ECLI:NL:RBZWB:2023:7042

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413401 / FA RK 23/4078
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Holierhoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was aangevraagd door de officier van justitie op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 1981, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder stemmen die haar aanzetten tot zelfbeschadiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat de noodzaak van de crisismaatregel onderstreept.

Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en een psychiater. De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene sinds het stoppen met haar medicatie in een psychotische toestand verkeert en dat er een reëel risico bestaat dat zij zich aan de behandeling onttrekt. De advocaat van de betrokkene heeft gepleit voor de voortzetting van de verplichte zorg om de juiste medicatie te kunnen toedienen en de situatie te verbeteren.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De rechtbank verleent daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 25 september 2023. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Holierhoek en is op 18 september 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413401 / FA RK 23/4078
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 4 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de [accommodatie], [adres]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. Nederlof te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 31 augustus 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 31 augustus 2023;
- de medische verklaring van 31 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam 1], psychiater;
- mevrouw [naam 2] (Ggz Breburg).
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat haar toestand sinds de crisisopname nog niet of nauwelijks is verbeterd. Zij heeft nog steeds last van stemmen, vooral wanneer er bij haar van oplopende spanningen sprake is, die haar opdrachten geven om zichzelf iets aan te doen. Zij is nog steeds niet of onvoldoende in staat aan die stemmen weerstand te bieden.
3.2
De behandelend psychiater brengt naar voren dat betrokkene gedurende langere tijd in een vrijwillig kader zorg heeft ontvangen, waaronder medicatie toediening (Haldol).
Na het stoppen van haar antipsychotische medicatie medio augustus 2023 is zij terug gevallen in een psychotische decompensatie, waarvoor zij in eerste instantie vrijwillig op de HIC is opgenomen. In die situatie is verandering gekomen sinds betrokkene steeds vaker is gaan aangeven weg te willen, waarbij het ook is voorgekomen dat zij van de afdeling is weggerend. Besloten is tot een verplichte crisisopname op grond van de situatie waarin bij betrokkene sprake was van een constante aandrang van stemmen, die op haar zodanig veel druk legden, dat zij voor zichzelf geen andere oplossing meer zag dan een einde aan haar leven te maken. Omdat betrokkene van de toediening van Haldol veel bijwerkingen ondervond wordt thans gezocht naar een voor haar beter werkend medicijn. Voortzetting van de verplichte zorg acht hij nog steeds noodzakelijk. Zonder gedwongen kader is er een reëel risico aanwezig dat betrokkene zich eigener beweging aan de behandeling onttrekt, zoals door van de gelegenheid gebruik te maken om naar buiten te wandelen. De verwachting op dit moment is dat betrokkene gedurende de maximale periode van de gevraagde voortzetting van de crisismaatregel, te weten 3 weken, op de juiste medicatie ingesteld zal kunnen worden en dat aansluitend de zorg in een vrijwillig kader kan worden gecontinueerd.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat betrokkene kampt met een ziektebeeld dat ervoor zorgt dat bij haar van een grote lijdensdruk sprake is. Verplichte zorg in het kader van een voortzetting van de crisismaatregel is noodzakelijk om betrokkene op de juiste medicatie in te stellen en daarmee hopelijk spoedig te bereiken dat deze situatie kan worden doorbroken. Verder bepleit hij namens betrokkene dat al datgene wat mogelijk is zal worden ingezet dat tot enige verlichting van de situatie van betrokkene kan leiden.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere dan de hiervóór genoemde zorgvormen geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg worden afgewezen.
4.4
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Zij laat steeds vaker blijken zich aan de noodzakelijke zorg te (willen) onttrekken, zoals door weg te rennen van de afdeling als zij daartoe de gelegenheid krijgt.
4.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.6
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.7
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.3 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 september 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Holierhoek, rechter en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2023 in tegenwoordigheid van
Baremans als griffier, en op 18 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.