ECLI:NL:RBZWB:2023:7325

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/415105 / JE RK 23-1844
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • D. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met onttrekkingsgevaar

Op 20 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een spoedprocedure betreffende de minderjarige [minderjarige01]. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlissingen heeft verzocht om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige, die herhaaldelijk wegloopt en zich onttrekt aan de zorg. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [minderjarige01] ernstig wordt belemmerd door opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder fysieke en verbale agressie, en dat er een hoog onttrekkingsgevaar is. De gedragswetenschapper heeft op basis van de stukken ingestemd met het spoedverzoek, zonder de minderjarige te spreken. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, met ingang van 20 oktober 2023 tot 3 november 2023, en heeft een mondelinge behandeling gepland voor 31 oktober 2023. De ouders en de minderjarige zijn in de gelegenheid gesteld hun mening te geven tijdens deze zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/415105 / JE RK 23-1844
Datum uitspraak: 20 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VLISSINGEN,
zetelende te Vlissingen ,
hierna te noemen: het College.
over
[minderjarige01],
geboren op [geboortedatum01] 2009 in [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen [minderjarige01] ,
advocaat mr. H. Mink te Oost-Souburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder01],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats01] .
[de vader01],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoek met bijlagen van het College van 20 oktober 2023, ingekomen bij de griffie op 20 oktober 2023;
  • het telefoongesprek van de kinderrechter met de gekwalificeerde gedragswetenschapper, dhr. [naam01] , van 20 oktober 2023.
1.2.
Aan [minderjarige01] is als advocaat toegevoegd, mr. H. Mink, te Oost-Souburg.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [minderjarige01] wordt uitgeoefend door de ouders.
2.2.
[minderjarige01] woont bij de ouders.

