ECLI:NL:RBZWB:2023:7040

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413060 / FA RK 23/3920
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Holierhoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1958. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vanwege de psychische toestand van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek aan schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor de betrokkene en zijn omgeving. De betrokkene heeft eerder vrijwillige zorg ontvangen, maar is gestopt met de medicatie, wat heeft geleid tot een verslechtering van zijn toestand. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat en casemanagers. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en insluiting. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Holierhoek en schriftelijk uitgewerkt op 18 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413060 / FA RK 23/3920
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 4 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de [accommodatie], [adres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.M.Th. de Pont te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 21 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 augustus 2023;
- de medische verklaring van 16 augustus 2023;
- een zorgplan van 26 juli 2023;
- een zorgkaart;
- een afschrift van de beschikking waarbij mentorschap is ingesteld en een afschrift van de beschikking waarbij een mentor is benoemd;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1], casemanager FACT;
- mevrouw [naam 2], casemanager FACT;
- de heer [naam 3], herstelondersteuner;
- de heer [naam 4], herstelondersteuner.
Tevens waren aanwezig, maar zijn niet gehoord:
- mevrouw [naam 5], mentor;
- mevrouw [naam 6], stagiaire;
- de heer [naam 7], mentor.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 6 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene antwoordt op de vraag of hij weet waarom de rechter hem bezoekt dat hij dat niet weet. Vervolgens licht de rechter het onderhavige verzoek toe. Daarop reageert betrokkene door middel van onsamenhangende uitspraken over een ver land, over voetbal en over dat sommige mensen hem niet begrijpen.
3.2
Door de beide casemanagers wordt - samengevat - naar voren gebracht dat bij betrokkene sprake is van psychotische kwetsbaarheid. Daarvoor is blijvende ambulante ondersteuning op meerdere levensterreinen alsook monitoring en aansturing noodzakelijk. Betrokkene ontvangt al geruime tijd zorg in een vrijwillig kader in de vorm van dagelijkse ondersteuning en begeleiding, waaronder ook mentorschap en bewindvoering. Betrokkene is sinds een jaar gestopt met de hem voorgeschreven depotmedicatie (Haldol). Sindsdien is er van achteruitgang sprake. Hij vertelt incoherente verhalen en hij vertoont verbaal en fysiek agressief gedrag, waardoor hij minder goed is aan te sturen, er is sprake van een omgekeerd dag- en nachtritme en zijn zelfzorg is achteruitgegaan. Het is van belang om zijn toestandsbeeld te verbeteren dat betrokkene weer depotmedicatie gaat accepteren. Echter reageert betrokkene erg boos zodra de medicatie-toediening ter sprake komt. Zij kunnen daarom achter het onderhavige verzoek en de daarin genoemde zorgvormen staan, zij het dat voor het toedienen van vocht en voeding geen noodzaak wordt gezien. Van belang is dat betrokkene met een klinische opname op een seniorenafdeling opnieuw op medicatie wordt ingesteld. Zodra dit het geval is kunnen de noodzakelijke zorg en ondersteuning in ambulante vorm worden voortgezet. Dit houdt tevens in dat de RIBW-plek voor betrokkene behouden blijft. Voorts is insluiting - bij wijze van verplichte zorgvorm - gevraagd, zij het niet in combinatie met het uitoefenen van toezicht. Daarbij wordt aangetekend dat in dit stadium lastig valt in te schatten welke zorgvormen in het kader van de klinische opname daadwerkelijk noodzakelijk (zullen) zijn.
3.3
De beide herstelondersteuners sluiten zich aan bij hetgeen door de casemanagers naar voren is gebracht, waarbij er door hen op wordt gewezen dat niet valt te voorspellen hoe betrokkene indien een zorgmachtiging wordt verleend op de verplichte zorgvormen zal gaan reageren.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat hij op grond van de inhoud van de stukken en het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling van opvatting is dat aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging als verzocht is voldaan. In dat verband wijst hij er nog op dat uit de medische verklaring en de verklaring van de geneesheer directeur volgt dat insluiting een noodzakelijke zorgvorm kan zijn. Ten slotte acht hij van belang op te merken dat indien het uitoefenen van (camera)toezicht alsnog noodzakelijk mocht blijken daartoe alsnog - bij wijze van interne huisregel - kan worden overgegaan.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen en neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier).
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er - althans op dit moment - geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft gedurende langere tijd ambulante zorg en ondersteuning, waaronder toediening van depotmedicatie in een vrijwillig kader ontvangen. Betrokkene is echter op enig moment met de medicatie toediening gestopt. Sindsdien is er sprake van achteruitgang op meerdere vlakken en van toenemend psychotisch gedrag, waardoor betrokkene niet meer aanstuurbaar is. Verplichte zorg is daarom nodig in eerste instantie om middels een klinische opname betrokkene opnieuw op medicatie in te stellen en vervolgens, zodra dit is bereikt, om de zorg en ondersteuning in ambulante vorm te laten overgaan.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
Voor de duur van 6 maanden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg zullen dus worden toegewezen voor de
gehele duur van de machtiging.
Ten aanzien van insluiting als verzochte zorgvorm geldt dat deze in duur wordt beperkt tot een periode van 3 maanden, nu van de noodzaak tot toepassing van deze zorgvorm voor de volledig verzochte duur op voorhand niet is gebleken.
Gebleken is tenslotte dat voor andere dan de hiervóór genoemde zorgvormen geen noodzaak bestaat, zodat andere dan hiervóór genoemde vormen van verplicht zorg worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 6 maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Holierhoek, rechter en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2023 in tegenwoordigheid van
Baremans als griffier, en op 18 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.