ECLI:NL:RBZWB:2023:7025

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/412927 / JE RK 23-1469
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Triest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling zorg- en contactregeling voor minderjarige na emigratie van de moeder

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 oktober 2023 een beschikking gegeven over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009. De zaak is aanhangig gemaakt door de Stichting Jeugdbescherming Brabant, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De ouders van [minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de moeder is recentelijk met [minderjarige] naar Portugal geëmigreerd, wat heeft geleid tot een verstoorde verstandhouding tussen de ouders. De GI heeft verzocht om een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen, waarbij de ouders het eens zijn over de noodzaak van een dergelijke regeling.

Tijdens de mondelinge behandeling op 5 oktober 2023, waarbij de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren, is de situatie besproken. De vader heeft zijn bezorgdheid geuit over het gebrek aan afscheid van [minderjarige] na de emigratie van de moeder. De moeder heeft verklaard dat zij om praktische redenen niet in staat was om dit afscheid te organiseren. De kinderrechter heeft in haar beoordeling het belang van [minderjarige] vooropgesteld en benadrukt dat de ouders hun eigen belangen ondergeschikt moeten maken aan dat van hun kind.

De rechtbank heeft de door de GI verzochte regeling goedgekeurd, die onder andere inhoudt dat [minderjarige] drie keer per jaar naar Nederland komt om bij zijn vader te verblijven. De regeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/412927 / JE RK 23-1469
Datum uitspraak: 5 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over de vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, gevestigd te Etten-Leur,
hierna te noemen: de GI (Gecertificeerde Instelling),
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats],
hierna te noemen [minderjarige].
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
laatstelijk wonende in [woonplaats 1],
thans wonende te Portugal.
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats 2],
[gemeente].

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 augustus 2023;
  • het e-mailbericht van de vader van 7 september 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder (via beeldbellen);
- twee vertegenwoordigers van de GI.
1.3.
De [minderjarige] is in de gelegenheid gesteld om zijn mening over het verzoek (via beeldbellen) kenbaar te maken, maar hij heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
2.
De feiten
2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige].
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder. De moeder is op 15 september 2023 met [minderjarige] geëmigreerd naar Portugal.
2.3.
Bij beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 1 augustus 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] met ingang van 6 augustus 2023 verlengd tot 6 oktober 2023.

3.Het verzoek

3.1.
GI verzoekt een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen.
In het petitum van het verzoek heeft de GI echter verzuimd om deze verdeling concreet te benoemen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI (desgevraagd) verduidelijkt dat haar verzoek is opname van de regeling zoals verwoord onder alle weergegeven gedachtestreepjes in het lichaam van het verzoek. Deze regeling luidt:
- [minderjarige] komt met zijn broer [naam] 3x per jaar naar Nederland. Zij logeren dan bij vader:
o 1 week in de Kerstvakantie, exacte datum nader af te stemmen door [minderjarige] en [naam] met vader.
o 1 week in Paasvakantie, exacte datum nader af te stemmen door [minderjarige] en [naam] met vader.
o 1 maand met de zomervakantie, exacte datum nader af te stemmen door [minderjarige] en [naam] met vader.
- [minderjarige] overlegt uiterlijk 1 maand vooraf aan de vakantie met vader de data.
- [minderjarige] en [naam] gaan ten alle tijden samen naar vader tijdens de genoemde periodes.
- Moeder maakt per e-mail aan vader kenbaar waar [minderjarige] verblijft in Portugal. Indien vader [minderjarige] in Portugal bezoekt dan dient hij op neutraal terrein met hem af te spreken en niet bij [minderjarige] thuis. Het is van belang dat vader [minderjarige] niet thuis opzoekt in verband met de rust en stabiliteit van [minderjarige].
- Vader kondigt een bezoek aan Portugal 1 maand van te voren aan.
- Vader betaalt de vliegtickets (retour) van zowel [minderjarige] als [naam] wanneer zij tijdens de, hiervoor genoemde, vakantieperiodes bij hem komen logeren.
- [minderjarige] heeft de nadrukkelijke wens uitgesproken dat vader vrij is in de periode dat hij en zijn broer bij zijn vader op vakantie zijn. Vader heeft ingestemd om hier binnen zijn mogelijkheden aan tegemoet te komen.
- Vader verwacht, dat wanneer de [minderjarige] en zijn broer in de vakantie bij hem verblijven zij ook daadwerkelijk bij hem blijven en niet constant weg gaan naar vrienden.
- Als [minderjarige] en zijn broer in Nederland zijn dan is een vriendin van moeder als secundaire plek aanwezig mochten [minderjarige] en zijn broer, in geval van nood, niet bij vader kunnen verblijven. De vriendin zal door moeder op de hoogte gebracht worden wanneer [minderjarige] en [naam] in Nederland op vakantie zijn bij hun vader. De vriendin van moeder bericht vader dat de jongens bij haar zijn of de jongens melden het zelf aan vader.
- Moeder informeert vader 1 keer per kwartaal via de email over de jongens, zoals over onderwerpen als voortgang school, algemene ontwikkeling, medische bijzonderheden en vrije tijdsbesteding/sport hobby’s.
De GI verzoekt de te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.
De standpunten
4.1
De GI legt aan haar verzoek ten grondslag dat de moeder met [minderjarige] in september 2023 is geëmigreerd naar Portugal. Gezien de verstoorde verstandhouding tussen de ouders en omdat het contact tussen [minderjarige] en zijn vader ambivalent verloopt, acht de GI het in het belang van de minderjarige dat de kinderrechter de verzochte regeling die in overleg met beide ouders tot stand is gekomen, zal vastleggen.
4.2
De vader geeft aan te betreuren dat de moeder hem, nadat zij in september 2023 met [minderjarige] naar Portugal was vertrokken, niet meer in de gelegenheid heeft gesteld om afscheid te kunnen nemen van [minderjarige] (en [naam]). Met het verzoek is de vader het eens. Veel vertrouwen dat de moeder de verzochte regeling zal gaan nakomen heeft de vader niet.
4.3
De moeder geeft aan dat zij haar redenen had waarom zij [minderjarige] (en [naam]) geen afscheid meer heeft kunnen laten nemen van de vader. De moeder moest in Portugal blijven om de kinderen in te kunnen schrijven op een school. Met het verzoek is de moeder het eens. Zij hoopt dat zij als ouders zijnde de samenwerking zullen gaan zoeken.

