Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt, geboren in 1941. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een machtiging voor de duur van zes maanden, zoals bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt, zijn advocaat, en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren.
Tijdens de behandeling heeft de cliënt aangegeven het niet eens te zijn met het verzoek, terwijl zijn advocaat de noodzaak van de machtiging onderstreepte, gezien het psychogeriatrische ziektebeeld van de cliënt en het gebrek aan alternatieven voor zorg in de thuissituatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan dementie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en gevaarlijke situaties. De rechtbank concludeert dat opname in een zorginstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot opname en verblijf te verlenen voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking tot en met 5 april 2024. Deze beslissing is mondeling gegeven door rechter Janssen en schriftelijk uitgewerkt op 19 oktober 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.