ECLI:NL:RBZWB:2023:7313

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413648 / FA RK 23/4198
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor een betrokkene met psychische stoornissen

Op 29 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1979. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 29 september 2023 heeft de betrokkene aangegeven dat zij geen nieuwe zorgmachtiging wil, maar zich daar ook niet tegen verzet. Haar advocaat heeft de stabiliteit van haar toestand benadrukt, maar ook de noodzaak van verplichte zorg onderstreept. De verpleegkundig specialist heeft de kwetsbaarheid van de betrokkene toegelicht en de noodzaak van verschillende zorgvormen, waaronder medicatietoediening en toezicht.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de beschikking en tot en met 29 september 2024. De rechtbank heeft de verzochte zorgvormen beoordeeld en goedgekeurd, met uitzondering van de zorgvorm voor andere medische handelingen, die werd afgewezen omdat de betrokkene zich daar niet tegen verzet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413648 / FA RK 23/4198
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 29 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 8 september 2023, ingekomen ter griffie op 8 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 5 september 2023;
- het zorgplan van 28 augustus 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 28 augustus 2023;
- de medische verklaring van 24 augustus 2023;
- het ongedateerde maatschappelijke plan;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 september 2023, in de accommodatie van het FACT-team te Middelburg.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [deskundige] , verpleegkundig specialist.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken aan kleding of lichaam;
- het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij geen nieuwe zorgmachtiging wil, maar zich daar ook niet tegen verzet. Betrokkene vertelt dat het goed met haar gaat. Zij is al bijna een half jaar niet meer in Stichting Emergis opgenomen en verblijft sindsdien in een beschermde woonomgeving (hierna: BW). Hoewel betrokkene hier voorlopig wil blijven wonen, wil zij daar niet toe verplicht worden; zij wil uit de BW weg kunnen gaan wanneer zij dat wil. Tot slot geeft betrokkene desgevraagd aan dat zij niet opnieuw in Stichting Emergis opgenomen wil worden.
3.2
De advocaat heeft allereerst aangegeven dat er geen discussie (meer) bestaat over de psychische stoornis van betrokkene. Op dit moment is het toestandsbeeld van betrokkene stabiel. Zij verblijft inmiddels al een half jaar in de BW. De advocaat legt uit dat de familie van betrokkene sinds de verhuizing naar de BW iets meer op afstand staat, wat een positief effect op betrokkene heeft. Het is volgens de advocaat daarom niet voorzienbaar dat betrokkene op korte termijn zal decompenseren. De zorgmodaliteiten die zien op een verplichte opname kunnen derhalve niet worden toegewezen. Daarbij benoemt de advocaat dat er altijd nog de mogelijkheden zijn om de zorgmachtiging te wijzigen of een crisismaatregel op te leggen. Verder dient het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen niet verplicht te worden opgelegd, omdat betrokkene openstaat voor de psycho-educatieve gesprekken. Hoewel betrokkene ook meewerkt aan het contact met het FACT-team, begrijpt de advocaat het als het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten wel wordt toegewezen in de zorgmachtiging, onder meer omdat deze zorgvorm ook ziet op het verblijf van betrokkene in de BW. Hoewel betrokkene het voor nu fijn vindt om in de BW te wonen, wil zij het liefst ergens vrijwillig wonen. Tot slot kunnen ook de zorgvormen het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles in de zorgmachtiging worden opgenomen.
