ECLI:NL:RBZWB:2023:734

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
392992_E01022023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Sterk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van melkrobots en ontbinding van de koopovereenkomst

In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een maatschap die een melkveehouderij exploiteert en de besloten vennootschap DIO-AGRO B.V., die gespecialiseerd is in de levering en installatie van melkwinningsapparatuur. De eiseres in conventie, de maatschap, heeft de overeenkomst tot aankoop van twee gebruikte melkrobots ontbonden wegens non-conformiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de melkrobots niet de eigenschappen bezaten die de eiseres op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De rechtbank oordeelde dat de tekortkomingen aan de zijde van DIO-AGRO, waaronder het niet goed functioneren van de melkrobots, voldoende waren om de overeenkomst te ontbinden. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres in conventie toegewezen, waaronder de terugbetaling van een reeds betaald bedrag en de vergoeding van expertisekosten. DIO-AGRO's verweer, dat de eiseres in conventie haar betalingsverplichtingen niet was nagekomen en dat er sprake was van schuldeisersverzuim, werd verworpen. De rechtbank oordeelde dat de eiseres in conventie gerechtigd was om haar betalingsverplichtingen op te schorten vanwege de non-conformiteit van de geleverde melkrobots. De vorderingen in reconventie van DIO-AGRO werden afgewezen, aangezien de ontbinding van de overeenkomst de verbintenissen tussen partijen beëindigde.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/392992 / HA ZA 21-733
Vonnis van 1 februari 2023
in de zaak van
1. de maatschap
MAATSCHAP [eiseres in conventie sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiseres in conventie sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. R.A.C.J. van Kessel te Boxtel,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIO-AGRO B.V.,
gevestigd te Hilvarenbeek,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.E.A.J.C. van de Laak te Tilburg.
Partijen zullen hierna (in vrouwelijk enkelvoud) [eiseres in conventie] . en Dio-Agro genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 maart 2022;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 september 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie] . drijft een melkveehouderij. Dio-Agro is gespecialiseerd in de levering en installatie van melkwinningsapparatuur en is een officiële dealer van BouMatic Robotics (hierna: Boumatic), een producent van (onder meer) melkrobots.
2.2.
Op 7 juli 2017 heeft Dio-Agro een offerte aan [eiseres in conventie] . uitgebracht voor de aankoop van twee gebruikte melkrobots (van het merk Boumatic, type MR-S1 RVS), tegen een koopprijs van € 109.000,00 exclusief btw en montage- en onderhoudskosten. Op 27 juli 2017 heeft [eiseres in conventie] . de door Dio-Agro uitgebrachte offerte van 7 juli 2017 ondertekend en is tussen partijen een koopovereenkomst (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen. De overeenkomst omvat ook de installatie en daarbij horend onderhoud van de melkrobots, waarvan de kosten voor rekening van [eiseres in conventie] . komen.
2.3.
Dio-Agro heeft de Metaalunievoorwaarden (hierna: MUV) op de overeenkomst van toepassing verklaard.
2.4.
In september 2017 zijn de melkrobots geleverd en geïnstalleerd en heeft [eiseres in conventie] . deze in gebruik genomen.
2.5.
In het eerste jaar na ingebruikname is Dio-Agro diverse malen voor de melkrobots bij [eiseres in conventie] . geweest.
2.6.
Op 15 oktober 2018 heeft Boumatic op locatie bij [eiseres in conventie] . de melkrobots aan een inspectie onderworpen. Van dit (eerste) bezoek van Boumatic is een verslag opgemaakt (productie 3 dagvaarding).
2.7.
Op 26 november 2018 heeft Boumatic op locatie bij [eiseres in conventie] . de melkrobots wederom geïnspecteerd, en daarvan een verslag opgemaakt (productie 4 dagvaarding).
2.8.
Op 7 december 2018 is de heer [naam 2] , de [functienaam] van Dio-Agro, op bezoek bij [eiseres in conventie] . geweest. Van dit bezoek is een verslag opgemaakt (productie 5 dagvaarding).
2.9.
Bij e-mail van 17 december 2019 is namens mr. Van Kessel het volgende aan mr. Van de Laak bericht:
(…) Naar aanleiding van het gesprek tussen partijen van 29 augustus 2019 welke heeft plaatsgevonden op uw kantoor, hebben cliënten de heer [deskundige 1] benaderd voor het opstellen van een deskundigenrapport om zodoende de defecten aan de door uw cliënte geleverde Boumatic melkrobots nader te laten onderzoeken en zodoende vast te stellen.
Voor het uitvoeren van het deskundigenonderzoek dient dhr. [deskundige 1] te beschikken over diverse gegevens die in het computerprogramma van de melkrobots aanwezig zijn. Bijgaand treft u het e-mailbericht van de heer [deskundige 1] met daarin zijn verzoek om de hierin vermelde, specifieke gegevens. Gelet op de efficiëntie verzoek ik u vriendelijk om de desbetreffende gegevens bij uw cliënte op te vragen en vervolgens aan mij te doen toekomen, waarnaar ik deze zal doorzetten naar dhr. [deskundige 1] . (…)
2.10.
Bij e-mail van 13 januari 2020 heeft mr. Van de Laak namens Dio-Agro de gegevens aan [eiseres in conventie] ., die zij naar aanleiding van het bericht van 17 december 2019 van Dio-Agro heeft ontvangen, verstrekt.
2.11.
Bij brief van 22 februari 2019 heeft [eiseres in conventie] . Dio-Agro in gebreke gesteld en een termijn van 14 dagen gegeven om de gebreken aan de melkrobots te verhelpen en ervoor zorg te dragen dat de melkrobots goed en storingsvrij functioneren.
2.12.
Bij brief van 27 maart 2019 heeft Dio-Agro alle aansprakelijkheid van de hand gewezen en [eiseres in conventie] . (voor zover nodig) gesommeerd om tot betaling van de openstaande facturen van € 58.453,88, vermeerderd met wettelijke rente, over te gaan.
2.13.
Vanaf 1 april 2019 heeft [eiseres in conventie] . twee andere melkrobots van het merk Lely in gebruik genomen.
2.14.
Op 19 mei 2020 heeft de door [eiseres in conventie] . ingeschakelde deskundige de heer [deskundige 1] van [expertisebureau] een rapport uitgebracht. In dit rapport staat onder meer het volgende vermeld:
(…)
“Probleem gegevensverwerking:
Een groot probleem voor het beoordelen van de werking van de melkrobots, maar ook voor het management van de veehouder is, dat gegevens van koeien die van het bedrijf worden afgevoerd ook uit het computersysteem verdwijnen. Zie fig. 2.
