ECLI:NL:RBZWB:2023:7108

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/398565 / FA RK 22-2628
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overeenstemming zorgregeling voor minderjarige na verzoek tot gezamenlijk gezag

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 oktober 2023 een nadere beschikking gegeven over de zorgregeling voor de minderjarige, geboren in 2013. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.A.H. Veldhof, had eerder een verzoek ingediend voor gezamenlijk gezag en het hoofdverblijf van de minderjarige bij de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ph. van Kampen. De rechtbank had in een eerdere beschikking van 16 november 2022 het verzoek van de man tot gezamenlijk gezag toegewezen en een voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de man en de minderjarige één weekend per 14 dagen contact mochten hebben.

Tijdens de procedure heeft mr. Van Kampen op 1 augustus 2023 aan de rechtbank gemeld dat de weekendregeling naar behoren was uitgevoerd en dat er overeenstemming was bereikt over de vakanties. De vrouw stemde in met het verzoek van de man om een zorgregeling vast te stellen, die ook de verdeling van de feestdagen en schoolvakanties omvatte. De man heeft op 25 augustus 2023 ingestemd met de voorstellen van de vrouw.

De rechtbank heeft, gezien de overeenstemming tussen partijen en het belang van de minderjarige, besloten het verzoek van de man tot vaststelling van de zorgregeling toe te wijzen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de regeling onmiddellijk kan ingaan, ongeacht een eventueel hoger beroep. De uitspraak is gedaan door rechter Slot, tevens kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. Van Ginneke.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/398565 / FA RK 22-2628
datum uitspraak: 5 oktober 2023
Nadere beschikking over de zorgregeling
in de zaak van
[de man],
hierna: de man,
wonende in [woonplaats],
advocaat: mr. D.A.H. Veldhof in Goes,
tegen
[de vrouw],
hierna: de vrouw,
wonende in [woonplaats],
advocaat: mr. Ph. van Kampen in Goes,
over de minderjarige:
-
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013, hierna: [minderjarige].
Op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna: de Raad, de rechtbank over het verzoek geadviseerd.

1.Het procesverloop

1.1
In het dossier zitten de volgende stukken:
- de beschikking van 16 november 2022 en de daarin genoemde stukken;
- het door mr. Van Kampen op 1 augustus 2023 ingediende F9-formulier met bijlage;
- het door mr. Veldhof op 25 augustus 2023 ingediende F9-formulier met bijlage.

2.De nadere beoordeling

2.1
Bij beschikking van 16 november 2022 heeft de rechtbank het verzoek van de man tot gezamenlijk gezag toegewezen, alsook het verzoek tot het bepalen van het hoofdverblijf van [minderjarige] bij de vrouw. Daarnaast is er een voorlopige zorgregeling bepaald, te weten
dat de man en de [minderjarige] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar één weekend per 14 dagen van vrijdag omstreeks 18:00 uur tot zondag 19:00 à 19:30 uur. De beslissing op de definitieve zorgregeling (inclusief de verdeling van de feestdagen en vakanties) is aangehouden.
2.2
Mr. Van Kampen heeft de rechtbank namens de vrouw op 1 augustus 2023 geïnformeerd dat de weekendregeling naar behoren is uitgevoerd en dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de vakanties. De vrouw kan daarom instemmen met toewijzing van het verzoek van de man tot bepalen van een zorgregeling uit hoofde waarvan [minderjarige] en de man contact hebben met elkaar één weekend per 14 dagen van vrijdag omstreeks 18:00 uur tot zondag 19:00 à 19:30 uur alsmede gedurende de helft van de algemeen erkende inclusief christelijke feestdagen en de helft van de schoolvakanties.
2.3
Namens de man is op 25 augustus 2023 ingestemd met hetgeen mr. Van Kampen in zijn schrijven van 1 augustus 2023 heeft geschreven. Hoewel de hulpverlening geen resultaat heeft opgeleverd, is de communicatie sinds de vorige zitting verbeterd. Ook de man verzoekt de rechtbank bij eindbeschikking de definitieve zorgregeling vast te stellen conform hetgeen mr. Van Kampen heeft opgenomen en conform het ingediende verzoek.
2.4
Gelet op de overeenstemming van partijen en nu niet is gebleken dat de belangen van [minderjarige] zich verzetten tegen een toewijzing van het verzoek van de man tot vaststelling van een zorgregeling zoals opgenomen in het verzoek, zal de rechtbank het verzoek dienovereenkomstig toewijzen.
2.5
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren omdat het in het belang van [minderjarige] is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1
bepaalt dat de man en de [minderjarige] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar één weekend per 14 dagen van vrijdag omstreeks 18:00 uur tot zondag 19:00 à 19:30 uur alsmede gedurende de helft van de algemeen erkende inclusief christelijke feestdagen en de helft van de schoolvakanties;
3.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door Slot, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2023 in aanwezigheid van mr. Van Ginneke, griffier.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.