Op 22 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager, die zich verzet tegen de inbeslagname van zijn voertuig, een Fiat Stilo. Het voertuig was op 18 november 2022 in beslag genomen omdat een bestuurder zonder geldig rijbewijs reed. Klager, die niet op de hoogte was van het feit dat zijn voertuig door iemand zonder rijbewijs werd bestuurd, heeft op 24 januari 2023 een klaagschrift ingediend. Tijdens de behandeling op 9 mei 2023 was klager niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. R. El Bellaj, en de officier van justitie, mr. M.E.W.G. Stals, waren wel aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift ontvankelijk is en dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is. De rechtbank overweegt dat er geen strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag, aangezien klager slechts verdacht wordt van het rijden zonder rijbewijs en eerder onherroepelijk is veroordeeld voor dit feit. De rechtbank concludeert dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later de verbeurdverklaring van het voertuig zal bevelen. Daarom heeft de rechtbank het klaagschrift gegrond verklaard en de teruggave van het voertuig aan klager gelast.
De beslissing is genomen door rechter mr. E.B. Prenger, in aanwezigheid van griffiers mr. M. van Grinsven en mr. D. van Spelde. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of door de klager, afhankelijk van de betekening van de beslissing.