ECLI:NL:RBZWB:2023:7318

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413894 / FA RK 23/4316
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Janssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 5 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1960. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met als doel het verlenen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij geen nieuwe zorgmachtiging nodig heeft en dat hij het niet eens is met de gedwongen inzet van medicatie. Hij heeft recentelijk een positieve verandering ervaren sinds zijn verhuizing naar een woonzorgcentrum, waar hij de nodige ondersteuning ontvangt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder bipolaire-stemmingsstoornissen en andere gedragsstoornissen, die leiden tot ernstig nadeel voor zijn gezondheid en welzijn. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, gezien het beperkte ziektebesef van betrokkene en zijn eerdere zorgmijdend gedrag. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking, en heeft de overige vormen van verplichte zorg afgewezen. De rechtbank benadrukt het belang van communicatie met betrokkene over zijn zorg en medicatie.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Janssen en is op 5 oktober 2023 in het openbaar uitgesproken, met een schriftelijke uitwerking op 19 oktober 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413894 / FA RK 23/4316
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 5 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 15 september 2023, ingekomen ter griffie op 15 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 14 september 2023;
- het zorgplan van 6 september 2023;
- de zorgkaart van 6 september 2023;
- de medische verklaring van 28 augustus 2023;
- het crisissignaleringsplan van 27 juli 2023;
- het ongedateerde maatschappelijke plan;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2023, op het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het verzoek moet worden afgewezen. Hij heeft geen nieuwe zorgmachtiging nodig. Betrokkene legt uit dat hij soms veel verdriet en blijdschap ervaart, maar geen bipolaire stoornis en manische episoden heeft; hij is hoog sensitief. Wel erkent betrokkene dat hij soms wat somber en depressief kan zijn, maar dat heeft ieder mens. Daar krijgt hij bovendien medicatie voor. Volgens betrokkene hebben de medische specialisten geen goede kennis over zijn hoog sensitiviteit en schrijven zij hem daarom geen goede medicatie voor. Hij wil graag met zijn huidige medicatie stoppen, ook omdat zijn stemming daardoor wordt afgevlakt en de medicatie zijn nieren kan aantasten. Betrokkene moet bovendien vanwege de medicatie geregeld bloedprikken en daar ervaart hij erg veel stress van. Hij Betrokkene is het dan ook niet eens met de gedwongen inzet van medicatie en de bijbehorende controles. Verder benoemt betrokkene dat hij recent is verhuisd naar een woonzorgcentrum. Daar is hij erg blij mee en hier wil hij voor de rest van zijn leven blijven wonen. Betrokkene benoemt dat hij niet meer zelfstandig kan wonen. In het zorgcentrum wordt hij zowel overdag als ’s nachts heel erg goed en snel geholpen met de alledaagse levensverrichtingen, zoals het douchen, scheren, aankleden en het verwisselen van incontinentiemateriaal. Deze hulp heeft hij nodig.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft primair afwijzing van het verzoek bepleit. Er zijn mogelijkheden om de benodigde zorg op vrijwillige basis te verlenen. De advocaat benoemt dat betrokkene erg is opgeleefd sinds hij naar het woonzorgcentrum is verhuisd. Hij is zich bewust van de depressieve periodes en weet dat hij kan doorslaan naar manische periodes. Betrokkene wil niet nog eens ontregelen en vindt het daarom erg fijn dat hij in het woonzorgcentrum goed in de gaten wordt gehouden. Hij heeft het hier bovendien erg goed naar zijn zin en wil er niet meer weggaan. De inzet van medicatie blijft wel een punt van discussie. Betrokkene ervaart veel bijwerkingen van de huidige medicatie, zoals problemen aan zijn rug. Ook kan deze medicatie zijn nieren aantasten. Hij zou daarom graag verder kijken naar alternatieve medicatie. Betrokkene verzet zich echter niet tegen de medicatie; hij wil daarover meedenken. De advocaat heeft dan ook de verwachting dat betrokkene de medicatie zal blijven innemen. Subsidiair verzoekt de advocaat om de zorgmachtiging toe te wijzen voor de duur van zes maanden enkel voor de zorgvormen het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Een gedwongen opname is in de huidige situatie niet voorzienbaar.