3.3
De verpleegkundig specialist heeft aangegeven dat betrokkene is belast met een psychische stoornis, waardoor betrokkene vooralsnog psychisch kwetsbaar blijft. Zo kan betrokkene heel ernstig ontregelen wanneer zij uit balans raakt. Zij heeft dan last van stemmen die haar aanzetten tot zelfbeschadiging en zelfmoord. De specialist benoemt dat betrokkene nu een half jaar niet in Stichting Emergis opgenomen is geweest, wat positief is. Dit is echter een relatief korte periode en de situatie van betrokkene is nog fragiel. Om die reden zijn er veel zorgvormen verzocht. Daarbij licht de specialist toe dat allereerst de zorgvormen het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles nodig zijn, evenals het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, voor de psycho-educatieve gesprekken met het FACT-team. Het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten is voorts nodig voor het onderhouden van contact met het FACT-team en het voorafgaand melden van vakanties, omdat betrokkene daarna vaak in ontregelde toestand terugkomt en opgenomen moet worden. Daarnaast zijn ingeval van psychotische ontreddering het opnemen in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid nodig, alsook de zorgvormen het uitoefenen van toezicht voor cameratoezicht, het onderzoeken aan kleding en lichaam en het onderzoeken van woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen. De specialist legt uit dat betrokkene in een ontregelde toestand onder invloed van stemmen veel insuline kan inspuiten, hetgeen gelet op haar diabetes zeer gevaarlijk is. Daarop moet kunnen worden gecontroleerd. Ook de zorgvorm het insluiten kan nodig zijn als betrokkene zodanig ontregelt dat het gevaar niet meer op de afdeling kan worden afgewend. Dit is in het verleden noodzakelijk geweest. De specialist benadrukt tot slot dat een zorgmachtiging betrokkene de benodigde duidelijke kaders en structuur biedt en ervoor zorgt dat er snel kan worden ingegrepen. Ingeval er ten tijde van een decompensatie eerst nog extra zorgvormen moeten worden verzocht of een crisismaatregel moet worden opgelegd, kan de psychotische ontreddering van betrokkene door een dergelijke procedure worden versterkt.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van 17 oktober 2022 is ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend, tot en met 17 oktober 2023.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is al langere tijd bekend met de diagnose, hetgeen door of namens betrokkene niet wordt betwist.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat er ingeval van decompensatie sprake is van zeer ernstig nadeel. Betrokkene heeft dan onder invloed van de paranoïde psychotische stoornis last van wanen en stemmen. Als gevolg daarvan heeft betrokkene in het verleden meerdere suïcidepogingen verricht en is zij bekend met zelfbeschadigend en agressief gedrag. Ook krijgt betrokkene via stemmen opdrachten om anderen van het leven te beroven. In dat kader heeft betrokkene eerder een TBS-traject opgelegd gekregen.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens een psychotische decompensatie is er sprake van (heftig) verzet ten aanzien van de noodzakelijk geachte behandeling en medicatie. Ook in een stabiele toestand is er sprake van onderliggend verzet. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene geen zorgmachtiging wil en niet beschikt over ziektebesef en -inzicht. Gelet op het (recente) verleden zijn er naar het oordeel van de rechtbank thans geen mogelijkheden voor een behandeling op vrijwillige basis. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid,
ingeval van opname;
- insluiten,
ingeval van opname;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene,
ingeval van opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam,
ingeval van opname;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen,
ingeval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
voor het onderhouden van contact met het FACT-team en het uiterlijk twee weken voorafgaand melden van vakanties;
- opnemen in een accommodatie,
als laatste redmiddel ingeval van psychotische ontreddering, voor zolang als nodig.
De rechtbank gaat ervan uit dat de zorgverleners telkens voor de minst ingrijpende vorm van verplichte zorg zullen kiezen en de toegewezen zorgmodaliteiten niet langer dan noodzakelijk zullen aanwenden, nu uitgangspunt en voorwaarde in de Wvggz voor de toepassing van verplichte zorg is dat verplichte zorg altijd zo beperkt mogelijk moet worden toegepast.
De overige verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, wordt afgewezen, aangezien deze zorgvorm wordt ingezet voor het voeren van psycho-educatieve gesprekken met het FACT-team en het de rechtbank is gebleken dat betrokkene zich daar niet tegen verzet. Deze vorm van verplichte zorg behoeft daarom niet verplicht te worden opgelegd om het ernstig nadeel af te wenden.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 29 september 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
29 september 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 13 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.