(…)
In de grafiek is duidelijk te zien dat vanaf augustus / september 2018 het aantal melkgevende koeien bij de MPR overeenkomt met het aantal koeien bij de melkrobots. Daarvoor daalt het aantal koeien bij de melkrobots. Volgens het computersysteem bij de melkrobots waren er op 1-10-2017 maar 52 melkgevende koeien bij de melkrobots. Terwijl er volgens de MPR (10-10-2017) op dat moment 91 melkgevende koeien aanwezig waren op het bedrijf [eiseres in conventie] . Het verschil tussen de 91 koeien bij de MPR en de 52 koeien bij de melkrobots zijn koeien die tussen 1-10-2017 en 1 september 2018 zijn afgevoerd van het bedrijf [eiseres in conventie] om verschillende redenen. Dit zijn 91-52 = 39 koeien die zijn afgevoerd in een periode van minder dan 1 jaar. (…) Dit is extreem veel. Het is niet specifiek bekend wat de reden van afvoer van de verschillende koeien was. Het functioneren van de melkrobot bij deze koeien is niet meer te achterhalen (…).
De gegevens uit de computer bij de melkrobots van Boumatic van voor 1-9-2018 zijn dan ook aanzienlijk minder betrouwbaar omdat dit alleen maar over gegevens gaat van koeien die op 1-4-2019 nog aanwezig zijn bij de melkrobots.
(…)
Afgevoerde koeien
(…)
Figuur 4, KG melk/koe/jaar volgens MPR 2016-2019
Door de selectie in de koeien voor plaatsing van de Boumatic melkrobots is de melkproductie per koe, voorafgaande aan de plaatsing van de melkrobots, iets gestegen. Dit is logisch omdat de minst presterende koeien voor plaatsing van de melkrobots zijn afgevoerd. Zie fig 4 (…).
Na vervanging van de Boumatic melkrobots door 2 Lely melkrobots (1-4-2019) gaat de melkproductie per koe stijgen. De koeien worden nu regelmatiger gemolken met minder storingen.
Analyse computergegevens Boumatic melkrobots:
(…)
Vanaf 1-9-2018 zijn er geen koeien van het bedrijf [eiseres in conventie] afgevoerd. Hierdoor zijn de gegevens over deze periode betrouwbaar wat betreft de werking van de melkrobots.
(…)
Bijlage 4, box mode [eiseres in conventie] geeft een overzicht hoeveel % van de tijd per dag de melkrobots bezig is met of gereed is om koeien te melken, hoeveel tijd per dag er koeien handmatig worden gemolken, hoeveel tijd van de dag er een storing was en hoeveel tijd van de dag er onderhoud aan de melkrobots werd uitgevoerd. Indien de storingstijd, handmatig aansluiten en onderhoud tijd groter is dan 4 % is dit veel. Meer dan 4% van de tijd komt ongeveer overeen met 1 uur per dag. En 1 uur per dag is een aanzienlijke tijd bij robot melken dat de melkrobots niet beschikbaar is voor het melken van koeien.
(…)
Robotgegevens
Bij de volgende dagen zijn er gegevens groter dan 4%. Hierbij heb ik de eerste dagen van gegevens bij het nieuwe computersysteem niet meegenomen (30 en 31 juli 2018).
(…)
De gegevens in figuur 6 zijn gemiddelden van beide melkrobots tezamen. Gegevens van de melkrobots afzonderlijk zouden een nog ongunstiger beeld geven.
(…)
De opstelling van de 2 melkboxen is zodanig dat ze makkelijk bereikbaar zijn voor de koeien. Er is een groot roosterplein bij de melkrobots aanwezig zodat koeien alle ruimte hebben om de melkboxen te bereiken of om te wachten tot een melkbox leeg is zonder verdreven te worden door een andere koe.
Draaitabel milk time:
Uit de gegevens van bijlage 7, 7a en 7b blijkt dat de gemiddelde melktijd (voorbehandelen + aansluiten + melken) 8,4 minuten is. Daarnaast is de tijd voor het verlaten van de melkbox door de koe gemiddeld ook nog 1,4 minuut. Per melking besteed de melkrobots dus bijna 10 minuten per melking. Bij een dergelijke tijdbesteding kunnen er maar maximaal 6 koeien per box per uur worden gemolken indien de melkrobots continu aan het melken is.
Gezien deze tijdbesteding per melking is het logisch dat er maar 10 tot 20 % vrije tijd is bij de melkrobots bij een bezetting van 80 tot 90 melkgevende koeien.
Door slecht aansluiten, zie filmpjes.
(…)
Robotmelken 2017-2019
(…)
In figuur 11 staat een overzicht van de koeien die de meeste mislukte melkingen in de periode 1-1-2019 t/m 30-3-2019 veroorzaakten. Bij de meeste robot bedrijven zijn dit enkele koeien die veel mislukkingen veroorzaken. Daarna neemt het aantal mislukte melkingen per koe snel af. Het grootste gedeelte van de koeien heeft geen mislukte melkingen.
Ook op het bedrijf [eiseres in conventie] zijn er een paar koeien die veel mislukte melkingen veroorzaken. Daarnaast is er echter nog een grote groep koeien waarbij de melkingen ook regelmatig mislukt. Dit is het teken dat het mislukken van een melking niet alleen een koe probleem is (de koeien met de meeste mislukkingen) maar een robot probleem omdat mislukkingen bijna bij alle koeien optreden.
(…)
Bij robot melken zijn er vaker een beperkte groep koeien die voor de meeste problemen zorgt. Echter dan worden de andere koeien zonder problemen gemolken. Geen mislukte melkingen of handmatig aangesloten.
Bij het bedrijf [eiseres in conventie] zijn er naast een paar “probleem” koeien een grote groep dieren waarbij het aansluiten ook regelmatig mislukt en of die af en toe handmatig moeten worden aangesloten.
Dit is duidelijk teken dat het aansluiten van de koeien door de melkrobot niet goed en constant verloopt. Zoals de veehouder ook aangeeft in de bezoekverslagen van Boumatic.
Alarmen:
In figuur 13 staan alle alarmen die de melkrobots bij [eiseres in conventie] heeft gegenereerd van 15-9-2017 tot en met 30-3-2019. De storingen zijn opgedeeld in melkbox 1 en melkbox 2 en als totaal weergegeven. Dit zijn storingen van in totaal 561 dagen. Hierbij heb ik de opstart van de melkrobots niet meegenomen. Dan zijn er vaak veel meer storing melkdingen door de opstart, o.a. veel koeien handmatig aangesloten. En ook de laatste dagen van het melken met de Boumatic melkrobots heb ik niet meegenomen.
