Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1978 te [geboorteplaats01] ;
24 oktober 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1978. De officier van justitie had op 6 oktober 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de rechtbank oordeelde dat hij correct was opgeroepen en dat hij bewust afstand deed van zijn recht om gehoord te worden. De advocaat van de betrokkene heeft geen verweren ingebracht, maar heeft wel aangegeven dat de situatie van de betrokkene zorgwekkend is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om mee te werken aan de behandeling. De verzochte vormen van verplichte zorg zijn noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking en tot en met 24 oktober 2024. De rechtbank heeft de overige verzochte vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023.