ECLI:NL:RBZWB:2023:7019
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een exploitatievergunning voor kansspelautomaten en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van de Kansspelautoriteit (Ksa) om haar exploitatievergunning voor kansspelautomaten in te trekken. Het bestreden besluit, dat op 4 september 2023 is genomen, heeft geleid tot bezwaar van verzoekster, die stelt dat de intrekking van de vergunning haar financiële positie ernstig schaadt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 september 2023 behandeld tijdens een besloten zitting, waarbij zowel de gemachtigde van verzoekster als de vertegenwoordigers van de Ksa aanwezig waren.
De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Verzoekster heeft aangevoerd dat de intrekking van de vergunning haar dwingt om per direct te stoppen met het aanbieden van kansspelautomaten, wat leidt tot een acute financiële noodsituatie. De Ksa betwist echter het spoedeisende belang van verzoekster en wijst op haar financiële situatie en de ontbindende voorwaarden in de koop-huurovereenkomst.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen concludeert de voorzieningenrechter dat verzoekster op dit moment niet in een financiële noodsituatie verkeert en dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 oktober 2023.