ECLI:NL:RBZWB:2023:7316

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414261 / FA RK 23/4504
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1985. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 26 september 2023 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat mr. Ph. van Kampen, en een psychiater aanwezig. De betrokkene gaf aan dat zij recent onwel was geworden en dat er geen sprake was van suïcidaliteit. Haar advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was en dat betrokkene al een dag met verlof naar huis was geweest. De psychiater daarentegen vond dat het verzoek moest worden toegewezen, verwijzend naar eerdere problematiek en suïcidaliteit.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sprake was van psychische problematiek, er onvoldoende bewijs was dat er thans onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voortvloeide uit de vermoedelijke stoornissen van de betrokkene. De rechtbank concludeerde dat de procedure voor een zorgmachtiging kon worden afgewacht en dat er geen acute crisissituatie was die een voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigde. Daarom werd het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. van Eck en is op 13 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/414261 / FA RK 23/4504
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 29 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie [stichting] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 27 september 2023, ingekomen ter griffie op 27 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 26 september 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport van 27 september 2023;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 26 september 2023;
- de medische verklaring van 26 september 2023;
- het episodejournaal van 26 september 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [deskundige 1] , (waarnemend) psychiater.
Tevens was aanwezig een verpleegkundige, [deskundige 2], die niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij enkele dagen geleden onwel is geworden, volgens betrokkene als gevolg van een extreem laag kaliumgehalte. Ook is gebleken dat haar nieren zeer slecht functioneren. Hoewel eerst tegen betrokkene werd gezegd dat zij altijd de crisisdienst mocht bellen, werd het bellen toen ineens als een verslechtering in haar toestandsbeeld gezien. Betrokkene legt uit dat de hulpverlening steeds dacht dat zij onder invloed van alcohol verkeerde maar tegelijkertijd weigerde om een blaastest bij haar af te nemen. Bij de beoordeling in [stichting] bleek uiteindelijk dat betrokkene geen alcohol had genuttigd. Betrokkene benadrukt voorts dat zij al vier jaar lang niet wordt behandeld. Gisteren is zij een dag met verlof naar huis gegaan. Toen zij weer terug kwam op de afdeling in [stichting] , heeft niemand haar gevraagd hoe het thuis is geweest of hoe het met haar gaat. De voortzetting van de crisismaatregel heeft volgens betrokkene dan ook geen zin. Betrokkene komt haar afspraken na en werkt altijd mee aan de zorg.
3.2
De advocaat heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Er is geen sprake (meer) van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Net als tijdens het vorige verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, is betrokkene niet suïcidaal. Ook uit het politierapport blijkt dat er geen zorgen zijn over de suïcidale uitspraken van betrokkene. Het gaat op dit moment niet slecht met betrokkene en zij is ook al een dag met verlof naar huis geweest. Bovendien wordt er al een zorgmachtiging voor betrokkene voorbereid. De advocaat benadrukt dat het belangrijk is om maatwerk te bieden en de samenwerking te blijven zoeken. Een voortzetting van de crisismaatregel gaat daar niet aan bijdragen. Het is in het belang van betrokkene om nu naar huis te gaan en daar contact te onderhouden met het FACT-team en wellicht controles uit te voeren om te kijken hoe het somatisch met betrokkene gaat, maar daar werkt zij aan mee.
3.3
De psychiater heeft aangegeven dat het verzoek moet worden toegewezen. Doordat hij niet de behandelend psychiater van betrokkene is, kan hij daar geen uitgebreide nadere toelichting voor geven. Uit het dossier van betrokkene blijkt dat zij de afgelopen tijd regelmatig (gedwongen) in [stichting] is opgenomen. Volgens de psychiater bagatelliseert betrokkene haar alcoholgebruik en is er de afgelopen maand sprake van suïcidaliteit. Onder invloed van alcohol en PTSS vertoont betrokkene ook agressief en dreigend gedrag richting de hulpverlening. Daarnaast heeft zij de hulpverlening overbelast, waardoor de hulpverlening in het ambulante kader is vastgelopen. Tot slot benoemt de psychiater dat de bereidheid van betrokkene om behandeld te worden tijdens een opname groot is.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Goes van 26 september 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de accommodatie [stichting] te [plaats] .
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
depressieve-stemmingsstoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en overige DSM-5 stoornissen. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Naar het oordeel van de rechtbank is gelet op de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling echter onvoldoende gebleken dat uit deze (vermoedelijke) stoornissen thans onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voortvloeit. Daarbij overweegt de rechtbank dat er recent sprake is geweest van suïcidaliteit en dat betrokkene onder meer vanwege agressief en dreigend gedrag overlast bij de hulpdiensten heeft veroorzaakt. Hoewel er naar het oordeel van de rechtbank bij betrokkene sprake is van problematiek waar zij behandeling voor behoeft, kan thans niet meer worden gesproken van een acute crisissituatie die maakt dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Zo begrijpt de rechtbank dat er geen zorgen zijn gemeld over de suïcidale uitspraken van betrokkene, zij gedurende de crisismaatregel al een dag met verlof naar huis is gegaan en er al een zorgmachtiging voor betrokkene wordt voorbereid.
4.4
Aangezien thans geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 13 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.