In bijlage 9, alarmen staat de verklaringen van de verschillende storing nummers.
(…)
In totaal 17922 storing meldingen als we hier de storingen nr. 5021 (10376 storingen, koe nog steeds in melkbox) en 5555 (2580 storingen, handmatig assistentie) van af halen blijven er 17922-10376-2580 = 4966 storingen over in 561 dagen.
Gemiddeld geeft dit elke dag 7,5 storingen!
(…)
Het aantal storingen nr. 5021, koe nog steeds in melkbox is met 10376 meldingen hoog. Dit zijn 10376:561 dgn = 18,5 storing meldingen per dag. Hierdoor sneeuwen de andere storing meldingen onder. En wordt het voor de veehouder lastig om adequaat te reageren om belangrijke storing meldingen.
Daarbij geven de grote hoeveelheid storing meldingen veel extra werk voor de veehouder.
Mislukte melkingen
Fig. 15 mislukte melkingen van 1-1-2019 tot en met 30-3-2019 (…).
(…)
Dit is een periode van 89 dagen. Er is 1 koe die bijna dagelijks een keer mislukt bij het melken, koe 6138. Er zijn een paar koeien die regelmatig mislukken bij het melken (6138, 5954, 5411, 5861). Daarnaast is er een grote groep koeien die af en toe mislukken. Door deze mislukkingen gaan deze koeien “twijfelen” aan de werking van de melkrobots. Dit komt het regelmatig melken van deze koeien niet ten goede. Met als gevolg dat de melkproductie bij deze koeien zeker niet gaat stijgen.
(…)
Bezoekverslagen Boumatic:
(…)
Uit de bezoekverslagen van Boumatic komt een beeld naar voren van melkrobots die problemen hebben met het aansluiten van de koeien. Aanpassingen die deze problemen moeten verhelpen lijken weinig effect te hebben.
Er is ook onduidelijkheid over het onderhoud van de melkrobots. Er blijkt geen onderhoud historie in de registratie mappen aanwezig te zijn. Welk onderhoud er bij de vorige eigenaar van de melkrobots is uitgevoerd en welke storingen daar zijn opgetreden zijn niet uit de registratie mappen te halen.
Opvallend is dat op 6-11-2018 wordt geconstateerd dat de pulsatoren zijn vervuild en dat [naam] er op 26-11-2018 achter komt dat er geen filters op de pulsatoren zitten?
Deze tegenstrijdigheden geven een beeld dat de verschillende monteurs niet goed weten waar ze bij storingen / problemen naar moeten kijken om de storing op te lossen en in de toekomst te voorkomen.
Onderhoud melkrobots:
De facturen over 2018 geven een beeld welk onderhoud er bij de melkrobots is uitgevoerd. Uit de robot cijfers zijn een aantal onderhoud momenten terug te vinden. In 2018 zijn veel uren en materialen niet gefactureerd in verband met garantie en service.
(…)
Bij een globale optelling van de niet gefactureerde uren en materialen (over 2018) kom ik tot het volgende:
84 uren niet gefactureerd á € 60/uur ongeveer € 5000,-
Niet gefactureerde materialen (bedragen > € 50) = € 9000,-
Wel gefactureerd onderhoud, slijtende delen en middelen totaal € 17700,-
De facturen staan in bijlage 1.
De onderhoudskosten van € 17.700,- voor 2018 is een normaal bedrag voor melkrobots die een aantal jaren draait. Voor gereviseerde melkrobots het eerste jaar is dit al een redelijk fors bedrag.
Daarbij komen nog de niet gefactureerde kosten van totaal € 14.000,-
De totale kosten (zonder garantie) zouden dan voor 2018 uitkomen om € 31.700,-. Dit bedrag is zelfs voor robot melken extreem hoog.
Gemiddeld zijn de jaarkosten voor onderhoud van melkrobots ongeveer € 5000 per melkrobot, exclusief slijtende delen.
Echter de slijtende delen heb ik in de kosten niet meegerekend.
De kosten voor de 2 Boumatic melkrobots komen het eerste jaar dan ook extreem hoog uit als alle kosten doorberekend zouden zijn.
€31.700 is al extreem hoog als kosten voor 2018. En zeker voor een gereviseerde melkrobots (zie bijlag 11, koopovereenkomst BM-robot).”
2.15.
Bij e-mail van 22 mei 2019 heeft [eiseres in conventie] . de overeenkomst ontbonden vanwege non-conformiteit van de melkrobots.
2.16.
Bij e-mail van 3 september 2020 heeft mr. Van de Laak onder meer het volgende aan mr. Van Kessel bericht:
(…) Cliënte en Boumatic zijn bekend met de werking van de melkrobots en zullen geen contra-expertise laten verrichten.
Als uw cliënt ervoor kiest om de melkrobots buiten werking te zetten, is het belangrijk dat deze op een deskundige wijze worden losgekoppeld en vervoerd teneinde schade te voorkomen. Boumatic is bereid om samen met cliënte uw cliënt mee te helpen de melkrobots deskundig los te koppelen en met een vrachtwagen met kraan te verplaatsen naar een plaats in de buurt waar uw cliënt de melkrobots wilt opslaan. Cliënte zal de kosten hiervan voor haar rekening nemen. (…)
2.17.
Partijen hebben daarna over en weer gecorrespondeerd over het loskoppelen (en de opslag) van de melkrobots. In november 2020 zijn de melkrobots door [eiseres in conventie] ., Dio-Agro en Boumatic losgekoppeld en op het bedrijf van [eiseres in conventie] . opgeslagen.
2.18.
