Op 18 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, M. Combee, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roosendaal, ter bescherming van [minderjarige01], die op dat moment bij [jeugdinstelling01] verbleef. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige01] sinds 10 september 2023 spoorloos is en niet is teruggekeerd van een verlofmoment bij haar ouders. Dit heeft geleid tot een OAT (Onttrekkings- en AanmeldingsTeam) dat is ingezet om haar te traceren.
De kinderrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de eerdere machtiging gesloten jeugdhulp die was verleend van 21 juni 2023 tot 21 september 2023. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01], die eerder met spoed uit huis is geplaatst vanwege problematisch gedrag, waaronder verbale agressie en drugsgebruik. De ouders hebben hun zorgen geuit over het gedrag van [minderjarige01] en hebben verzocht om hulp.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om een reguliere machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden niet kan worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs is dat de jeugdhulp noodzakelijk is. De verklaring van de gedragswetenschapper was niet voldoende om de problematiek van [minderjarige01] vast te stellen. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen, maar heeft aangegeven dat het college opnieuw een verzoek kan indienen indien [minderjarige01] wordt gevonden. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023.