3.Het verzoek

3.1.
Het College verzoekt een spoedmachtiging om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden.
3.2.
De gedragswetenschapper, dhr. [naam01] , heeft op basis van de stukken op 20 oktober 2023 telefonisch ingestemd met het spoedverzoek van het College.
3.3.
De ouders stemmen in met het spoedverzoek van het College om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Dit blijkt uit de instemmingsverklaring van 20 oktober 2023.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
4.2.
Op basis van de ingediende stukken en het gesprek van de kinderrechter met de gedragswetenschapper neemt de kinderrechter de volgende beslissing. Zij stelt vast dat de ontwikkeling van [minderjarige01] naar volwassenheid ernstig wordt belemmerd als gevolg van ernstige opgroei- en opvoedproblemen. Er is sprake van langdurig aanhoudende fysieke en verbale agressie van [minderjarige01] gericht op zowel personen als spullen. Daarnaast loopt [minderjarige01] veelvuldig weg en vertoont zij bepalend, controlerend en afwijzend gedrag richting de ouders. [minderjarige01] accepteert geen gezag en regels. Ondanks de inzet van MST (vanaf mei 2023) is de situatie op 6 september 2023 geëscaleerd. [minderjarige01] heeft zich in de thuissituatie fysiek en verbaal agressief gedragen, waarna de jongste dochter van de ouders in verband met haar veiligheid is ondergebracht. Na deze escalatie is [minderjarige01] herhaaldelijk weggelopen. Er is daarna besloten dat [minderjarige01] bij de tante gaat verblijven. Ook bij de tante houdt [minderjarige01] zich niet aan de regels en de afspraken. Zij blijft fysiek en verbaal agressief en loopt nog steeds herhaaldelijk weg. Op 19 oktober 2023 heeft de tante aangegeven dat de situatie niet langer houdbaar is en dat [minderjarige01] niet langer bij haar kan blijven gelet op de veiligheid van [minderjarige01] zelf en de veiligheid van de eigen kinderen van de tante. Vervolgens heeft [minderjarige01] de moeder op diezelfde dag fysiek meerdere keren aangevallen. Zo heeft [minderjarige01] de moeder geduwd en geslagen. Omstanders hebben naar aanleiding daarvan 112 gebeld. [minderjarige01] is daarna naar haar kamer gegaan en is gaan schreeuwen, schelden en gillen en heeft zichzelf hierbij verwond. Later op de dag is [minderjarige01] wederom weggelopen en is zij bij een vriendin verbleven. Naar aanleiding van de fysieke agressie is de politie betrokken geraakt. De politie heeft aangegeven dat [minderjarige01] niet meer thuis kan blijven. Naast de langdurige aanhoudende verbale en fysieke agressie van [minderjarige01] en haar herhaaldelijke wegloopgedrag maakt de kinderrechter zich zorgen om het oplopende schoolverzuim van [minderjarige01] en het mogelijke drugsgebruik. [minderjarige01] is betrapt op blowen. Ook zijn er zorgen over de vrienden waar [minderjarige01] mee omgaat, die vermoedelijk een negatieve invloed op haar hebben. De kinderrechter stelt vast dat de ouders, de hulpverlening en de school geen zicht en grip meer op [minderjarige01] hebben. Het is onduidelijk wat zij doet en waar en met wie zij is. Gelet daarop overweegt de kinderrechter dat er op dit moment geen andere mogelijkheid is dan [minderjarige01] op te doen nemen bij [zorgverlener01] .
4.3.
De gedragswetenschapper heeft [minderjarige01] ten tijde van het spoedverzoek van het College op 20 oktober 2023 nog niet gesproken Uit het spoedverzoek van het College volgt dat de gedragswetenschapper op basis van de stukken instemt met de verzochte spoedmaatregel. Dit heeft de gedragswetenschapper op 20 oktober 2023 telefonisch ten overstaan van de kinderrechter ook verklaard. Verder heeft hij toegelicht dat hij de inschatting maakt dat de kans dat [minderjarige01] zich onttrekt aan de noodzakelijke hulpverlening, gelet op het herhaaldelijke wegloopgedrag van [minderjarige01] , zeer hoog is als zij wordt ingelicht over de gesloten plaatsing. Om die reden vindt de gedragswetenschapper het dan ook niet wenselijk om [minderjarige01] voorafgaand aan de gesloten plaatsing te zien. Gelet op het forse en herhaaldelijke wegloopgedrag van [minderjarige01] en het daarmee gepaard gaande onttrekkingsgevaar begrijpt de kinderrechter deze keuze en gaat hier ten behoeve van het spoedverzoek ook mee akkoord. De gedragswetenschapper heeft ten overstaan van de kinderrechter telefonisch toegezegd [minderjarige01] in persoon te zullen onderzoeken zodra zij op [zorgverlener01] geplaatst zal zijn.
4.4.
Gezien het hiervoor overwogene wordt voldaan aan de vereisten voor een spoedmachting gesloten jeugdzorg. Vooruitlopend op de mondelinge behandeling zal de spoedmachtiging tot gesloten plaatsing worden verleend, met ingang van 20 oktober 2023 en tot 3 november 2023. Het resterende deel van het verzoek wordt aangehouden. Het College, [minderjarige01] , haar advocaat en de ouders worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde mondelinge behandeling.
4.5
De kinderrechter verwacht van het College dat hij tijdig voor de hierna te noemen mondelinge behandeling een verklaring van de gedragswetenschapper overlegt, die [minderjarige01] in persoon heeft gesproken.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 20 oktober 2023 en tot 3 november 2023;
5.2.
houdt de beslissing voor het overige aan;
5.3.
bepaalt dat het College, de vader, de moeder en [minderjarige01] en haar advocaat zullen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling van de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, in het gerechtsgebouw aan Kousteensedijk 2 te Middelburg, op
31 oktober 2023 om 14.00 uur;
5.4.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die zitting voor het College, de vader, de moeder en [minderjarige01] en haar advocaat.
Deze beschikking is gegeven door Dijkman, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2023, in aanwezigheid van mr. Vork, als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.