Op 30 juli 2021 heeft [deskundige 1] ten aanzien van de schade een aanvullende rapportage opgemaakt.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie] . vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten koopovereenkomst van 27 juli 2017 ten aanzien van de melkrobots per 22 mei 2019 is ontbonden dan wel in het geval zulks naar het oordeel van de rechtbank niet het geval is, deze koopovereenkomst alsnog te ontbinden;
II. Dio-Agro te veroordelen aan [eiseres in conventie] . terug te betalen het reeds betaalde bedrag ter hoogte van € 50.546,12 conform artikel 6:271 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 mei 2019, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
III. te bepalen dat Dio-Agro aansprakelijk is voor de schade, die [eiseres in conventie] . heeft geleden ten gevolge van haar wanprestatie en verzuim tot en met 30 november 2021, ten tijde van betekening van het exploot begroot op € 155.120,92 per 1 december 2021; en de schade die [eiseres in conventie] . nog zal lijden vanaf 1 december 2021, ter hoogte van € 1.787,81 per maand, tot aan de dag der algehele voldoening aan de veroordeling door Dio-Agro, en haar te veroordelen deze schade te vergoeden, althans een door de de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, zulks tegen behoorlijk bewijs van kwijting en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 mei 2019, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. Dio-Agro te veroordelen aan [eiseres in conventie] . te betalen een bedrag ter hoogte van € 6.482,00 exclusief btw voor de expertisekosten van [expertisebureau] en [accountantsbureau] , te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 25 juni 2020, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
V. Dio-Agro te veroordelen aan [eiseres in conventie] . te vergoeden de buitgerechtelijke kosten ter hoogte van € 2.835,75; alsmede
VI. Dio-Agro te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder mede begrepen het salaris van de advocaat van [eiseres in conventie] . en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien voldoening niet plaatsvindt binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
[eiseres in conventie] . legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de melkrobots niet aan de overeenkomst beantwoorden en dat sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW. Nu Dio-Agro is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen van de overeenkomst, heeft [eiseres in conventie] . de overeenkomst (buitengerechtelijk) ontbonden. Daarnaast stelt [eiseres in conventie] . dat zij schade heeft geleden.
3.3.
Dio-Agro voert als meest verstrekkend verweer aan dat [eiseres in conventie] . de contractuele klachtplicht heeft geschonden. Dio-Agro betwist voorts dat sprake is van non-conformiteit. [eiseres in conventie] . was dan ook niet gerechtigd om de overeenkomst te ontbinden. Indien en voor zover op Dio-Agro de verplichting rustte om klachten over de melkrobots te verhelpen, geldt subsidiair dat zij deze verplichting rechtsgeldig heeft opgeschort. [eiseres in conventie] . is immers haar betalingsverplichtingen niet nagekomen en was niet gerechtigd om deze op te schorten, gelet op het opschortingsverbod in de MUV. Zij verkeert aldus in schuldeisersverzuim. Nu geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming, is Dio-Agro niet schadeplichtig jegens [eiseres in conventie] . Indien en voor zover Dio-Agro wel schadeplichtig is, beroept zij zich op de MUV waarin de verplichting tot schadevergoeding is beperkt en de vergoeding van gevolgschade is uitgesloten. Dio-Agro voert voorts inhoudelijk verweer tegen de schade.
3.4.
[eiseres in conventie] . voert verder (naar aanleiding van het verweer van Dio-Agro) onder meer ten aanzien van de schade aan dat artikel 13.2 tot en met 13.4 van de MUV onredelijk bezwarend zijn en vernietigbaar op grond van artikel 6:233 lid a BW. Daarnaast beroept zij zich op reflexwerking van artikel 6:237 sub f BW.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.6.
Dio-Agro vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [eiseres in conventie] . hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om aan Dio-Agro, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen, een bedrag van € 58.458,88, althans een zodanig bedrag als de recthbank in goede justitie zal vermenen te behoren, te vermeerderen met de contractuele rente van 12 % per jaar, althans de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf 14 dagen na de verschillende factuurdata, althans vanaf 30 dagen na de verschillende factuurdata, althans vanaf 4 april 2019, althans vanaf 23 mei 2019, althans vanaf de dag van het verzuim tot de dag der algehele voldoening;
2. [eiseres in conventie] . hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om aan Dio-Agro, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vergoeden de kosten van de buitengerechtelijke rechtsbijstand, ter hoogte van twee punten van het toepasselijk liquidatietarief, althans ter hoogte van een door de rechtbank naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
3. [eiseres in conventie] . hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de werkelijke kosten van deze procedure, vermeerderd met de nakosten van € 163,00 (zonder betekening) respectievelijk € 255,00 (met betekening) en met de wettelijke rente over de proces- en nakosten als [eiseres in conventie] . deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis heeft betaald.
3.7.
[eiseres in conventie] . voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
klachtplicht
4.1.
Dio-Agro voert aan dat [eiseres in conventie] . op grond van artikel 15.1 van de MUV geen beroep meer kan doen op een gebrek in de prestatie, omdat zij hierover niet binnen veertien dagen na ontdekking van de klachten heeft geklaagd. [eiseres in conventie] . heeft dit betwist. Ter zitting is aan de orde gekomen dat er van meet af aan contact tussen partijen is geweest over problemen met de werking van de melkrobots en dat Dio-Agro ook steeds heeft geprobeerd om de problemen op te lossen. In het licht hiervan heeft Dio-Agro haar verweer onvoldoende onderbouwd. De (blote) stelling dat in het begin slechts werd geklaagd over wissewasjes en de klacht met betrekking tot de gestelde non-conformiteit pas maanden na ingebruikname is geuit volgt de rechtbank dan ook niet. Indien en voor zover Dio-Agro een beroep doet op het schriftelijkheidsvereiste van de contractuele klachtplicht, is de rechtbank van oordeel dat een beroep hierop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dio-Agro heeft immers wel steeds naar de klachten van [eiseres in conventie] . gehandeld. Zij heeft daarbij ook op geen enkel moment een beroep gedaan op de contractuele klachtplicht. Het verweer faalt.
non-conformiteit
4.2.
[eiseres in conventie] . stelt dat er vanaf het moment van ingebruikname problemen zijn met de werking van de melkrobots. Het voornaamste probleem van de melkrobots is dat ze moeite hebben met het vinden van alle spenen bij de koeien om deze vervolgens aan te sluiten, waardoor de koeien niet goed/volledig worden uitgemolken. De robotarm is veelal niet in staat om de juiste referentiespeen te detecteren, waardoor er in het luchtledige wordt gescand. [eiseres in conventie] . heeft diverse keren bij Dio-Agro aangegeven dat de melkrobots niet goed functioneren. De melkrobots zijn diverse malen aan inspecties onderworpen, door zowel Dio-Agro als Boumatic. Daarnaast hebben er aanpassingen aan de instellingen van de melkrobots plaatsgevonden en zijn diverse onderdelen vervangen. Dit volgt ook uit de verslagen van Boumatic. De problemen bleven echter aanhouden. Dit wordt ook onderschreven door de door [eiseres in conventie] . ingeschakelde [deskundige 1] . Uit diens rapport blijkt dat beide melkrobots onvoldoende functioneerden om de koeien van [eiseres in conventie] . constant en goed te melken. Bovendien is door de vorige eigenaar van de melkrobots (schriftelijk) verklaard dat hij exact dezelfde problemen als [eiseres in conventie] . ondervond, aldus [eiseres in conventie] .
