ECLI:NL:RBZWB:2023:7027

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414473 / KG ZA 23-474
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Mr. Van Term
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor inschrijving van minderjarigen op basisschool in kort geding

In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, met als doel vervangende toestemming te verkrijgen voor de inschrijving van hun minderjarige kinderen op een basisschool. De vrouw heeft de zes jongste kinderen aangemeld voor de basisschool in [plaats], waar zij momenteel deelnemen aan zogenaamde 'wen-dagen'. De man weigert echter toestemming te geven voor de inschrijving, ondanks herhaalde verzoeken van de vrouw. De voorzieningenrechter heeft de zaak op 9 oktober 2023 behandeld, waarbij de belangen van de minderjarigen en de persoonlijke levenssfeer van partijen voorop stonden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man aangegeven dat hij geen toestemming wil verlenen, maar ook dat hij het belangrijk vindt dat de kinderen naar school gaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarigen is om vervangende toestemming te verlenen, zodat zij hun onderwijs kunnen voortzetten. De vordering van de vrouw is toegewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/414473 / KG ZA 23-474
10 oktober 2023
Vonnis in kort geding
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats 1] ( [gemeente] ),
eiseres,
advocaat: mr. G.A.P. Avontuur te Oosterhout,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 2 producties.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 9 oktober 2023 met gesloten deuren behandeld, omdat het belang van de minderjarigen en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eisten.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is verschenen de vrouw, bijgestaan door haar advocaat. Tevens is verschenen de man. Ook is aanwezig de heer [naam] , tolk Arabisch-Syrisch, die met instemming van (de advocaat van) de vrouw voor beide partijen heeft getolkt.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd. Uit het huwelijk van partijen zijn negen nog minderjarige kinderen geboren. Dit geschil heeft betrekking op de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 1] 2011;
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 1] 2012;
- [minderjarige 3] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 2] 2014;
- [minderjarige 4] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 3] 2016;
- [minderjarige 5] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 4] 2019;
- [minderjarige 6] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 5] 2020.
2.2.
Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen.
De minderjarigen verblijven bij de vrouw.
2.3.
Op 15 september 2023 heeft de vrouw bij deze rechtbank een echtscheidingsprocedure aanhangig gemaakt (bekend onder zaak-/rekestnummer C/02/413891 / FA RK 23-4313).

3.De vordering

3.1.
De vrouw vordert bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, vervangende toestemming te verlenen in plaats van de toestemming van de man voor genoemde minderjarigen om hen in te schrijven bij [basisschool] te [plaats] .
3.2.
Door en namens de vrouw is daartoe in de stukken en tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, het navolgende aangevoerd.
De vrouw heeft de zes jongste kinderen van partijen aangemeld voor [basisschool] in [plaats] . De kinderen gaan daar nu naar school in het kader van zogenaamde “wen-dagen”. De kinderen kunnen dan tot maximaal een week op deze basis op school komen. Nadien moet de inschrijving, met toestemming van beide ouders, geregeld zijn. De man weigert echter, ondanks diverse verzoeken van de vrouw, om toestemming te geven voor de inschrijving van de kinderen op de basisschool. Om die reden verzoekt de vrouw om haar daarvoor – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – vervangende toestemming te verlenen.
3.3.
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vanwege de Syrische nationaliteit van partijen heeft de zaak internationaal privaatrechtelijke aspecten. De voorzieningenrechter heeft die ambtshalve beoordeeld en is daarbij van oordeel dat haar rechtsmacht toekomt en dat zij naar Nederlands recht dient te beslissen op de vordering, zulks gelet op de (gewone) verblijfplaats van de minderjarigen.
4.2.
Op grond van de gedingstukken en de toelichting door partijen tijdens de mondelinge behandeling staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van de vrouw bij haar vordering vast.
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man aangegeven dat hij geen toestemming wil verlenen voor de door de vrouw verzochte inschrijving van de kinderen op [basisschool] . De reden daarvoor is er volgens de man in gelegen dat hij niet meer samen met de vrouw woont en hij daarom geen zicht meer heeft op de kinderen. De man kan daarom geen verantwoordelijkheid meer ervoor dragen dat de minderjarigen naar school gaan. De man wil graag dat de rechtbank het verzoek van de vrouw toewijst en haar vervangende toestemming verleent, omdat hij het belangrijk vindt dat de minderjarigen naar school gaan.
4.4.
De voorzieningenrechter acht het, gezien de stukken en de mondelinge behandeling, in het belang van de minderjarigen dat ten behoeve van hen vervangende toestemming wordt verleend, zodat zij naar [basisschool] kunnen blijven gaan. Dit betekent dat de vordering – die de voorzieningenrechter onrechtmatig noch ongegrond voorkomt, zal worden toegewezen.
4.5.
Gelet op de relatie die tussen partijen heeft bestaan, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – vervangende toestemming om
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 1] 2011;
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 1] 2012;
- [minderjarige 3] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 2] 2014;
- [minderjarige 4] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 3] 2016;
- [minderjarige 5] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 4] 2019;
- [minderjarige 6] , geboren te [geboorteplaats] (Syrië) op [geboortedag 5] 2020.
in te schrijven bij [basisschool] te [plaats] ;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Term, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2023, en op schrift gesteld op 10 oktober 2023 in tegenwoordigheid van Van Dongen, griffier.