Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 20 september 2023;
- het e-mailbericht van de moeder van 5 oktober 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 9 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming Brabant als gecertificeerde instelling (GI) die verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een pleegzorgvoorziening voor de duur van de ondertoezichtstelling. De moeder van de minderjarige heeft het ouderlijk gezag, terwijl het gezag van de vader recentelijk is beëindigd. De minderjarige verblijft momenteel bij zijn oma, waar hij aangeeft dat het goed gaat. De kinderrechter heeft de vader als belanghebbende aangemerkt, ondanks dat hij niet meer met het gezag is belast, en heeft de situatie van de minderjarige en de rol van de vader in zijn leven in overweging genomen. De kinderrechter oordeelt dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, en dat het verblijf bij de oma voorlopig de beste optie is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.