4.3.
Dio-Agro voert aan dat de melkrobots in het eerste jaar wel wat storingen en onderhoudspunten hadden, maar niet zodanig dat de melkrobots niet functioneerden c.q. niet aan de koopovereenkomst beantwoordden. De meeste klachten zijn toe te schrijven aan de onervarenheid van [eiseres in conventie] . en het niet opvolgen van de door Dio-Agro en Boumatic aan haar verstrekte gebruiksaanwijzingen, instructies en adviezen.
Uit de onderzoeken op locatie van Boumatic bleek dat de klacht met betrekking tot de aansluitingen niet aan het functioneren van de melkrobots te wijten waren, maar aan de bedrijfsvoering van [eiseres in conventie] . Volgens Dio-Agro was de administratie van de koegegevens niet op orde. Daarnaast hadden de koeien van [eiseres in conventie] . een bovengemiddeld groot aantal lactatiedagen na het afkalven. Verder werd door [eiseres in conventie] . niet structureel aandacht besteed aan de uierverzorging, het inleren en bijstellen van de koeien, het voeren en rantsoeneren van de koeien, en het bijhouden van diergegevens en de klauwgezondheid. Tevens werd meerdere keren geconstateerd dat [eiseres in conventie] . de melkrobots niet goed had ingesteld en de aandachtspunten niet goed bijhield, aldus Dio-Agro. Dio-Agro betwist voorts het rapport van [deskundige 1] . In de eerste plaats betreft het een eenzijdig tot stand gekomen partijrapport, waaraan reeds om die reden geen waarde kan worden gehecht. Dio-Agro heeft desverzocht gegevens aan [deskundige 1] verstrekt, maar heeft verder geen gelegenheid gehad om haar visie te geven op het rapport. Bovendien is het rapport uitsluitend op basis van (niet volledige) computergegevens en mededelingen van [eiseres in conventie] . tot stand gekomen. [deskundige 1] heeft de melkrobots niet in werking gezien en de destijds aanwezige veestapel ook niet. Uit de computergegevens kan de oorzaak niet worden afgeleid. Ten aanzien van de inhoud van het rapport voert Dio-Agro onder meer aan dat de mislukte aansluitingen vele oorzaken kan hebben, dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen storingen en alarmen omdat in het systeem elke melding wordt gezien als een alarm en dat [eiseres in conventie] . zelf ook storingen veroorzaakte door onwenselijke instellingen te hanteren. Ten aanzien van de door [deskundige 1] genoemde hoge kosten voert Dio-Agro aan dat het gaat om gebruikte melkrobots die meer kosten met zich meebrengen dan nieuwe melkrobots, dat de meeste kosten niet in rekening zijn gebracht en onder de garantie zijn opgelost, en dat onder de kosten ook kosten voor 2 nieuwe pc’s en 2 schermen zijn begrepen. Dio-Agro betwist dat de onderhoudskosten hoog zijn, onder verwijzing naar de door haar ingebrachte productie 4.
4.4.
De rechtbank stelt bij de beoordeling van de gestelde non-conformiteit het volgende voorop.
Een afgeleverde zaak dient aan de overeenkomst te beantwoorden (artikel 7:17 lid 1 BW). Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. In beginsel mag de koper verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien (artikel 7:17 lid 2 BW).
4.5.
De vraag welke eigenschappen de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. De rechtbank acht in dit kader in ieder geval van belang (en dit is ook niet tussen partijen in geschil) dat partijen de koop en verkoop van tweedehands melkrobots zijn overeengekomen die volledig gereviseerd zouden zijn. Waar de koper van een tweedehands machine rekening zal moeten houden met een bepaalde mate van op korte termijn te verrichten onderhoud, is dat bij een gereviseerde machine in mindere mate het geval.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat [eiseres in conventie] . genoegzaam heeft onderbouwd dat de melkrobots bij aflevering niet de eigenschappen bezaten die zij mocht verwachten op basis van de overeenkomst. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
4.7.
Ter zitting is aan de orde gekomen dat in het eerste jaar na de levering en ingebruikname van de melkrobots Dio-Agro diverse keren bij [eiseres in conventie] . op bezoek is geweest in verband met problemen met (de aansluiting van) de melkrobots. [eiseres in conventie] . stelt dat dit kort na de ingebruikname en wekelijks was, waarop Dio-Agro heeft verklaard het niet precies te weten maar wel dat zij op regelmatige basis bij [eiseres in conventie] . op bezoek is geweest in verband met de gestelde problemen aan de machine. Van deze bezoeken en het onderhoud zijn geen verslagen door Dio-Agro opgemaakt. Boumatic heeft in dit kader in een van haar verslagen opgemerkt dat in de registratiemappen geen onderhoudshistorie is aangetroffen, dat dit niet het protocol van Boumatic is, en dat Boumatic daarom niet kan controleren of het onderhoud volledig is uitgevoerd en wat er tijdens dit onderhoud is geconstateerd. Door [eiseres in conventie] . is onweersproken gesteld dat tijdens deze bezoeken er steeds technische aanpassingen aan de machine hebben plaatsgevonden.
Na het eerste jaar is ook Boumatic in beeld gekomen; [eiseres in conventie] . heeft van de bezoeken van Boumatic de (door Boumatic opgestelde) verslagen van 15 oktober 2018 en 6 november 2018 overgelegd. Uit deze verslagen volgt dat er diverse aanpassingen aan de instellingen van de machine zijn gedaan en dat onderdelen moesten worden vervangen. [eiseres in conventie] . heeft daarbij de (niet onderbouwde) stelling van Dio-Agro dat [eiseres in conventie] . tussen de bezoeken aanpassingen aan de instellingen heeft verricht betwist.
