ECLI:NL:RBZWB:2023:7315

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414260 / FA RK 23/4503
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1975. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 26 september 2023 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de betrokkene, zijn advocaat, ouders en deskundigen aanwezig. De betrokkene verzet zich tegen de voortzetting van de maatregel en stelt dat hij geen suïcidale gedachten meer heeft en geen hulp nodig heeft. De advocaat pleit voor afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen acuut gevaar is.

De psychiater en verpleegkundige hebben echter aangegeven dat er ernstige zorgen zijn over de mentale toestand van de betrokkene, die mogelijk lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank concludeert dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, en dat de betrokkene een risico vormt voor zichzelf. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 20 oktober 2023, en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van Eck en schriftelijk uitgewerkt op 13 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/414260 / FA RK 23/4503
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 29 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
thans verblijvende in de accommodatie [stichting] te [plaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 27 september 2023, ingekomen ter griffie op 27 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 26 september 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport van 27 september 2023;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Vlissingen tot het nemen van de crisismaatregel van 26 september 2023;
- de medische verklaring van 26 september 2023;
- het episodejournaal van 26 september 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [ouder 1] en de heer [ouder 2], ouders van betrokkene;
- de heer [deskundige 1], psychiater;
- [deskundige 2], verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het verzoek moet worden afgewezen. Betrokkene legt uit dat hij op dit moment geen last meer heeft van suïcidale gedachten. Sinds de laatste suïcidepoging van anderhalve week geleden heeft hij bovendien geen last meer van tics. Mochten deze terugkomen, dan zal betrokkene geen nieuwe poging ondernemen, want dan geeft hij toe aan de opdracht van de AIVD om zichzelf iets aan te doen en dat wil hij niet. Volgens betrokkene had hij dit inzicht anderhalve week geleden nog niet. Verder benoemt betrokkene dat hij in het verleden meermaals opgenomen is geweest en een opname nooit zal weigeren als hij zich niet goed voelt, maar daar is nu geen sprake van. Volgens betrokkene heeft hij nu geen hulp nodig. Zes weken geleden was de situatie anders, maar dat heeft hij toen eigenhandig opgelost. Ook benoemt betrokkene dat de afsluiting van gas, water en licht geen reden is om hem gedwongen op te nemen. Hij wil dan ook niet langer in [stichting] opgenomen blijven. Tot slot geeft betrokkene aan dat hij zijn medicatie, inclusief de antipsychotische medicatie, inneemt en zal blijven innemen, net zoals hij dat thuis altijd al deed. Hij staat er ook voor open om daar verdere afspraken over te maken.
3.2
De advocaat heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Er is op dit moment geen sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, aangezien er thans geen acuut risico op suïcide is. De advocaat licht toe dat betrokkene anderhalve week geleden een suïcidepoging heeft gedaan en toen hulp had moeten krijgen. Nu is er volgens betrokkene niets met hem aan de hand. Hij heeft al enige tijd geen last meer van tics of stemmen in zijn hoofd. Ook is hij zich ervan bewust dat de belevingen die hij had, niet overeen kwamen met de realiteit. Daarnaast kan de afsluiting van gas, water en licht niet worden gekoppeld aan de vermoedelijke psychische stoornis van betrokkene. De noodzaak van een gedwongen opname blijkt bovendien niet uit de stukken. De advocaat benoemt verder dat betrokkene sinds zijn opname in [stichting] nog steeds dezelfde medicatie inneemt als hij thuis altijd al deed. Betrokkene wil graag terug naar huis en daar de benodigde hulpverlening accepteren. Hij is bereid om nader met de hulpverlening in gesprek te gaan.
