ECLI:NL:RBZWB:2023:7488

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414643 / FA RK 23/4694
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1978. De officier van justitie had op 6 oktober 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de rechtbank oordeelde dat hij correct was opgeroepen en dat hij bewust afstand deed van zijn recht om gehoord te worden. De advocaat van de betrokkene heeft geen verweren ingebracht, maar heeft wel aangegeven dat de situatie van de betrokkene zorgwekkend is.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om mee te werken aan de behandeling. De verzochte vormen van verplichte zorg zijn noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking en tot en met 24 oktober 2024. De rechtbank heeft de overige verzochte vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414643 / FA RK 23/4694
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 24 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1978 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.L.M. Gommers te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 6 oktober 2023, ingekomen ter griffie op 6 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 4 oktober 2023;
- de medische verklaring van 4 oktober 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 3 oktober 2023;
- het zorgplan van 31 augustus 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 1 december 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2023, in de [accommodatie01] te Breda.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- mevrouw mr. C.L.M. Gommers, advocaat, namens betrokkene;
- mevrouw [naam01] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [naam02] , casemanager.
1.4
Uit artikel 6:1 Wvggz volgt dat de rechter betrokkene hoort na ontvangst van het verzoekschrift voor een zorgmachtiging, tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet in staat is of niet bereid is zich te doen horen. De rechtbank heeft betrokkene bij brief van 9 oktober 2023 opgeroepen voor de mondelinge behandeling van 24 oktober 2023. Daarbij begrijpt de rechter dat de casemanager ook nog een kopie van de oproepbrief persoonlijk op het woonadres van betrokkene heeft bezorgd. De casemanager heeft aangegeven dat zij de brief tussen de deur van betrokkene heeft geklemd, omdat hij niet open deed, en heeft gezien dat de brief de volgende dag was weggehaald. Betrokkene heeft geen telefoon en e-mail en kan alleen per post of in persoon worden bereikt. Gelet op het vorenstaande stelt de rechter vast dat betrokkene correct is opgeroepen en op de hoogte is of had kunnen zijn van de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling. Daarbij neemt de rechter ook in overweging dat daarnaast nog is geprobeerd door de behandelaar om betrokkene vlak voor de zitting op te halen in zijn woning, maar dat betrokkene niet in zijn woning aanwezig was of in ieder geval de deur niet open deed. Op grond van het vorengaande is de rechter van oordeel dat betrokkene in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, maar niet bereid is zich te doen horen en daarmee bewust afstand doet van zijn recht om gehoord te worden. De rechter heeft daarop besloten om de mondelinge behandeling – met instemming van de advocaat van betrokkene – in afwezigheid van betrokkene voort te zetten.
1.4
De psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld heeft betrokkene niet kunnen spreken. Hij is op verschillende momenten bij betrokkene langs gegaan nadat hij daartoe een afspraak heeft gemaakt maar betrokkene was telkens niet thuis. Hij heeft zijn oordeel dus moeten baseren op de stukken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de onafhankelijk psychiater voldoende getracht om betrokkene in persoon te onderzoeken en kan de medische verklaring in zijn huidige vorm dan ook worden geaccepteerd.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
De advocaat van betrokkene heeft aangegeven betrokkene niet gesproken te hebben maar dat zij wel ziet dat, gelet op de stukken, dat betrokkene achteruit gaat. Ze geeft ook aan dat de mondelinge behandeling over de zorgmachtiging ook vaak voor onrust zorgt bij betrokkene. Juridisch heeft zij geen verweren.
3.2
De casemanager heeft aangegeven dat het drie weken geleden voor het laatst is gelukt om met betrokkene in contact te komen. Op dit moment weigert betrokkene het contact met de hulpverlening en hij heeft vandaag voor de tweede keer zijn tweewekelijkse depotmedicatie gemist. Zonder de inzet van medicatie zal het contact met betrokkene verder verslechteren en zal zijn middelengebruik toenemen, wat zorgwekkend is. Als gevolg daarvan dreigt er maatschappelijke teloorgang en kan betrokkene agressief gedrag richting zijn omgeving gaan vertonen. Desgevraagd benoemt de casemanager dat er (nog) geen meldingen zijn gedaan van overlast door betrokkene. De tijd tikt wel door gelet op het uitwerken van het depot. Verder maken de buren van betrokkene zich zorgen om hem. Betrokkene is vaak ’s ochtends al bier aan het drinken, is vaak weg en is ‘s nachts vaak aan het rommelen. De casemanager benadrukt dat een nieuwe zorgmachtiging nodig is, met de zorgvormen het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, voor het contact met het FACT-team. De zorgvormen het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen zijn niet aan de orde.
3.3
De verpleegkundig specialist heeft aangegeven dat het tot voor kort goed ging met betrokkene. Sinds de mondelinge behandeling in zicht is gekomen, weigert betrokkene het contact met de hulpverlening en zijn depotmedicatie. De specialist benoemt dat betrokkene ingeval van psychotische ontregeling erg agressief kan worden naar zijn omgeving. De hulpverlening is dan – uit veiligheidsoverwegingen – wat terughoudend. Verder benoemt de specialist dat een kortdurende opname nu nodig is om betrokkene weer in te stellen op zijn depotmedicatie. Dat lukt niet in de thuissituatie. Zonder de mogelijkheid van een gedwongen opname heeft een nieuwe zorgmachtiging niet zoveel nut, aldus de verpleegkundige.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 1 december 2022 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend, tot en met 1 december 2023.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is genoegzaam gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, gelegen in het schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene ten tijde van een psychotische ontregeling afwerend is in het contact en agressief en overlastgevend gedrag vertoont richting zijn omgeving. Er is dan tevens sprake van zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is genoegzaam gebleken dat betrokkene geen of althans onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om vrijwillig mee te werken aan de behandeling, bestaande uit het onderhouden van contact met het FACT-team en het innemen en accepteren van de noodzakelijke geachte (depot)medicatie. Hij wil geen contact met de hulpverlening en hij is al twee keer zijn depot niet komen ophalen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Gebleken is dat voor de overige in het verzoekschrift verzochte vormen van verplichte zorg, geen noodzaak bestaat, zoals tijdens de mondelinge behandeling ook door de casemanager is aangegeven. De rechtbank zal deze vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen.
Voorts overweegt de rechtbank dat er op dit moment, op grond van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, onvoldoende grond is om de zorgvorm ‘het opnemen in een accommodatie’ ambtshalve toe te wijzen. De geneesheer-directeur heeft in zijn bevindingen nadrukkelijk naar voren gebracht dit niet nodig te vinden. Daarbij komt dat, wanneer tijdens de looptijd van deze zorgmachtiging de noodzaak voor een gedwongen opname zich toch aandient, alsnog om een wijziging van de zorgmachtiging kan worden verzocht. In dat geval kan tijdelijke verplichte zorg worden toegepast en betrokkene wellicht in persoon worden gesproken en onderzocht voor een nieuwe medische verklaring.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 24 oktober 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1978 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
24 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 27 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.