In deze zaak, die op 10 oktober 2023 door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die een geregistreerd partnerschap hebben. De man vordert nakoming van een zorgregeling voor hun minderjarige kind, die bij de vrouw verblijft. De vrouw heeft eerder een verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap ingediend en heeft zorgen over de mentale toestand van de man, wat haar weerhouden heeft om de zorgregeling na te leven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vordering van de man, aangezien er sinds 19 juli 2023 geen contact meer is geweest tussen de man en het kind. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de man toegewezen, waarbij de vrouw is veroordeeld tot nakoming van de zorgregeling zoals vastgesteld in een eerdere beschikking van 28 juni 2023. De vrouw moet zorgdragen voor het ophalen van het kind aan het einde van de omgangscontacten, terwijl de man verantwoordelijk is voor het ophalen aan het begin. De voorzieningenrechter heeft geen dwangsom opgelegd, omdat de vrouw heeft aangegeven het vonnis te zullen nakomen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familierechtelijke procedures.