Uit deze verslagen volgt niet dat de omstandigheden en de koeverzorging niet goed zouden zijn, zoals Dio-Agro onder meer stelt; de opmerkingen in het eerste verslag “de haren op de uiers mochten wel weer gebrand worden” en in het tweede verslag “van koe 5761 konden we vaststellen dat deze veel haar op de uier heeft” zijn daarvoor onvoldoende. In de verslagen staat immers ook vermeld dat de koeien er redelijk netjes bij lopen, dat de ligboxen schoon waren en de uiers ook. Tevens is opgemerkt dat niet alle koeien een even mooie uier hebben, maar dat dit niet direct een reden is voor een mislukte aansluiting. In beide verslagen staat dat de melkboxen er netjes en schoon uitzagen. De stelling dat uit de niet op orde zijnde administratie blijkt dat veel koeien een bovengemiddeld aantal lactatiedagen zou hebben komt wél terug in de twee verslagen van Boumatic, maar dit heeft vooral (zo stelt ook Dio-Agro) gevolg voor de melkproductie en niet de werking (aansluiting) van de machine, althans dit is niet door Dio-Agro onderbouwd. Dat de omstandigheden en koeverzorging niet goed zouden zijn volgt ook niet uit het door [naam 2] opgestelde verslag van zijn bezoek aan [eiseres in conventie] . van 7 december 2018. Uit dit verslag kan slechts worden opgemaakt dat het doel van het gesprek “het beter laten functioneren van de melkrobots en de huidige stand van zaken” was, en de door Dio-Agro (vanuit Boumatic) voorgestelde aanpassing van de melkrobots met een nieuwe dubbelgripper met 3D-camera.
De voorgestelde aanpassing voor een nieuwe dubbelgripper met 3D-camera ligt naar het oordeel van de rechtbank niet voor de hand indien (zoals Dio-Agro nu stelt) er sprake zou zijn van slechte omstandigheden en de koeverzorging niet op orde was; in de eerste plaats zijn daar geen aanwijzingen voor en ter zitting heeft [functienaam] ook toegelicht dat (goede) omstandigheden rondom het melken de basis zijn bij zowel een enkele als een dubbele gripper. Onder de door Dio-Agro gestelde omstandigheden zou de voorgestelde aanpassing dan ook geen effect hebben gehad.
4.8.
Dio-Agro heeft bezwaren geuit tegen het door [eiseres in conventie] . ingebrachte (partij)deskundigenrapport van [deskundige 1] , onder meer tegen de onderzoeksopzet, maar heeft daar naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende tegenin gebracht. Op zichzelf is het juist dat partijen niet de mogelijkheid hebben gekregen om tijdens en na het onderzoek te reageren. Wel blijkt dat Dio-Agro door [eiseres in conventie] . is geïnformeerd over het onderzoek en dat zij door de deskundige is gevraagd om informatie aan te leveren. [eiseres in conventie] . heeft bovendien aan Dio-Agro gevraagd of zij een contra-expertise wenst uit te voeren. Van deze mogelijkheid heeft Dio-Agro afgezien, waarna partijen in onderling overleg hebben besloten om (op kosten van Dio-Agro) tot het loskoppelen van de machines over te gaan. Dio-Agro voert aan dat een contra-expertise op dat moment geen zin had omdat de machines niet “in werking” waren. Ook nu is volgens Dio-Agro een deskundigenonderzoek om die reden (en het tijdsverloop) niet zinvol. Het is de rechtbank niet duidelijk geworden waarom een contra-expertise op de door haar voorgestane wijze niet had kunnen plaatsvinden. De loskoppeling van de machines heeft immers pas op een later moment plaatsgevonden, zodat in ieder geval de machines aan een inspectie/onderzoek hadden kunnen worden onderworpen. Dat de deskundige van [eiseres in conventie] . een andere onderzoeksopzet heeft gehanteerd dan Dio-Agro zou willen is op zichzelf onvoldoende om aan dat onderzoek voorbij te gaan. De rechtbank merkt daarbij op dat uit het onderzoek van [deskundige 1] volgt dat ook beeldmateriaal is ingezien van (het aansluiten van) de machines. Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat Dio-Agro de stellingen van [eiseres in conventie] . onvoldoende heeft weersproken. Aan het bewijsaanbod van Dio-Agro wordt daarom niet toegekomen.
De rechtbank komt op grond van voorgaande verder tot de conclusie dat het rapport van [deskundige 1] kan worden betrokken bij de onderbouwing van de stellingen van [eiseres in conventie] .
4.9.
[deskundige 1] constateert in zijn rapport op basis van (door Dio-Agro overgelegde) computergegevens, dat de melkrobots onvoldoende functioneerden en dat het aansluiten van de koeien door de melkrobots niet goed en constant verliep. Hij concludeert daarbij onder meer dat gelet op de vele mislukte melkingen die bij een grote groep koeien (en dus niet alleen bij een paar “probleemkoeien”) plaatsvindt, het mislukken van een melking niet alleen een koeprobleem is (de koeien met de meeste mislukkingen) maar een robotprobleem omdat mislukkingen bijna bij alle koeien optreden. Daarnaast constateert [deskundige 1] dat sprake is van een groot (en bovenmatig) aantal storingsmeldingen, waarbij hij al een groot aantal meldingen buiten beschouwing laat. Tot slot constateert [deskundige 1] dat de onderhoudskosten bij doorberekening van alle kosten (dus ook de kosten die niet bij [eiseres in conventie] . in rekening zijn gebracht in verband met de garantie) veel te hoog zijn, zeker voor gereviseerde melkrobots.
4.10.
Gelet op de voornoemde omstandigheden in onderlinge samenhang bezien concludeert de rechtbank dat de melkrobots bij aflevering niet de eigenschappen bezaten die [eiseres in conventie] . op basis van de overeenkomst mocht verwachten en dat dus sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW. Van gereviseerde (tweedehands) melkrobots hoeft naar het oordeel van de rechtbank niet te worden verwacht dat er van meet af aan herhaaldelijk onderzoek en onderhoud moet worden verricht, waarbij diverse aanpassingen aan de machines moeten plaatsvinden, en dit ook voortduurt. Het onderhoud is niet goed gedocumenteerd, maar dit is een omstandigheid die voor rekening en risico van Dio-Agro moet komen; zij is immers degene die het onderhoud verricht en ook Boumatic heeft in dit kader aangegeven dat het verrichte onderhoud moet worden geregistreerd. Uit het gehele feitencomplex blijkt dat de machines niet naar behoren functioneerden en dit wordt ondersteund door het rapport van de door [eiseres in conventie] . ingeschakelde [deskundige 1] . Dio-Agro heeft de stellingen van [eiseres in conventie] . onvoldoende weersproken. De alternatieve oorzaken die zij aandraagt, zijn onvoldoende onderbouwd en vinden onvoldoende steun in de stukken. De rechtbank acht in dit kader tevens van belang dat [eiseres in conventie] . ter zitting het door Dio-Agro ( [functienaam] ) aangestipte belang van een goede koeverzorging en omstandigheden, heeft onderschreven. [functienaam] heeft ter zitting benadrukt dat daarover uitvoerig overleg heeft plaatsgevonden. [eiseres in conventie] . heeft in reactie hierop aangegeven dat partijen hierover inderdaad hebben gesproken en bij/na het sluiten van de overeenkomst een uitgebreid stappenplan is doorgenomen, maar dat zij de adviezen en instructies van Dio-Agro heeft opgevolgd en ook geen enkel belang had om deze niet op te volgen.
