Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- een vertegenwoordigster van de GI;
- een vertegenwoordigster van de Raad.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige01]. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld op 14 april 2017 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De huidige verlenging is aangevraagd door de gecertificeerde instelling (GI), het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van [minderjarige01]. De moeder van [minderjarige01] is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, ondanks dat zij correct is opgeroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige01] nog steeds in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, vooral door de niet meewerkende houding van de moeder en de zorgen vanuit de school. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor een periode van drie maanden, van 24 oktober 2023 tot 24 januari 2024, en heeft deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het noodzakelijk is dat de GI contact zoekt met de moeder om de situatie van [minderjarige01] te borgen en dat er een borgingsplan moet komen voordat de ondertoezichtstelling kan worden beëindigd.