ECLI:NL:RBZWB:2023:7369
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen door UWV op aanvraag herbeoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een B.V. uit [plaats], tegen het niet tijdig beslissen van het UWV op zijn aanvraag van 7 oktober 2021 voor herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een (voormalig) werknemer. De rechtbank heeft op 23 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. Dit komt doordat UWV op 22 augustus 2023 alsnog heeft beslist op de aanvraag, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen.
Eiser heeft in een brief aan de rechtbank van 17 oktober 2023 aangegeven dat hij het niet eens is met het besluit van 22 augustus 2023 en daar bezwaar tegen heeft gemaakt. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om het beroep als bezwaar te behandelen, omdat eiser ook in dat geval geen belang meer heeft bij zijn beroep. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen.
Ondanks dat het beroep niet-ontvankelijk is, heeft de rechtbank UWV veroordeeld in de proceskosten van eiser, omdat UWV naar aanleiding van het beroep alsnog een beslissing heeft genomen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 418,50, en UWV moet ook het door eiser betaalde griffierecht van € 365,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J. van Alphen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.