Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke antwoord met een bijlage,
- de conclusie van repliek,
- de schriftelijke dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure vordert eiser, [eiser], dat gedaagde, [gedaagde], wordt veroordeeld tot betaling van openstaande facturen die voortvloeien uit een doorlopende overeenkomst. De overeenkomst is tot stand gekomen op 16 mei 2019, toen gedaagde akkoord ging met een advertentie op de website van eiser. Eiser heeft gedaagde jaarlijks een bedrag van € 139,15 in rekening gebracht voor het plaatsen van de advertentie. Gedaagde heeft de eerste twee facturen voldaan, maar de facturen van 1 juli 2021 en 1 juli 2022 zijn onbetaald gebleven. Eiser stelt dat de overeenkomst stilzwijgend is verlengd, omdat gedaagde deze niet tijdig heeft opgezegd. Gedaagde betwist dit en stelt dat zij de overeenkomst op 11 juli 2020 heeft opgezegd via e-mail. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet heeft aangetoond dat de opzegging heeft plaatsgevonden, omdat eiser de e-mail niet heeft ontvangen. Hierdoor blijft de overeenkomst van kracht en is gedaagde verplicht de openstaande facturen te betalen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van € 353,81, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.