3.3
De psychiater heeft aangegeven dat er bij betrokkene zeer vermoedelijk sprake is van akoestische hallucinaties in het kader van wanen of een psychose. Als gevolg daarvan heeft betrokkene last van bepaalde belevingen en stemmen die hem opdrachten geven. Betrokkene is van mening dat dit wordt veroorzaakt door zijn autisme en hoogbegaafdheid. De psychiater licht toe dat betrokkene tics hoort, waarbij hij door de AIVD wordt verzocht om zichzelf iets aan te doen omdat de AIVD dat anders zal doen. Volgens de ouders van betrokkene speelt deze situatie al een half jaar en wordt deze steeds erger. De psychiater legt uit dat betrokkene onder invloed van deze tics de afgelopen zes weken tweemaal een suïcidepoging heeft verricht. Bij de laatste poging van anderhalve week geleden heeft betrokkene aangegeven dat hij de poging niet wilde doorzetten, omdat hij dan zou meewerken aan het verzoek van de AIVD. De psychiater benadrukt dat er op dit moment nog sprake is van acuut gevaar vanwege de kans op een nieuwe poging, zeker nu betrokkene mogelijk nog last heeft van stemmen in zijn hoofd. Verder heeft betrokkene aanpassingen aangebracht in zijn meterkast, waardoor zijn gas, water en licht nu zijn afgesloten. Dit is een gevaarlijke situatie. Ook is er een opmerkelijk pakketje met mogelijk drugs in zijn brievenbus gevonden. Betrokkene zegt geen drugs te gebruiken en heeft aangegeven dat hij met amfetamines rustiger blijft. Volgens de psychiater kan het gebruik van amfetamines het genoemde ernstig nadeel juist versterken. De psychiater benoemt voorts dat betrokkene een medicamenteuze behandeling behoeft. Dit gaat om andere medicatie dan de medicatie die betrokkene reeds inneemt. Naast het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles zijn de zorgvormen het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten noodzakelijk. Deze laatste zorgvorm is van belang voor de ambulante hulpverlening. De psychiater legt uit dat betrokkene, indien mogelijk, zo snel mogelijk weer naar huis gaat om daar verder behandeld te worden. Tot slot benoemt de psychiater dat hij twijfelt of de bereidheid van betrokkene ten aanzien van de zorg duurzaam en voldoende bestendig is. Het is onduidelijk of betrokkene langdurig zijn medewerking aan de benodigde medicatie zal verlenen. Betrokkene beschikt bovendien niet over ziektebesef en -inzicht.
3.4
In aanvulling op de psychiater heeft de verpleegkundige aangegeven dat de woning van betrokkene op dit moment niet bewoonbaar is nu deze is afgesloten van gas, water en licht.
3.5
De ouders hebben aangegeven dat zij erg bezorgd zijn om betrokkene. Enkele dagen geleden heeft betrokkene de ouders verteld dat hij weer stemmen hoorde.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Vlissingen van 26 september 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie [stichting] te [plaats], op de afdeling High Intensive Care (HIC).
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is vermoedelijk belast met een psychotische stoornis.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft onder invloed van de vermoedelijke stoornis last van wanen en stemmen die hem de opdracht geven om zichzelf te doden. Daar heeft betrokkene uitvoering aan gegeven door de afgelopen weken tweemaal suïcide proberen te plegen. Aangezien thans onduidelijk is of betrokkene nog stemmen in zijn hoofd hoort, bestaat er naar het oordeel van de rechtbank nog steeds een groot risico op een nieuwe suïcidepoging en dus op onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in levensgevaar. Daarnaast is er in de woning van betrokkene een gevaarlijke situatie ontstaan waarna afsluiting van gas, water en licht heeft plaats gevonden.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
voor het toelaten van en het nakomen van afspraken met het FACT-team;
- het opnemen in een accommodatie.
De vorm van verplichte zorg te weten het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen is niet door de officier van justitie verzocht. Op grond van artikel 6:4 lid 2 Wvggz kan de rechter, in afwijking van het verzoekschrift, besluiten tot het opnemen van andere vormen van verplichte zorg, zoals bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz. Op grond van hetgeen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is toegelicht, is de rechtbank van oordeel dat, in afwijking van het verzoekschrift, deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat de psychiater heeft aangegeven dat deze zorgvorm nodig is om de benodigde behandeling van betrokkene na ontslag uit [stichting] in de thuissituatie voort te kunnen zetten, hetgeen indien mogelijk op korte termijn zal plaatsvinden. De rechtbank wijst daarom deze aanvullende vorm van verplichte zorg toe. Nu deze vorm van verplichte zorg niet is opgenomen in het zorgplan, dient het zorgplan dienovereenkomstig te worden aangepast.
Van de in het verzoek gevraagde overige vormen van verplichte zorg is niet gebleken dat deze noodzakelijk zijn. Niet is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg dienen te worden opgelegd omdat voorzienbaar is dat dit nodig is. Daarbij overweegt de rechtbank dat de psychiater tijdens de mondelinge behandeling niet heeft aangegeven dat deze verplichte vormen van zorg nodig zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank zal deze vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Naar het oordeel van de rechtbank is de vrijwilligheid van betrokkene niet voldoende consistent. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene niet langer opgenomen wil blijven in [stichting] en heeft aangegeven geen hulp nodig te hebben. Ook is thans nog niet duidelijk of betrokkene langdurig zal instemmen met de antipsychotische medicatie, terwijl deze medicatie gelet op het toestandsbeeld van betrokkene zeer noodzakelijk wordt geacht. Om die reden is zorg in het gedwongen kader nodig.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 20 oktober 2023.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
20 oktober 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 13 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.