4.11.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat sprake is van een tekortkoming aan de zijde van Dio-Agro op basis waarvan [eiseres in conventie] . in beginsel de overeenkomst mocht ontbinden. Dio-Agro voert echter aan dat [eiseres in conventie] . niet gerechtigd was om de overeenkomst te ontbinden omdat Dio-Agro haar verplichtingen heeft opgeschort (en [eiseres in conventie] . dus in schuldeisersverzuim verkeert).
opschorting
4.12.
Dio-Agro stelt dat indien en voor zover op haar de verplichting (tot nakoming) rustte om klachten/gebreken aan de melkrobots te verhelpen, zij deze verplichting heeft opgeschort totdat [eiseres in conventie] . haar betalingsverplichtingen correct was nagekomen. [eiseres in conventie] . heeft immers de openstaande facturen van Dio-Agro niet betaald en mocht op grond van artikel 17.4 van de MUV deze betalingsverplichtingen niet opschorten, omdat het recht van [eiseres in conventie] . om haar vorderingen op Dio-Agro op te schorten of te verrekenen is uitgesloten. [eiseres in conventie] . verkeert dan ook in schuldeisersverzuim.
4.13.
[eiseres in conventie] . voert aan dat lopende de termijnbetalingen is gebleken dat de melkrobots gebrekkig waren en dat Dio-Agro, ondanks diverse malen de kans daartoe te zijn geboden, geen behoorlijk herstel uitvoerde. [eiseres in conventie] . heeft Dio-Agro daarop in gebreke gesteld, Dio-Agro in verzuim doen geraken, waarna [eiseres in conventie] . de betalingen heeft opgeschort. Dio-Agro kon dan ook op haar beurt haar verplichtingen niet opschorten. Het opschortingsverbod in de MUV is onredelijk bezwarend en vernietigbaar (artikel 6:233 lid a BW) en ook anderszins naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (artikel 6:248 BW).
4.14.
De rechtbank is van oordeel dat het opschortingsverbod in de MUV in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
[eiseres in conventie] . is een kleine ondernemer en de aanschaf van de melkrobots is voor haar een grote investering. Het gaat daarbij om een wezenlijk onderdeel van haar bedrijfsvoering. Ter zitting is gebleken dat zij een substantieel bedrag van ongeveer € 104.000,00 reeds aan Dio-Agro heeft voldaan. De resterende openstaande facturen heeft zij gelet op de non-conformiteit van de melkrobots opgeschort. Zij heeft dit ook kenbaar gemaakt aan Dio-Agro. Dio-Agro heeft ter zitting aangegeven dat zij gelet op de situatie [eiseres in conventie] . ook niet heeft aangesproken op betaling van de facturen. Aldus is ook niet gehandeld naar het opschortingsverbod in de MUV. Het opschortingsverbod moet dan ook buiten toepassing worden gelaten. Dit betekent dat [eiseres in conventie] . haar betalingsverplichtingen mocht opschorten. Het verzuim is aan de zijde van Dio-Agro ingetreden.
(tussen)conclusie; ontbinding
4.15.
Uit het voorgaande volgt dat sprake was van een tekortkoming aan de zijde van Dio-Agro en dat zij in verzuim was, zodat [eiseres in conventie] . de overeenkomst mocht ontbinden. De onder I. gevorderde verklaring voor recht dat de koopovereenkomst per 22 mei 2019 is ontbonden zal dan ook worden toegewezen. De ontbinding heeft tot gevolg dat voor partijen verbintenissen tot ongedaanmaking van de reeds ontvangen prestaties ontstaan. Partijen zullen in dit kader nadere afspraken met elkaar moeten maken. De onder II. gevorderde terugbetaling van (een gedeelte van) de koopprijs acht de rechtbank toewijsbaar. De wettelijke rente zal, zoals gevorderd in het petitum en niet gemotiveerd weersproken, worden toegewezen vanaf 22 mei 2019.
schade
4.16.
[eiseres in conventie] . vordert op grond van de artikelen 6:277 en 6:74 BW een vergoeding van de door haar geleden schade van € 97.911,00 (productieverlies ad € 76.671,00, kosten afvoer koeien € 13.540,00, extra schade onderhoud € 7.700,00) en € 57.209,92 (leasekosten Lely-melkrobots). Dio-Agro heeft de schade en de omvang daarvan betwist. Daarnaast wijst zij (onder meer) op artikel 13.4. van de MUV, waarin is bepaald dat gevolgschade niet voor vergoeding in aanmerking komt.
4.17.
De rechtbank zal de extra schade met betrekking tot het onderhoud afwijzen. [eiseres in conventie] . heeft niet onderbouwd dat deze kosten door haar gemaakt zijn.
4.18.
Ten aanzien van de posten productieverlies, kosten afvoer koeien en de leasekosten, merkt de rechtbank op dat zij de berekening ten aanzien van (de hoogte van) deze schadeposten niet zonder meer kan volgen. Verder overweegt de rechtbank dat op basis van artikel 13.4. van de MUV voornoemde posten zijn aan te merken als gevolgschade. [eiseres in conventie] . heeft hiertegen geen specifieke verweren gevoerd, zodat de rechtbank hiervan uitgaat; de posten kwalificeren als gevolgschade.
4.19.
[eiseres in conventie] . voert aan dat een beding dat gevolgschade volledig uitsluit onredelijk bezwarend is ex artikel 6:237 sub f BW en artikel 233 onder a BW, en daarom vernietigbaar.
4.20.
De rechtbank stelt voorop dat op overeenkomsten met niet-consumenten artikel 6:237 BW niet van toepassing is. [eiseres in conventie] . voert in dit kader aan dat sprake is van reflexwerking, maar de rechtbank volgt dit betoog niet. De overeenkomst die is gesloten heeft immers direct verband met haar beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Dat [eiseres in conventie] . een kleine ondernemer is, is in dit verband onvoldoende. Het feit dat zoals hier het geval is, een beding op de grijze lijst voorkomt (waarbij bij de overeenkomst met een consument de stelplicht en bewijslast op de gebruiker ligt), kan wel enige invloed uitoefenen bij de toetsing aan de open norm van artikel 6:233 onder a BW.