3.3
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft aangegeven dat betrokkene in het verleden meermaals manische ontregelingen heeft doorgemaakt waarbij hij erg druk was. Er zijn ook periodes geweest waarin betrokkene erg depressief was. Dit wordt deels veroorzaakt door de stoornis van betrokkene, maar deels ook door zijn somatische klachten. De verpleegkundige licht toe dat betrokkene in verband met deze klachten een aantal maanden geleden naar het woonzorgcentrum is verhuisd. Het verblijf van betrokkene in het woonzorgcentrum betreft geen gedwongen opname en valt derhalve niet onder de verplichte zorg. De zorgmachtiging is enkel nodig voor het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Daarbij benoemt de verpleegkundige dat er al veel verschillende soorten medicatie zijn uitgeprobeerd bij betrokkene. Onder de huidige medicatie is de situatie van betrokkene het meest stabiel. Als gevolg daarvan is een gedwongen opname al meer dan een jaar niet meer nodig geweest. Hoewel de zorgen van betrokkene over de mogelijke schade van de medicatie terecht zijn, worden daar steeds controles voor uitgevoerd. Het is tot slot van grote(re) waarde dat betrokkene met de huidige medicatie goed functioneert.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), bipolaire-stemmingsstoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, overige DSM-5 stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Het is de rechtbank genoegzaam gebleken dat betrokkene lijdt aan de bovengenoemde stoornissen, die al langere tijd geleden bij hem zijn gediagnosticeerd.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat er zonder de inzet van medicatie bij betrokkene zeer ernstig nadeel kan optreden. Zo neemt betrokkene ten tijde van een depressieve episode onvoldoende voeding tot zich, waardoor zijn lichamelijke klachten verergeren en hij zijn lichamelijke hygiëne verwaarloost. Ook vertoont betrokkene dan overlast gevend gedrag door overmatig bij de hulpverleningsdiensten langs te gaan, veelvuldig 112 te bellen en somatische zorg op te eisen. Het is de rechtbank voorts gebleken dat betrokkene tijdens een manische episode onvoorspelbaar gedrag vertoont. Hij heeft dan een ernstige kooplust en heeft de neiging om te gaan zwerven. Ook staakt betrokkene dan zijn (somatische) medicatie, waardoor zijn psychiatrische toestand destabiliseert en er een risico op uitputting bestaat. Verder is betrokkene bekend met alcoholmisbruik, hetgeen gevaren oplevert voor zijn gezondheid. Betrokkene kan tot slot agressief en intimiderend gedrag vertonen richting zijn omgeving.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene over een beperkt ziektebesef en
-inzicht beschikt en zijn psychiatrische problematiek niet (volledig) erkent. Ook heeft betrokkene duidelijk aangegeven dat hij het niet eens is met de inzet van de medicatie en de bijbehorende medische controles, terwijl de sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft aangegeven dat de huidige medicatie noodzakelijk en zeer effectief is om het toestandsbeeld van betrokkene stabiel te houden. De rechtbank overweegt voorts dat betrokkene in het verleden erg zorgmijdend is geweest en de expertise van de medische specialisten nog regelmatig in twijfel trekt. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles.
Daarbij benadrukt de rechtbank dat het van groot belang is dat de wensen van betrokkene ten aanzien van deze zorg in acht worden genomen. Dat betekent dat de zorgverleners steeds met betrokkene in gesprek moeten blijven gaan over en onderzoek moeten blijven doen naar de inzet van de medicatie en de eventuele mogelijkheden van andere soorten medicatie.
Van de in het verzoek gevraagde overige vormen van verplichte zorg is niet gebleken dat deze noodzakelijk zijn. Niet is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg dienen te worden toegewezen omdat voorzienbaar is dat dit nodig is. Daarbij overweegt de rechtbank dat de sociaal psychiatrisch verpleegkundige tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat enkel de twee bovengenoemde verplichte vormen van zorg nodig zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank zal de overige vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, met ingang van heden en tot en met 5 april 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
5 april 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 19 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.