ECLI:NL:RBZWB:2023:7051

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413193 / FA RK 23/3987
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1961, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn stoornis, wat leidt tot levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2023 zijn de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater en een casemanager gehoord. De psychiater heeft aangegeven dat de betrokkene goed meewerkt aan de huidige behandelafspraken, maar dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 13 maart 2024. De rechtbank heeft de verzoeken om andere vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Pulskens en is op 20 september 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413193 / FA RK 23/3987
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 13 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag 1] 1961 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. van Rooijen te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 augustus 2023;
- de medische verklaring van 10 augustus 2023 en de aanvulling wilsbekwaamheidsbeoordeling op medische verklaring;
- een zorgplan van 2 augustus 2023;
- een zorgkaart van 2 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 september 2023, op voormeld adres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1], psychiater;
- mevrouw [naam 2], casemanager FACT-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat het goed met hem gaat. Er wordt aan hem verplicht medicatie toegediend, hij neemt aan dat dit komt omdat hij nog steeds onder reclasseringstoezicht staat. Hij heeft begrepen dat de dosering van de medicatie zou zijn aangepast. Hij merkt echter niets van de medicatietoediening. Verder heeft hij geen last meer van psychoses.
3.2
De psychiater brengt naar voren dat betrokkene sinds oktober 2021 in behandeling is bij het forensisch FACT-team van Fivoor met medicatieverplichting ingevolge artikel 14 van het reclasseringstoezicht. Betrokkene wordt tweewekelijks gezien voor depotverstrekking en casemanagement. De behandelafspraken, waaronder die verband houdende met de toediening van depotmedicatie, worden door betrokkene goed nageleefd. Betrokkene ontvangt nu de hoeveelheid medicatie die minimaal nodig is om ervoor te zorgen dat de psychoses voldoende worden onderdrukt. Betrokkene werkt als heftruckchauffeur. Het is voor betrokkene van belang dat hij aan de toediening van depotmedicatie blijft meewerken. Indien betrokkene zijn medewerking daaraan beëindigt zal hij snel weer psychotisch ontregeld raken. De behandeling van betrokkene in de huidige vorm zal nog kunnen voortduren zo lang er daaraan een strafrechtelijke titel ten grondslag ligt. Die loopt echter af binnen afzienbare tijd, wat betekent dat dan ook naar een andere behandelplek voor betrokkene gezocht zal moeten worden. Hoewel betrokkene zich op dit moment niet actief verzet tegen de geboden zorg is het de verwachting dat, zodra het verplichte kader wegvalt, hij niet meer aan medicatietoediening en aan vervolgstappen in de behandeling zal meewerken. De psychiater staat daarom achter het onderhavige verzoek, waarbij de verplichte zorgvormen kunnen worden beperkt tot het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid in geval van opname, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten en het opnemen in een accommodatie.
3.3
De casemanager van het FACT-team sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater naar voren is gebracht.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat hem uit het voorbereidend gesprek met betrokkene is gebleken dat betrokkene geen moeite heeft met de huidige zorg in een verplicht kader en ook niet met het onderhavige verzoek tot het verlenen van een machtiging verplichte zorg. Het verzoek kan daarom wat hem betreft worden toegewezen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Door de psychiater is naar voren gebracht dat betrokkene de huidige behandelafspraken, waaronder die met betrekking tot medicatietoediening, goed naleeft. Er is echter sprake van een verplichting in het kader van het reclasseringstoezicht. Dit traject loopt binnenkort af. De verwachting is dat zodra het strafrechtelijk kader wegvalt betrokkene niet langer aan de (vervolg)behandeling zal meewerken. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is dat voor andere in het verzoekschrift gevraagde vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat die andere vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag 1] 1961 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Pulskens, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 20 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.