Op 29 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1979. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 september 2023 heeft de betrokkene aangegeven dat zij geen nieuwe zorgmachtiging wil, maar zich daar ook niet tegen verzet. Haar advocaat heeft de stabiliteit van haar toestand benadrukt, maar ook de noodzaak van verplichte zorg onderstreept. De verpleegkundig specialist heeft de kwetsbaarheid van de betrokkene toegelicht en de noodzaak van verschillende zorgvormen, waaronder medicatietoediening en toezicht.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de beschikking en tot en met 29 september 2024. De rechtbank heeft de verzochte zorgvormen beoordeeld en goedgekeurd, met uitzondering van de zorgvorm voor andere medische handelingen, die werd afgewezen omdat de betrokkene zich daar niet tegen verzet.