbij het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen niet nodig zijn. Hij vindt dat de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden moet worden verleend. Dit zal voor meer rust zorgen. Temeer nu betrokkene op dit moment niet goed is ingesteld op de medicatie en het de verwachting is dat de juiste instelling waarna het herstel moet plaatsvinden maanden duurt. De verwachting dat de situatie over enkele maanden anders is, vindt de vios niet reëel. Dit maakt dat een zorgmachtiging voor een kortere duur juist belastend zal zijn voor betrokkene. Hij benadrukt wel dat het niet de bedoeling is dat betrokkene nog zes maanden bij [accommodatie] verblijft. In die periode zal worden gewerkt aan herstel en het bewerkstelligen van een gezonde situatie, waarna betrokkene naar [Centrum] of naar huis kan.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen. Er is sprake van een manisch-psychotisch toestandsbeeld in het kader van een bekende bipolaire stoornis. Betrokken is druk, snel geagiteerd, achterdochtig en moeilijk te sturen of te corrigeren.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene verbaal en fysiek agressief is richting derden. Tijdens de opname heeft zij een verpleegkundige geslagen en spullen vernield. Daarnaast bestaat een risico dat betrokkene zichzelf uitput als gevolg van de manische ontremming en weinig te slapen. Verder kan zij vanwege de overlast die zij veroorzaakt agressie van derden over zichzelf afroepen.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling is door en namens betrokkene aangegeven dat zij niet langer in de huidige locatie bij [accommodatie] wil blijven (zij wil naar [Centrum]) en dat zij geen zorgmachtiging wil. Daarbij komt dat de vios – anders dan betrokkene heeft gesteld – heeft verklaard dat het vermoeden bestaat dat betrokkene de noodzakelijke geachte medicatie op dit moment niet of onjuist inneemt als gevolg waarvan het (volledige) herstel uitblijft. De vios verwacht dat betrokkene de noodzakelijk geachte medicatie niet langer zal innemen als er geen zorgmachtiging meer is. Om ervoor te zorgen dat betrokkene de noodzakelijk geachte medicatie blijft innemen als gevolg waarvan zij herstelt en om te voorkomen dat zij verder manisch-psychotisch ontregelt, zal de zorgmachtiging worden verleend.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de vios tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze zorgvormen niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal niet worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden, maar voor de duur van drie maanden. De rechtbank heeft hierbij in overweging genomen dat de situatie van betrokkene sinds de opname in augustus van dit jaar, ondanks de prikkels die zij in de thuissituatie ervaart, is verbeterd. Er is sprake van herstel, maar het herstel zet zich nu nog onvoldoende door. Zoals verklaard door de vios is het verblijf van betrokkene bij [Centrum] – hetgeen betrokkene graag wil – een mogelijkheid voor op termijn als betrokkene meer is hersteld en zich in een stabielere positie bevindt. Mocht de overgang naar [Centrum] in de komende drie maanden nog niet mogelijk zijn, dan geeft de rechtbank aan [accommodatie] in overweging om in de komende periode te onderzoeken of het FACT-team een rol kan spelen bij het toezicht houden op de inname van de medicatie door betrokkene op het moment dat betrokkene bij [Centrum] verblijft (in het geval het [Centrum] dit zelf niet kan doen).
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 januari 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders, rechter en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 9 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.