ECLI:NL:RBZWB:2023:7407
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- R. Rouwen
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis in de vrijwaringszaak met proceskostencompensatie tussen voormalige echtgenoten
In deze vrijwaringszaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 4 oktober 2023 een eindvonnis uitgesproken. De zaak betreft een vordering in vrijwaring die voortvloeit uit een eerdere hoofdzaak, waarin de kantonrechter op 7 september 2022 de vordering had afgewezen. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. van der Borst, en de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J.W. Westenberg, zijn voormalige echtgenoten. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juni 2023 zijn de relevante stukken en pleitnotities besproken.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat, gezien de afwijzing van de vordering in de hoofdzaak, de vordering in vrijwaring en de voorwaardelijke reconventie geen verdere behandeling behoeven. Beide vorderingen zijn dan ook afgewezen. In het vonnis is tevens aandacht besteed aan de proceskosten. De kantonrechter heeft besloten om de proceskosten te compenseren, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R. Rouwen op de datum van uitspraak.