Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende op het [woonadres]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. M.M. van der Marel, Freddy van Riemsdijkweg 4 te 5657 EE Eindhoven.
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 1.016,40, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van de verzoekschriften ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van de verzoekschriften in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 24 augustus 2022;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 19 augustus 2022 in verzekering is gesteld en op 22 augustus 2022 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
in ieder geval drie dagen in verzekeringheeft doorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau.
€ 390,00.
€ 996,40is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen. De rechtbank zal, gelet op hetgeen door de advocaat in raadkamer is aangevoerd, het verzoek voor het overige bedrag afwijzen.
€ 340,00toegekend. Gelet op hetgeen is aangevoerd, wijst rechtbank het verzoek tot het toekennen van een forfaitaire vergoeding voor de behandeling van het verzoekschrift in de raadkamer af.
3.De beslissing
€ 390,00, bestaande uit schade wegens ondergane inverzekeringstelling;
€ 1.726,40zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Strijp Advocatuur, onder vermelding van “[verzoeker]/OM 02-209899-22 20220345”.