ECLI:NL:RBZWB:2023:7374
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een WIA-uitkering door het UWV na ziekte en beëindiging van het dienstverband
In deze uitspraak van 20 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen, ongegrond verklaard. Eiseres, die als medewerkster frontoffice bij haar ex-werkgever werkte, had zich op 2 oktober 2017 ziek gemeld. Na haar herstel en beëindiging van het dienstverband in juli 2019, vroeg zij op 3 maart 2020 een WIA-uitkering aan. Het UWV weigerde deze aanvraag op basis van een verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek, waarbij werd geconcludeerd dat eiseres per 10 oktober 2019 minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
De rechtbank heeft het medisch onderzoek van het UWV als zorgvuldig beoordeeld. Eiseres had meerdere keren haar klachten en beperkingen gepoogd te onderbouwen met informatie van behandelende artsen, maar de rechtbank oordeelde dat de rapportages van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat het UWV zich terecht had gebaseerd op de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 24 oktober 2020, waaruit bleek dat eiseres op basis van haar belastbaarheid voor 0% arbeidsongeschikt kon worden geacht. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres niet gevolgd, omdat deze niet waren onderbouwd met objectiveerbare medische stukken.
De rechtbank heeft de beslissing van het UWV om de WIA-uitkering te weigeren bevestigd, omdat er geen recht op uitkering bestaat bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35%. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.