ECLI:NL:RBZWB:2023:7246

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
18 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/398894 / FA RK 22-2787
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Benjaddi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contactherstel en bevindingen bijzondere curator in zorgregeling voor minderjarige

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2023, betreft het een rekestprocedure over de zorgregeling voor een minderjarige, geboren in 2008. De rechtbank had eerder op 24 april 2023 een bijzondere curator benoemd om de mogelijkheden voor contactherstel tussen de minderjarige en haar vader te onderzoeken. De bijzondere curator heeft gesprekken gevoerd met zowel de minderjarige als de ouders en concludeert dat de minderjarige niet openstaat voor contactherstel. De rechtbank heeft de bevindingen van de bijzondere curator in overweging genomen en respecteert de wens van de minderjarige om geen contact met haar vader te hebben. De rechtbank oordeelt dat het niet wenselijk is om contact af te dwingen, aangezien dit averechts kan werken. De vader respecteert de wens van de minderjarige en berust in de situatie. De rechtbank besluit dat de minderjarige en de vader gerechtigd zijn tot contact op momenten dat zij daar behoefte aan hebben, maar legt geen zorgregeling op. De bijzondere curator wordt ontslagen uit haar functie en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/398894 / FA RK 22-2787
datum uitspraak: 11 oktober 2023
nadere beschikking over de zorgregeling
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.C.H.M. van Beurden,
en
[de man],
wonende te [woonplaats 2] , [gemeente] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. K. van Doorn.
1. Het verdere procesverloop
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van 24 april 2023 met alle daarin vermelde stukken;
- het op 9 juni 2023 ontvangen verslag van de bijzondere curator;
- het F9-formulier van mr. Van Beurden van 18 juli 2023;
- het F9-formulier van mr. Van Doorn van 20 juli 2023;
- de brief van de Raad voor de Kinderbescherming, locatie Breda, van 4 augustus 2023;
- het F9-formulier van mr. Van Beurden van 29 augustus 2023;
- het F9-formulier van mr. Van Doorn van 11 september 2023.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In de beschikking van 24 april 2023 heeft de rechtbank onder andere een bijzondere curator benoemt over de [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008. De rechtbank achtte het in het belang van [minderjarige] dat de bijzondere curator meer specifiek inzicht zou proberen te krijgen:
- of er mogelijkheden zijn voor contactherstel tussen [minderjarige] en haar vader?
- en indien deze mogelijkheden er zijn, welke zijn dat dan, wat is daarvoor nodig en kunnen/willen de ouders en [minderjarige] dit organiseren? Zou de bijzondere curator [minderjarige] kunnen ondersteunen in het hervatten van het contact?
- indien de mogelijkheden er niet zijn, wat is er dan nodig voor [minderjarige] ?
- zijn er nog andere dingen die van belang zijn om aan de rechtbank te melden.
In afwachting van het verslag van de bijzondere curator heeft de rechtbank iedere verdere beslissing ten aanzien van [minderjarige] aangehouden.
2.2.
Op 9 juni 2023 heeft de rechtbank het verslag van de bijzondere curator ontvangen. Uit het verslag volgt dat de bijzondere curator een gesprek heeft gehad met [minderjarige] en een gesprek heeft gehad met beide ouders afzonderlijk. De bijzondere curator stelt voorop dat het voor een goede emotionele ontwikkeling van een kind essentieel is dat er contact is met beide ouders. Echter, [minderjarige] staat niet open voor contactherstel. De bijzondere curator geeft aan dat [minderjarige] hierover erg duidelijk was. [minderjarige] is ervan overtuigd dat meer contact, hulpverlening of gedwongen contact resulteert in meer teleurstellingen en dat gevoel wil zij niet meer hebben. Uit de gesprekken met ouders en met [minderjarige] is gebleken dat er tussen vader en [minderjarige] nooit een hechte band is opgebouwd. Om contactherstel te laten slagen is dan ook een intensief en langdurig traject nodig. [minderjarige] is daarvoor niet gemotiveerd, waardoor de kans van slagen minimaal is. Hierbij speelt ook dat de vader in de afgelopen jaren ook geen zeer actieve houding heeft aangenomen. Vanuit vader komt weinig initiatief. Ook het verbreken van de band tussen vader en [naam] werkt niet stimulerend voor [minderjarige] om zelf wel actief aan de slag te gaan. Verder geeft de bijzondere curator aan dat de vader bereid is zich neer te leggen bij de wens van [minderjarige] . De bijzondere curator vindt dit bewonderenswaardig. Indien de vader bereid is [minderjarige] de ruimte te geven, kan dit tot gevolg hebben dat er meer rust ontstaat en er richting de toekomst een opening wordt gecreëerd voor contactherstel. De bijzondere curator geeft aan dat het in het belang van [minderjarige] is dat er geen nieuw hulpverleningstraject wordt opgestart dan wel geen zorgregeling wordt vastgelegd. De bijzondere curator is van mening dat de wens van [minderjarige] moet worden gerespecteerd. De bijzondere curator spreekt de hoop uit dat bij [minderjarige] op enig moment de ruimte ontstaat om weer contact op te nemen met vader.
