In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget (HPKB). Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 27 februari 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 24 april 2023 op het bezwaar van eiseres heeft verweerder de afwijzing van de aanvraag in stand gelaten. De rechtbank heeft het beroep op 7 september 2023 op zitting behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
Eiseres beschikt over een Valys-pas voor taxivervoer, waarmee zij aanspraak kan maken op een HPKB, een voorziening voor mensen met ernstige chronische beperkingen. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, omdat verweerder in redelijkheid heeft kunnen concluderen dat eiseres vanuit strikt medische optiek in staat is om met de trein te reizen, al dan niet met assistentie. Eiseres heeft medische informatie overgelegd, maar deze toont niet aan dat zij niet met de trein kan reizen met behulp van een begeleider of hulpmiddel.
De rechtbank wijst erop dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM, omdat het contact met haar zoon niet door de afwijzing wordt belemmerd. De beroepsgronden van eiseres slagen niet, en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.M.J.C. Paijmans, rechter, en is geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.