ECLI:NL:RBZWB:2023:7320

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414186 / FA RK 23/4472
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Janssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 5 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1974. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. Betrokkene gaf aan dat hij het verzoek kon ondersteunen, ondanks zijn psychische klachten, en dat hij momenteel geen bijwerkingen van de medicatie ervaart. De advocaat benadrukte dat er sprake is van een psychische stoornis die ernstig nadeel met zich meebrengt, en dat de zorgmachtiging noodzakelijk is om betrokkene te beschermen en te stabiliseren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met ernstige gevolgen voor zijn gezondheid en welzijn. Er zijn zorgen over zijn gedrag en de verwaarlozing van zijn leefomgeving. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de situatie van betrokkene nog te pril is voor een vrijwillige voortzetting van zorg. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, inclusief het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Janssen en is op 19 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/414186 / FA RK 23/4472
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 5 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01] ,
geboren op [geboortedatum01] 1974 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 25 september 2023, ingekomen ter griffie op 25 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 september 2023;
- het maatschappelijke plan van 18 september 2023;
- de medische verklaring van 14 september 2023;
- de zorgkaart van 8 september 2023;
- het zorgplan van 6 september 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2023, op het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam01] , behandelaar.
Tevens was aanwezig, mevrouw [naam02] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, die niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het verzoek kan worden toegewezen. Dat is volgens betrokkene nodig vanwege de stemmen in zijn hoofd. Betrokkene benoemt dat het op dit moment goed met hem gaat. Hij ervaart geen bijwerkingen (meer) van de medicatie en is daar erg blij om. Verder vertelt betrokkene dat hij veel tijd doorbrengt in zijn woning. Dat vindt hij prettig. Hij vindt het niet nodig om zijn woning verder aan te kleden en in te richten; dat is een persoonlijke keuze. Tot slot bevestigt betrokkene dat het lastig kan zijn om afspraken met hem te maken, omdat hij soms heel erg twijfelt. Ook wil hij geen dagbesteding.
3.2
De advocaat heeft aangegeven dat het verzoek kan worden toegewezen. Er is bij betrokkene sprake van een psychische stoornis waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Dit is met name gelegen in hinderlijk gedrag waarmee betrokkene in het verleden overlast voor zijn buren heeft veroorzaakt. Als gevolg daarvan waren er zorgen of betrokkene wel in zijn woning kon blijven wonen. Het verzoek voldoet ook aan de overige wettelijke vereisten en kan derhalve worden toegewezen voor de zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten. De advocaat benoemt tot slot dat het op dit moment nog te vroeg is om de benodigde zorg in het vrijwillige kader voort te zetten.
3.3
De behandelaar heeft aangegeven dat betrokkene in het verleden vanwege zijn psychotische klachten zodanig veel overlast veroorzaakte bij zijn omgeving, dat een gedwongen opname noodzakelijk was. Op dit moment gaat het goed met betrokkene. Er zijn de afgelopen tijd geen meldingen meer gedaan van overlast gevend gedrag. Wel is met betrokkene gesproken over het leefbaarder maken van zijn woning, maar dat vindt hij niet nodig. De behandelaar benoemt verder dat de huidige samenstelling van de medicatie goed werkt. Betrokkene is daar zelf ook tevreden over en dat is positief. Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg geeft de behandelaar aan dat het toedienen van medicatie en het verrichten van controles nodig zijn, evenals het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten voor het onderhouden van contact met het FACT-team. Het is op dit moment nog voorzienbaar dat een gedwongen opname, ingeval van psychotische decompensatie, moet worden toegepast is, omdat betrokkene vrij recent nog langdurig opgenomen is geweest in de instelling. De behandelaar benoemt tot slot dat de situatie van betrokkene nog te pril is voor een voortzetting van de zorg in het vrijwillige kader.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 7 november 2022 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend, tot en met 7 november 2023.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is genoegzaam gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene zonder de inzet van de medicatie onder invloed van de bovengenoemde stoornis last kan hebben van een paranoïde gedachtegang en achtervolgingswanen. Daardoor kan betrokkene verward en overlast gevend gedrag veroorzaken, bestaande uit schreeuwen en het uiten van bedreigingen. Als gevolg daarvan is de omgeving van betrokkene bang van hem geworden en waren er eerder zorgen dat betrokkene zijn woning zou gaan verliezen. Er zijn ook zorgen over de verwaarlozing van betrokkene zelf en zijn leefomgeving. Betrokkene oogt mager en gebruikt geen warm water of verwarming. Daarnaast is de woning van betrokkene nagenoeg leeg en vervuild.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene beschikt nu weliswaar over ziektebesef en -inzicht, doch in het nabije verleden is betrokkene erg zorgmijdend geweest. Ook nu geeft betrokkene aan dat hij het lastig vindt om afspraken te maken met de hulpverlening. Mede gelet op de recente gedwongen langdurige opname acht de rechtbank de situatie van betrokkene nog te pril om de benodigde zorg nu in het vrijwillige kader voort te zetten. Om die reden is voorlopig nog verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
De hiervoor genoemde verplichte zorgvormen zullen worden toegewezen. De rechtbank merkt daarbij voor de goede orde nog op dat op de zogeheten ‘mondelinge kennisgeving’ die op 5 oktober 2023 aan zowel de behandelaar als de advocaat na de sluiting van de mondelinge behandeling is meegegeven, de zorgvorm ‘het verrichten van medische controles’ abusievelijk is doorgehaald nadat deze eerst is aangekruist, terwijl deze wel mondeling was uitgesproken. Deze zorgvorm kan gelet op de noodzakelijk geachte medicatie echter wel nodig zijn, zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken en door de behandelaar is aangegeven. De rechtbank bepaalt derhalve dat deze zorgvorm in tegenstelling tot de ‘mondelinge kennisgeving’ wel in de beschikking wordt opgenomen. De beschikking is hierin leidend.
De overige verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, wordt afgewezen, omdat niet is gebleken dat deze vorm van verplichte nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 5 oktober 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1974 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
5 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 19 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.