Uitspraak
bodemprocedure)
provisioneel verzoek)
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2015 te [geboorteplaats] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2017 te [geboorteplaats] .
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda,
1.Het procesverloop
2.De feiten
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2017.
3.De verzoeken
4.De beoordeling
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund.
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar;
De resultaten zijn ook vastgelegd in een resultatenlijst. Deze lijst is aan deze beschikking gehecht (bijlage 1).
Gelet hierop verzoekt de rechtbank het loket om de volledige UHA rapportage uiterlijk
17 april 2024, of zoveel eerder als mogelijk is, in de hiervoor genoemde
bodemprocedurein te brengen. Op verzoek van het loket en/of de gemeente/toegang kan de rechtbank deze termijn verlengen. Dit verzoek moet gemotiveerd worden gedaan. Als de verlenging wordt toegestaan dan geeft de rechtbank een nieuwe pro forma datum door.
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest
5.De beslissing
2. [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2017;
voorlopiggerechtigd zijn tot
dinsdag 17 april 2024, of zoveel eerder als mogelijk is, in de
bodemprocedurebekend onder zaaknummer C/02/413233 / FA RK 23-4008 de rapportage over het verloop en het resultaat van het (jeugd)hulpverleningstraject ter griffie in te dienen;
dinsdag 17 april 2024 pro forma, in afwachting van bericht van de advocaten van partijen over het resultaat van het ingezette (jeugd)hulpverleningstraject zoals het verloop van de voorlopige zorg- en contactregeling en de manier waarop de zaak verder moet worden afgedaan;