5.De beoordeling

5.1
Op grond van het eerste lid van artikel 1:265g BW kan de kinderrechter op verzoek van de GI een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang vaststellen of wijzigen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
5.2.
Zodra de ondertoezichtstelling is geëindigd, geldt ingevolge het derde lid van genoemd artikel de op grond van het eerste lid vastgestelde regeling als een regeling bedoeld in artikel 1:253a, tweede lid, onder a, dan wel artikel 377a, tweede lid BW.
5.3
Nu de rechtbank de door de GI verzochte regeling betreffende de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in het belang van de minderjarige [minderjarige] wenselijk voorkomt en de ouders het met het verzoek eens zijn, ligt het verzoek voor toewijzing gereed. De kinderrechter doet hierbij een uitdrukkelijk een beroep op partijen om hun eigen belangen, vooroordelen en negatieve ideeën over het gedrag of de houding van de ander ondergeschikt te gaan maken aan de belangen van [minderjarige] en constructief met elkaar te gaan samenwerken, zodat [minderjarige] met beide ouders een onbelast contact kan gaan hebben. Doen ouders dat niet en volharden zij in de strijd die zij al jaren met elkaar voeren, dan zal dit ertoe leiden dat het contact tussen [minderjarige] en zijn vader niet of nauwelijks meer plaats zal vinden en de kinderrechter acht dit niet in het belang van [minderjarige].
5.4
De rechtbank zal, gelet op de aard van de maatregel, de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht door de GI. Dat betekent dat de beslissing alvast moet worden gevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld tegen deze beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
bepaalt als verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders:
- [minderjarige] komt met zijn broer [naam] 3x per jaar naar Nederland. Zij logeren dan bij vader:
o 1 week in de Kerstvakantie, exacte datum nader af te stemmen door [minderjarige] en [naam] met vader.
o 1 week in Paasvakantie, exacte datum nader af te stemmen door [minderjarige] en [naam] met vader.
o 1 maand met de zomervakantie, exacte datum nader af te stemmen door [minderjarige] en [naam] met vader.
- [minderjarige] overlegt uiterlijk 1 maand vooraf aan de vakantie met vader de data.
- [minderjarige] en [naam] gaan ten alle tijden samen naar vader tijdens de genoemde periodes.
- Moeder maakt per email aan vader kenbaar waar [minderjarige] verblijft in Portugal. Indien vader [minderjarige] in Portugal bezoekt dan dient hij op neutraal terrein met hem af te spreken en niet bij [minderjarige] thuis. Het is van belang dat vader [minderjarige] niet thuis opzoekt in verband met de rust en stabiliteit van [minderjarige].
- Vader kondigt een bezoek aan Portugal 1 maand van te voren aan.
- Vader betaalt de vliegtickets (retour) van zowel [minderjarige] als [naam] wanneer zij tijdens de, hiervoor genoemde, vakantieperiodes bij hem komen logeren.
- [minderjarige] heeft de nadrukkelijke wens uitgesproken dat vader vrij is in de periode dat hij en zijn broer bij zijn vader op vakantie zijn. Vader heeft ingestemd om hier binnen zijn mogelijkheden aan tegemoet te komen.
- Vader verwacht, dat wanneer de [minderjarige] en zijn broer in de vakantie bij hem verblijven zij ook daadwerkelijk bij hem blijven en niet constant weg gaan naar vrienden.
- Als [minderjarige] en zijn broer in Nederland zijn dan is een vriendin van moeder als secundaire plek aanwezig mochten [minderjarige] en zijn broer, in geval van nood, niet bij vader kunnen verblijven. De vriendin zal door moeder op de hoogte gebracht worden wanneer [minderjarige] en [naam] in Nederland op vakantie zijn bij hun vader. De vriendin van moeder bericht vader dat de jongens bij haar zijn of de jongens melden het zelf aan vader.
- Moeder informeert vader 1 keer per kwartaal via de email over de jongens, zoals over onderwerpen als voortgang school, algemene ontwikkeling, medische bijzonderheden en vrije tijdsbesteding/sport hobby’s;
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2023 door mr. Van Triest, kinderrechter, in tegenwoordigheid van Van Dongen, als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 oktober 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.