ECLI:NL:RBZWB:2023:7349
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Hamburger
- mr. Haerkens-Wouters
- mr. Jurkovich
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag en benoeming van een voogd in een gezagsbeëindigende maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 oktober 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader en de moeder over hun drie minderjarige kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de ouders te beëindigen en de Stichting Jeugdbescherming Brabant als voogd aan te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], een belast verleden hebben en momenteel in gezinshuizen verblijven. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar er is sprake van onrust en onveiligheid in de thuissituatie, wat heeft geleid tot de uithuisplaatsing van de kinderen in 2021. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 12 september 2023 gehouden, waarbij de moeder en vertegenwoordigers van de Raad en de GI aanwezig waren. De vader was niet verschenen, maar was wel opgeroepen. De kinderen hebben aangegeven behoefte te hebben aan duidelijkheid over hun verblijfplaats en zijn bang dat hun ouders hen uit het gezinshuis kunnen weghalen. De rechtbank heeft overwogen dat de huidige situatie niet in het belang van de kinderen is en dat zij behoefte hebben aan stabiliteit en duidelijkheid. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de Raad toegewezen, het ouderlijk gezag van de ouders beëindigd en de Stichting Jeugdbescherming Brabant benoemd tot voogd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de maatregel onmiddellijk wordt uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.