ECLI:NL:RBZWB:2023:7050

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413501 / FA RK 23/4125
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor een minderjarige met psychische en verslavingsstoornissen

Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie en betrof een minderjarige, geboren in 1996, die lijdt aan een psychische stoornis en een verslavingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die momenteel in een accommodatie verblijft, niet in staat is om vrijwillig de benodigde zorg te ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een psychiater en een senior verpleegkundige van het ACT-team.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het opnemen in een accommodatie bij psychotische ontregeling, toegewezen voor een periode van twaalf maanden. De rechtbank heeft echter andere verzoeken voor verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De zorgmachtiging is verleend tot en met 13 september 2024, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413501 / FA RK 23/4125
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 13 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verhoord in de [accommodatie], [adres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.W.M. van de Wouw te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 31 augustus 2023;
- de medische verklaring van 30 augustus 2023;
- een zorgplan van 9 augustus 2023;
- een zorgkaart van 11 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, via een telefonische verbinding;
- de advocaat van betrokkene;
- de heer [naam 1], psychiater;
- mevrouw [naam 2], senior verpleegkundige ACT-team.
Tevens was aanwezig, maar is niet gehoord:
- mevrouw [naam 3], trajectbegeleider ACT-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij fysiek niet aanwezig kan zijn wegens een knieblessure, maar dat het verder wel goed met hem gaat. Hij kampte met psychoses als gevolg van extreem middelengebruik. Inmiddels gebruikt hij geen harddrugs meer, wel blowt hij nog af en toe. Hij verwacht daarom dat hij stabiel zal blijven, ook in het geval dat hij geen medicatie meer gebruikt. Indien de rechtbank toch een machtiging verplichte zorg mocht verlenen hoopt hij dat dit voor een periode van maximaal een half jaar zal zijn.
3.2
De psychiater geeft aan dat er bij betrokkene onverminderd sprake is van een psychotische kwetsbaarheid. Betrokkene zegt dat hij nog steeds blowt en daardoor is het risico op een nieuwe psychotische ontregeling nog steeds aanwezig. De psychiater kan daarom achter het verzoek tot het verlenen van een machtiging verplichte zorg en de daarin vermelde zorgvormen staan. Daarbij speelt tevens een rol dat betrokkene in het afgelopen jaar zijn huisvesting is kwijtgeraakt, hij daardoor op de sociaal-maatschappelijke opvang is aangewezen en er tevens zorg/begeleiding nodig is om ervoor te zorgen dat hij zijn leven weer weet op te pakken. De psychiater geeft aan dat in zijn visie voor het toedienen van vocht en voeding geen noodzaak bestaat. Verder verwacht hij dat van de mogelijkheid tot opname uitsluitend kortdurend - te weten gedurende enkele weken - gebruik gemaakt zal hoeven worden in geval van psychotische ontregeling ter stabilisatie. Gezien de wisselende opstelling van betrokkene ten aanzien van de noodzakelijk geachte zorg, ziet hij op dit moment geen mogelijkheden voor behandeling in een vrijwillig kader.
3.3
De senior verpleegkundige van het ACT-team sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater naar voren is gebracht. Verder wijst zij erop dat betrokkene naast zijn huisvesting ook andere waardevolle zaken zoals contacten met zijn familie is kwijtgeraakt. Er dient daarom op dit moment zodanige zorg voorhanden te zijn, dat indien noodzakelijk er in het belang van betrokkene tijdig kan worden ingegrepen. Deze zorg dient in verplichte vorm te worden geboden, omdat betrokkene zich wisselend opstelt ten opzichte van de hulpverlening, wat de samenwerking kwetsbaar maakt.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat zij zich in het onderhavige verzoek kan vinden, voor zover dit ziet op het bieden in een verplicht kader van ambulante zorg die erop is gericht betrokkene te begeleiden en ondersteunen bij het vinden van passende andere huisvesting en bij het weer oppakken van zijn leven. Voor het overige is in haar visie niet gebleken van de strikte noodzaak van verplichte zorg, wat in de eerste plaats geldt voor de mogelijkheid tot opname en de daarmee verwante zorgvormen beperking van de bewegingsvrijheid en insluiten. Indien de rechtbank desondanks aanleiding mocht zien om deze zorgvormen toe te wijzen, verzoekt zij deze in duur tot enkele weken c.q. maanden te beperken. Verder ziet zij geen aanleiding voor het verplicht opleggen als zorgvorm van onderzoek aan kleding of lichaam en van onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, nu deze als zodanig van de interne huisregels van de zorginstelling deel uitmaken. Ten slotte verzoekt zij de rechtbank om de gehele duur van de zorgmachtiging, voor het geval die wordt verleend, te beperken tot een periode van maximaal zes maanden.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische stoornis en een verslavingsstoornis.
4.2
De stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft laten zien dat wanneer de zorg niet in een verplicht kader wordt geboden, hij deze mijdt waar het de medicatie toediening betreft en dat hij dan deels ook de ambulante zorg afhoudt. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie in geval van psychotische ontregeling gedurende de looptijd van de zorgmachtiging telkens voor een periode van maximaal twee maanden.
Gebleken is dat voor andere in het verzoekschrift gevraagde vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat die andere vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden. Daartoe wordt overwogen dat de situatie van betrokkene nog erg kwetsbaar is, ook omdat hij af en toe nog softdrugs gebruikt en hierin een reëel risico schuilt dat hij opnieuw harddrugs zal gaan gebruiken.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 september 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Pulskens, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 20 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.