ECLI:NL:RBZWB:2023:7489

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414652 / FA RK 23/4696
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1990. De officier van justitie had op 6 oktober 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en behandelaren aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven geen psychische problematiek te ervaren en verzet zich tegen de zorgmachtiging, terwijl de behandelaren hebben verklaard dat er sprake is van een psychotische stoornis en verward gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en agressief gedrag. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de uitspraak tot en met 24 april 2024. De rechtbank heeft de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414652 / FA RK 23/4696
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 24 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1990 te [plaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.C.A. Hollants te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 6 oktober 2023, ingekomen ter griffie op 6 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 4 oktober 2023;
- de medische verklaring van 4 oktober 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 30 augustus 2023;
- het zorgplan van 25 augustus 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2023 in [plaats01] , bij de ingang van het appartementencomplex waar de ouders van betrokkene woonachtig zijn.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam01] en de heer [naam02] , behandelaren van het FACT-team.
Conform de beleidsafspraken van de rechtbank was er ook een politieagent aanwezig, om toe te zien op de veiligheid van de aanwezigen.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controle of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen ter behandeling van een psychische stoornis, danwel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat er bij hem geen sprake is van psychische problematiek. Volgens betrokkene worden er leugens verteld en wordt er gefraudeerd. Ook benoemt betrokkene dat zijn huidige problemen door de inzet van eerdere hulpverlening juist zijn begonnen. Hij wil deze problemen zelf oplossen en heeft geen zorg nodig. Tot slot benoemt betrokkene dat hij niet opgenomen wil worden.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Betrokkene wil geen zorgmachtiging en vindt dat het goed met hem gaat. Hij erkent de sociale problemen in het kader van huisvesting en financiën, maar vindt niet dat hij daarvoor zorg nodig heeft. Uit de stukken blijkt dat betrokkene verward gedrag kan vertonen. Ingeval het verzoek wordt toegewezen, dienen de zorgvormen het toedienen van vocht en voeding te worden afgewezen en dient de zorgvorm het opnemen in een accommodatie voor zo kort mogelijke duur te worden toegepast.
3.3
De behandelaren hebben aangegeven dat er bij betrokkene sprake is van een psychotische stoornis en dat hij verward gedrag vertoont. Het lukt betrokkene niet om zelf huisvesting te regelen en als gevolg daarvan is er sprake van verwaarlozing. Daarnaast is gebleken dat betrokkene niet openstaat voor de benodigde behandeling. De behandelaren hebben betrokkene een aantal keer kort gesproken. Betrokkene stond daar toen niet voor open en liep ook weg uit het gesprek. De behandelaren benadrukken dat een gedwongen opname nu noodzakelijk is voor betrokkene.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is genoegzaam gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis gelegen in het schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene onder invloed van de bovengenoemde stoornis achterdochtig is en verward gedrag vertoont. Ook is betrokkene meerdere malen dreigend en fysiek agressief geweest richting zijn ouders. De rechtbank begrijpt voorts dat betrokkene enige tijd geleden uit zijn woning is gezet vanwege een forse huurachterstand, waardoor hij thans geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en op straat rondzwerft of op het terras van zijn ouders bivakkeert. Daarbij heeft betrokkene kortgeleden op straat agressie over zich afgeroepen, hetgeen uitmondde in een fractuur van zijn onderkaak die operatief behandeld moest worden.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene staat niet open voor contacten met de hulpverlening en heeft aangegeven dat hij geen zorg wil ontvangen en niet opgenomen wil worden. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles alsmede het verrichten van medische controle of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen ter behandeling van een psychische stoornis, danwel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, met ingang van heden en tot en met 24 april 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1990 te [plaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
24 april 2024;
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 27 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.