ECLI:NL:RBZWB:2023:7501
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 oktober 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Goirle beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] te [plaats 1], vastgesteld op € 275.000 per 1 januari 2020. Belanghebbende, eigenaar van de woning, vond deze waarde te hoog en stelde dat de waarde maximaal € 240.000 zou moeten zijn. De rechtbank heeft het beroep op 14 september 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van belanghebbende als de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning te hoog is vastgesteld, aangezien beide partijen de door hen voorgestelde waarden niet aannemelijk hebben gemaakt. De rechtbank stelt de waarde in goede justitie vast op € 274.000. Daarnaast maakt belanghebbende aanspraak op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn met ongeveer 8 maanden is overschreden en kent een schadevergoeding toe van € 100, waarvan € 25 door de heffingsambtenaar en € 75 door de Minister van Justitie en Veiligheid moet worden betaald.
De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, vermindert de vastgestelde waarde van de woning tot € 274.000, en veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van het griffierecht en proceskosten aan belanghebbende, die in totaal € 2.266 bedragen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.