ECLI:NL:RBZWB:2023:745
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-onderzoek bij veroordeelden ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 januari 2023 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de afname en verwerking van zijn DNA-profiel. De veroordeelde, geboren in 1963, had bezwaar aangetekend op grond van artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Het bezwaar was ingediend op 30 september 2022 en de behandeling vond plaats in besloten raadkamer op 17 januari 2023. De veroordeelde was niet verschenen, ondanks een goede oproeping. De verdediging stelde dat de afname van het DNA-profiel niet van betekenis zou zijn voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten, gezien de aard van het misdrijf en de omstandigheden waaronder het gepleegd was. De veroordeelde had eerder een strafbeschikking ontvangen en was niet eerder veroordeeld, wat volgens de verdediging een uitzondering op de wet rechtvaardigde.
De officier van justitie betoogde echter dat er een wettelijke grondslag was voor de afname van het DNA-materiaal, aangezien overtredingen van de Opiumwet doorgaans misdrijven zijn die door middel van DNA-onderzoek worden opgelost. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het een atypisch delict betrof, dit niet betekende dat aan de uitzonderingsbepalingen van de Wet DNA was voldaan. De rechtbank benadrukte dat de wet beoogt om toekomstige strafbare feiten van de veroordeelde op efficiënte wijze op te sporen en dat de afname van DNA bij iedere veroordeelde als uitgangspunt geldt.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het bezwaar ongegrond, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de wet rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde, ondanks zijn argumenten, niet kon aantonen dat het zeer onaannemelijk was dat hij in de toekomst opnieuw een strafbaar feit zou plegen. De beslissing werd genomen door rechter E.B. Prenger, in aanwezigheid van griffier S.H.M.R. Chevalier-Verbunt, en werd openbaar uitgesproken op 30 januari 2023.