In het ouderschapsplan, dat deel uitmaakt van voormelde beschikking hebben partijen afgesproken, voor zover hier van belang:
“Artikel II. Kinderalimentatie
II.1
Met ingang van 1 januari 2018 en zolang de kinderen minderjarig zijn en bij de moeder zijn ingeschreven, betaalt de vader aan de moeder een alimentatie voor [minderjarige02] en [minderjarige01] van € 163,80 per kind per maand. In totaal betaalt de vader aan de moeder dus € 327,60 per maand.
Zolang de ouders de kinderen in een co-ouderschap opvoeden, zullen zij ieder de eigen kosten van de kinderen dragen ter zake huisvesting, dagelijkse verzorging, vakanties etc. De ouders zullen een gezamenlijke kinderrekening, een en/of rekening, aanhouden. De vader zal op deze rekening een bedrag van € 434,40 per maand overmaken.
Deze alimentatie zal zijn onderworpen aan de wettelijke indexering met ingang van 1 januari 2019.
De kinderrekening is bedoeld om de woonplaatsoverstijgende kosten van de kinderen te voldoen:
bovenkleding, sportcontributie, sportkleding, cadeautjes voor verjaardagen van vriendjes, schoolkosten, schoolspullen, de kapper, fietsen(onderhoud), en overige in onderling overleg af te stemmen zaken.
Wanneer er bijzondere kosten zijn, zoals: bijles, niet vergoede ziektekosten, netto kinderopvangkosten etc., zullen de ouders aan deze bijzondere kosten bijdragen naar draagkracht. Op het moment van ondertekening van het ouderschapsplan is de draagkrachtverhouding 22% (moeder) om 78% (vader).
II.2
Partijen zijn zich ervan bewust, dat de behoefte van de kinderen volgens de tabel "eigen aandeel kosten kinderen" € 1.448,00 bedraagt voor het kind/de kinderen. Dit betekent € 744,00 per kind per maand.”