ECLI:NL:RBZWB:2023:7115

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 september 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/409337 / JE RK 23-787
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Sumner
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking van de kinderrechter over schriftelijke aanwijzing in een familiezaken met betrekking tot minderjarigen

Op 22 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende een schriftelijke aanwijzing. De zaak betreft de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. E. van Nuenen-Meulensteen, en de vader, bijgestaan door mr. C.A.M.J. de Wit. De minderjarigen in deze zaak zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld voor advies in deze procedure.

De procedure begon met een verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) die op 30 september 2022 was afgegeven. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 september 2023 heeft de GI deze schriftelijke aanwijzing ingetrokken. Hierdoor heeft de advocaat van de moeder het verzoek tot vervallenverklaring ingetrokken, wat betekende dat de kinderrechter niet meer aan de beoordeling van het verzoek toekwam.

De kinderrechter heeft uiteindelijk het verzoek van de moeder afgewezen, met de mededeling dat tegen deze beschikking geen hoger beroep openstaat. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Sumner, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier Baremans.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/409337 / JE RK 23-787
Datum uitspraak: 22 september 2023
Beschikking van de kinderrechter over een schriftelijke aanwijzing
in de zaak van
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats],
bijgestaan door mr. E. van Nuenen-Meulensteen te Breda,
betreffende de minderjarigen
[minderjarige 1],geboren op [geboortedag 1] 2009 te [geboorteplaats],
[minderjarige 2],geboren op [geboortedag 2] 2013 te [geboorteplaats].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats],
bijgestaan door mr. C.A.M.J. de Wit te Veghel,
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
locatie Tilburg,
gecertificeerde instelling, hierna te noemen de GI.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
-
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda,
hierna te noemen: de Raad, om de kinderrechter over het verzoek te adviseren.

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing van de moeder van 21 april 2023, ingekomen bij de griffie op 25 april 2023;
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 15 februari 2023;
- de schriftelijke aanwijzing van de GI aan de moeder van 17 april 2023;
- het op 23 mei 2023 van de GI ontvangen verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek, met bijlagen.
1.2
Op 22 september 2023 heeft de kinderrechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld gelijktijdig met de zaak betreffende een bodemgeschil tussen de ouders met het kenmerk C/02/381702 / FA RK 21-389. In die zaak zal separaat worden beslist.
1.3
Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI.

2.De feiten

2.1
Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt uitgevoerd door de ouders.
2.2
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de moeder.
2.3
Bij beschikking van de kinderrechter van 15 februari 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd met ingang van 18 maart 2023 tot 18 maart 2024.
2.4
De GI heeft aan de moeder een aankondiging schriftelijke aanwijzing verstuurd, gedateerd 4 april 2023, luidende als volgt:
“U verleent uw medewerking aan de uitvoering van de beschikking van de rechtbank Zeeland West-Brabant van 24 februari 2023 (zaaknummer C/02/381 702 FA RK 21-389). In deze beschikking is de volgende voorlopige zorgregeling vastgelegd tussen vader en de kinderen:
- Om het weekend van vrijdag uit school tot zondag 20.00 uur met overnachtingen;
- In de andere week de eerste drie maanden op donderdag na school tot 20.00 uur en na die drie maanden op donderdag na school tot vrijdagochtend naar school; welke regeling doorloopt in de vakanties en waarbij de minderjarigen onder begeleiding van hun vertrouwenspersoon of zelfstandig tussen partijen zullen wisselen.
Wanneer de kinderen ziek zijn kan er alsnog voldaan worden aan de zorgregeling. De kinderen gaan naar de betreffende ouder die op basis van de zorgregeling op dat moment contact met de kinderen heeft. U wijst de kinderen tevens op het uitvoeren van de zorgregeling, ook wanneer de kinderen aangeven niet naar vader te willen. U stelt de kinderen gerust door te zeggen dat ze het bij beide ouders fijn mogen hebben.”
2.5
De GI heeft aan de moeder een schriftelijke aanwijzing gestuurd, gedateerd 17 april 2023 zoals inhoudelijk hiervóór weergegeven.

3.Het verzoek

3.1
De moeder verzoekt de schriftelijke aanwijzing van de GI van 30 september 2022 geheel vervallen te verklaren.
3.2
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI de schriftelijke aanwijzing ingetrokken. Op basis hiervan heeft de advocaat van de moeder het verzoek tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing ingetrokken. Nu de advocaat van de moeder het verzoek heeft ingetrokken, komt de kinderrechter niet meer toe aan de beoordeling daarvan. De kinderrechter zal daarom het verzoek van de moeder ertoe strekkende de schriftelijke aanwijzing van de GI van 30 september 2022 vervallen te verklaren afwijzen.

4.De beslissing

De kinderrechter wijst het verzoek van de moeder af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Sumner, kinderrechter, in tegenwoordigheid van Baremans, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2023.
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.