Op 12 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de vervolg spoeduithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI) om de kinderen uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter had eerder op 29 september 2023 een spoedmachtiging verleend voor de uithuisplaatsing van de kinderen, die op dat moment in een pleeggezin verbleven. De ouders, de moeder en de vader, hebben beide bezwaar gemaakt tegen de uithuisplaatsing en hebben hun standpunten toegelicht tijdens de mondelinge behandeling op 9 oktober 2023. De moeder betwist de zorgen van de GI en stelt dat zij de kinderen weer thuis kan plaatsen met ondersteuning. De vader vraagt om de kinderen bij hem te plaatsen, maar de kinderrechter oordeelt dat er te veel onzekerheden zijn over de zorgcapaciteiten van beide ouders. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 13 december 2024, met een tussentijds toetsingsmoment. De GI moet uiterlijk op 4 december 2023 verslag uitbrengen over de situatie van de kinderen en de mogelijkheden van de ouders voor verzorging en opvoeding.