Op 11 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige01] en [minderjarige02]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van beide kinderen verlengd voor de duur van een jaar, met ingang van 18 oktober 2023 tot 18 april 2024. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om deze verlenging, omdat de ontwikkeling van de kinderen nog steeds ernstig bedreigd wordt. De moeder van de kinderen, die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft zich positief opgesteld en de samenwerking met de gecertificeerde instelling (GI) verloopt goed. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn, maar dat de situatie nog kwetsbaar is. Er zijn zorgen over het gedrag van [minderjarige01], die zelfbepalend gedrag vertoont en niet volledig naar school gaat. De kinderrechter heeft ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een netwerkpleeggezin (grootouders moederszijde) verlengd, eveneens van 18 oktober 2023 tot 18 april 2024. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ontwikkeling van de kinderen niet verder in gevaar komt.