2.3.
Beide partijen hebben gereageerd op het verslag van de bijzondere curator. De vrouw kan zich vinden in de bevindingen van de bijzondere curator. De man geeft aan zich niet in het verslag te kunnen vinden, maar kiest ervoor om in de situatie te berusten.
2.4.
Op 4 augustus 2023 heeft de rechtbank de reactie van de Raad ontvangen op het verslag van de bijzondere curator. De Raad is met de bijzondere curator van mening dat het opleggen van een zorgregeling niet in het belang van [minderjarige] is. Ook de Raad deelt de hoop en verwachting dat de ruimte die hierdoor kan ontstaan bij [minderjarige] , een opening biedt om op een zeker moment weer in contact te treden met haar vader. De Raad merkt op dat het belangrijk is dat de vader geïnformeerd blijft worden over zowel [minderjarige] als [naam] en vice versa. Naar de mening van de Raad is het voor alle partijen belangrijk dat er nu rust komt.
2.5.
Als reactie op de brief van de Raad heeft de vrouw aangegeven zich te kunnen vinden in de inhoud van de brief. De vrouw en [minderjarige] willen rust. De man heeft aangegeven zich niet te kunnen vinden in de inhoud van de brief, maar geeft nogmaals aan ervoor te kiezen in de situatie te berusten.
2.6.
De rechtbank overweegt als volgt. Zoals in de beschikking van 24 april 2023 is overwogen heeft de rechtbank als taak om al het mogelijke onderzoek te doen naar de mogelijkheden om contactherstel tussen de man en [minderjarige] te bewerkstelligen. Dit is voor de rechtbank aanleiding geweest om een bijzondere curator voor [minderjarige] te benoemen.
Door middel van het verslag van de bijzondere curator zijn de wensen van [minderjarige] en wat goed voor haar is verder verduidelijkt voor de rechtbank. De rechtbank volgt de bijzondere curator in haar standpunt dat het voor een goede emotionele ontwikkeling van een kind essentieel is dat er contact is met beide ouders. Echter, uit het verslag is duidelijk naar voren gekomen dat bij [minderjarige] op dit moment geen ruimte bestaat om het contact met haar vader te herstellen. [minderjarige] blijft vasthoudend in haar wens om op dit moment geen contact met haar vader te hebben. De rechtbank acht het niet wenselijk om het contact tussen [minderjarige] en haar vader af te dwingen. Dit zal naar verwachting enkel averechts werken. De rechtbank stelt vast dat de man de wens van [minderjarige] respecteert, aangezien hij berust in de situatie. Evenals de bijzondere curator vindt de rechtbank dit bewonderenswaardig. In haar beoordeling betrekt de rechtbank ook de leeftijd van [minderjarige] , de door haar gevolgde individuele EMDR-therapie en het feit dat de inzet van verschillende hulpverleningstrajecten niet hebben mogen baten. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de wens van [minderjarige] respecteren en geen zorgregeling tussen haar en haar vader vaststellen. De rechtbank ziet wel aanleiding om te bepalen dat de man en [minderjarige] gerechtigd zijn tot contact met elkaar op de momenten dat [minderjarige] dan wel de man daaraan behoefte hebben. Op deze manier laat de rechtbank de keuze tot eventueel contactherstel met haar vader bij [minderjarige] op een moment dat zij daar aan toe is. Voor nu hoopt de rechtbank dat voor alle partijen rust ontstaat en dat er in de toekomst bij [minderjarige] de ruimte komt om te komen tot een vorm van contact met haar vader.
2.7.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
wijzigt de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 18 december 2019 en het daaraan gehechte ouderschapsplan in zoverre als volgt:
bepaalt, uitvoerbaar bij voorraad, dat de man en de [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008, in het kader van de zorgregeling gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar op de momenten dat [minderjarige] dan wel de man daaraan behoefte hebben;
ontslaat de bijzondere curator, mr. E.G.M. van Nuenen-Meulesteen, uit haar benoeming wegens beëindiging van haar werkzaamheden;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. Benjaddi, en, in tegenwoordigheid van
mr. Hurkmans, griffier, in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.