ECLI:NL:RBZWB:2023:7047

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413463 / FA RK 23/4107
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1982. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een neurobiologische ontwikkelingsstoornis en een verslavingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2023 zijn betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een senior verpleegkundige van het ACT-team. Betrokkene gaf aan dat hij zich beter voelde sinds hij medicatie kreeg, maar stond ambivalent tegenover de verzochte machtiging. De verpleegkundige benadrukte de noodzaak van de zorgmachtiging om te voorkomen dat betrokkene opnieuw in een psychotische toestand raakt. De rechtbank oordeelde dat de verzochte vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, noodzakelijk zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot en met 13 september 2024, en wees andere verzoeken af. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413463 / FA RK 23/4107
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 13 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verhoord in de [accommodatie], [adres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. Nederlof te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 31 augustus 2023;
- de medische verklaring van 30 augustus 2023;
- een zorgplan van 6 juli 2023;
- een zorgkaart van 11 juli 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en een politiemutatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam], senior verpleegkundige ACT-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij vooral met slaapproblemen kampte, waardoor hij in een negatieve spiraal terecht kwam. Sinds hij op medicatie is ingesteld - waaronder een anti- psychoticum - gaat het aanmerkelijk beter met hem en staat hij positiever in het leven. In de stukken zijn de gebeurtenissen in zijn woonomgeving groter gemaakt dan in werkelijkheid het geval was. Ook is er inmiddels helemaal geen sprake meer van middelengebruik. Hij is zich ervan bewust geraakt hoe belangrijk het is om voldoende te slapen. Betrokkene staat ambivalent ten opzichte van de verzochte machtiging verplichte zorg. Het is wel een stok achter de deur maar in het verleden heeft hij ook zonder medicatie goed kunnen functioneren.
3.2
De senior verpleegkundige ACT brengt naar voren dat ten aanzien van betrokkene sprake was van overlast gevend gedrag en (dreigende fysieke) agressie naar anderen, waardoor hij met de politie en justitie in aanraking kwam. Betrokkene is vervolgens op de HIC respectievelijk op [afdeling] behandeld, onder andere door middel van depot medicatie. Daardoor is hij rustiger geworden in zijn hoofd en wordt een geheel ander (positiever) persoon gezien. Wel wordt bij betrokkene nog een wisselend beeld waargenomen in het contact met de zorgverleners. Door al wat er in zijn woonomgeving is voorgevallen dreigt betrokkene zijn woning kwijt te raken. In dat verband is een woningruil aan de orde geweest, die echter niet is doorgegaan. Dit gegeven en de nog wisselende opstelling van betrokkene, maken dat zij een machtiging verplichte zorg zoals verzocht op dit moment noodzakelijk acht. De zorgmachtiging moet in dat verband nadrukkelijk worden gezien als extra vangnet om te voorkomen dat betrokkene opnieuw in psychotische toestand geraakt met alle gevolgen van dien en om ervoor te zorgen dat hij zijn woning zal kunnen behouden. De verpleegkundige ondersteunt daarom het onderhavige verzoek. Op de vraag van de advocaat of de noodzaak tot het controleren op de aanwezigheid van gedragbeïnvloedende middelen strikt genomen aanwezig is, nu de verzochte zorgvormen uitsluitend zien op ambulante zorg en niet op een opname, antwoordt zij dat deze zorgvorm alleen in geval van een opname aan de orde is.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat hij heeft kunnen vaststellen dat betrokkene zichtbaar aan de beterende hand is. Wel laat dit volgens hem onverlet dat op grond van het actuele toestandsbeeld van betrokkene, de inhoud van de stukken en de bespreking tijdens de mondelinge behandeling, aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een machtiging verplichte zorg ook op dit moment nog wordt voldaan. Hij stelt zich daarom op het standpunt dat het onderhavige verzoek kan worden toegewezen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een neurobiologische ontwikkelingsstoornis, een psychotische stoornis en een verslavingsstoornis.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Enerzijds laat betrokkene blijken in te zien dat hij ambulante zorg nodig heeft om stabiliteit te behouden, anderzijds geeft hij nog blijk van een wisselende opstelling ten aanzien van bedoelde zorg. Verplichte zorg - bij wijze van extra vangnet - is daarom nodig om ervoor te zorgen dat hij aan de medicatietoediening en de aanverwante ambulante zorg blijft meewerken.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Gebleken is dat voor andere in het verzoekschrift gevraagde vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat die andere vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 september 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Pulskens, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 20 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.