4.21.
Op grond van artikel 233 onder a BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. [eiseres in conventie] . draagt de stelplicht en bewijslast ten aanzien van het complex van feiten waaruit de onredelijke bezwarendheid van het beding volgt.
4.22.
[eiseres in conventie] . voert aan dat het beding onredelijk bezwarend is omdat Dio-Agro haar prestatie niet heeft geleverd, waardoor de schade is ontstaan. Daarnaast voert zij aan dat zij een kleine onderneming is tegenover een grote onderneming als Dio-Agro, voor wie het handelen in melkrobots dagelijks werk is, en dat het afschrijven van de melkrobots voor Dio-Agro een aanzienlijk kleiner financieel risico betreft dan voor [eiseres in conventie] . Verder is [eiseres in conventie] . niet juridisch onderlegt en heeft zij ook geen vaste juridisch adviseur.
4.23.
Dio-Agro betwist dat zij een grote ondernemer is. Zij voert aan dat de aankoop van de melkrobots een bedrijfsmatige transactie is met een aanzienlijk financieel belang, waarover tussen partijen is onderhandeld. De beperking van de gevolgschade is niet ongebruikelijk en dient een redelijk doel om financiële risico’s van de gebruiker te beperken en verzekerbaar te houden.
4.24.
De rechtbank is van oordeel dat [eiseres in conventie] . onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangedragen op basis waarvan het beding in de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is voor [eiseres in conventie] . Een beding waarin aansprakelijkheid voor gevolgschade wordt uitgesloten is niet ongebruikelijk bij zakelijke transacties. Dio-Agro heeft ter zitting verklaard dat zij een onderneming betreft met maar elf werknemers. In een situatie als deze waarin de gevolgschade op voorhand niet te overzien is, en sprake is van een zakelijke transactie tussen twee kleine ondernemers, is het niet onredelijk om gevolgschade volledig uit te sluiten. Dat [eiseres in conventie] . niet juridisch onderlegd is en geen juridisch adviseur had (bij het sluiten van de overeenkomst), maakt niet dat uitsluiting van aansprakelijkheid voor gevolgschade niet toelaatbaar zou zijn. Het lag op de weg van [eiseres in conventie] . om zich juridisch te laten adviseren bij het sluiten van een (financieel omvangrijke) zakelijke transactie. Dat de schade niet zou zijn ontstaan indien Dio-Agro een conform product zou hebben geleverd maakt de algemene voorwaarden zelf niet onredelijk bezwarend.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de gestelde gevolgschade moet worden afgewezen.
4.25.
[eiseres in conventie] . vordert expertisekosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid van in totaal € 6.482,00 (4.686,50 + 997,50 + 798,00) exclusief btw. De kosten hebben betrekking op de rapporten van [expertisebureau] en accountantskosten van [accountantsbureau] . De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 4.686,50 (de eerste factuur bijbehorend bij het eerste rapport van [expertisebureau] ) exclusief btw omdat de andere bedragen op de schadeberekening zien.
buitengerechtelijke incassokosten
4.26.
[eiseres in conventie] . maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank overweegt dat uit de stukken volgt dat in ieder geval sprake is van een ingebrekestelling c.q. aanmaning tot het zorgdragen voor goed en correct functioneren van de melkrobots. De vordering van buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe Dio-Agro zal worden veroordeeld.
uitvoerbaar bij voorraad
4.27.
[eiseres in conventie] . vordert het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dio-Agro heeft hiertegen ter zitting verweer gevoerd. Zij verzoekt een eventuele veroordeling tegen haar niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vanwege een restitutierisico, omdat uit de stellingen van [eiseres in conventie] . volgt dat zij financiële problemen heeft.
4.28.
Volgens vaste jurisprudentie kan aangenomen worden dat degene die een veroordeling tot betaling van een geldsom vordert, het vereiste belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad heeft (HR 27 februari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2602), terwijl een daartegenover gesteld restitutierisico geconcretiseerd moet worden (HR 17 juni 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1400). Dat de executie mogelijk tot ingrijpende gevolgen leidt, die moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, staat op zichzelf niet in de weg aan uitvoerbaarverklaring bij voorraad, maar is slechts een omstandigheid die meegewogen moet worden (HR 28 mei 1993, ECLI:NL:HR: 1993:ZC0976). Dio-Agro heeft haar verweer niet nader onderbouwd, zodat naar het oordeel van de rechtbank het gegeven belang van [eiseres in conventie] . bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad zwaarder weegt. Het verweer van Dio-Agro faalt.
de proceskosten
4.29.
Nu beide partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld zijn te beschouwen (en slechts een deel van de vorderingen zal worden toegewezen), zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in reconventie
4.30.
De vorderingen in reconventie zullen, gelet op het oordeel in conventie dat de overeenkomst is ontbonden, worden afgewezen. De ontbinding bevrijdt partijen van de daardoor getroffen verbintenissen, waardoor ook geen nakoming meer kan worden gevorderd.
4.31.
Dio-Agro zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [verweersters in reconventie] worden begroot op € 1.183,00 (2 punten x factor 0,5 x tarief € 1.183,00).
4.32.
De nakosten zullen op de in de beslissing weergegeven wijze worden begroot.
4.33.
De wettelijke rente over de proceskosten en nakosten is niet weersproken en zal worden toegewezen met inachtneming van de in de beslissing te bepalen termijn.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat de overeenkomst die op 27 juli 2017 tussen partijen is gesloten per 22 mei 2019 is ontbonden,
5.2.
veroordeelt Dio-Agro om aan [eiseres in conventie] . te betalen een bedrag van € 50.546,12, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 mei 2019,
5.3.
veroordeelt Dio-Agro om aan [eiseres in conventie] . te betalen een bedrag van € 1.280,46 aan buitengerechtelijke kosten;
5.4.
veroordeelt Dio-Agro om aan [eiseres in conventie] . te betalen een bedrag van € 4.686,50 exclusief btw, aan expertisekosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
compenseert de proceskosten in conventie in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.8.
wijst de vorderingen af,
5.9.
veroordeelt Dio-Agro in de proceskosten, aan de zijde van [verweersters in reconventie] . tot op heden begroot op € 1.183,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.10.
veroordeelt Dio-Agro in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Dio-Agro niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.11.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sterk en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.