ECLI:NL:RBZWB:2023:7201
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar inzake handhaving permanente bewoning in recreatiewoning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 oktober 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar beoordeeld. Eiseres had op 20 december 2021 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders om handhavend op te treden tegen de permanente bewoning van een recreatiewoning en het bouwen zonder omgevingsvergunning. Het college heeft echter op 2 juni 2022 het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij volgens het college niet als belanghebbende kan worden aangemerkt.
De rechtbank behandelt het beroep op 19 september 2023, waarbij eiseres niet verschijnt. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen belanghebbende is, omdat zij geen eigenaar of bewoner is van de betrokken recreatiewoning en ook niet in de directe nabijheid woont. De rechtbank verwijst naar de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over belanghebbendheid. Eiseres had ook de mogelijkheid om een beroepschrift in te dienen tegen het niet tijdig nemen van een besluit, maar heeft dit nagelaten.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep ongegrond is. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak wordt openbaar gemaakt en partijen ontvangen een afschrift van de uitspraak. Eiseres wordt geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.