ECLI:NL:RBZWB:2023:7520

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/414768 / FA RK 23/4753
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek tot zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren betrokkene, zijn advocaat, een psychiater en een begeleidster aanwezig. Betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging en dat hij al een jaar geen drugs meer had gebruikt. Hij wilde graag verder zonder verplicht zorgkader en was gemotiveerd om zijn medicatie in te nemen. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, wijzend op de voortgang die betrokkene had geboekt en zijn bereidheid om zorg te accepteren.

De psychiater uitte echter twijfels over de bestendigheid van betrokkene's vrijwilligheid en de noodzaak van de zorg. De rechtbank overwoog dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat kan leiden tot ernstig nadeel zonder de juiste zorg. Ondanks de positieve ontwikkelingen in het leven van betrokkene, concludeerde de rechtbank dat er momenteel voldoende vrijwilligheid was om de zorg op vrijwillige basis te accepteren. Daarom werd het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter J. Jansen en is op 30 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414768 / FA RK 23/4753
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 24 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1996 te [plaats01] ,
wonende te [adres01] 34, [postcode01] [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. van 't Hoff te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 11 oktober 2023, ingekomen ter griffie op 11 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 6 oktober 2023;
- de zorgkaart van 3 oktober 2023;
- het zorgplan van 2 oktober 2023;
- de medische verklaring van 29 september 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 29 november 2022.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2023, in de [accommodatie01] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam01] , psychiater;
- mevrouw [naam02] , begeleidster.
Tevens waren er, met instemming van de aanwezigen, twee stagiaires bij de mondelinge behandeling aanwezig. Zij zijn niet gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat. Hij is al lange tijd niet meer opgenomen geweest en heeft inmiddels al een jaar geen drugs meer gebruikt. Betrokkene wil graag de kans krijgen om zonder verplicht zorgkader en zonder betrokkenheid van het FACT-team verder zijn leven op te bouwen. Daarbij benoemt betrokkene dat hij ook zonder zorgmachtiging zijn medicatie zal blijven innemen zolang dat voor hem noodzakelijk wordt bevonden. Betrokkene woont bij [accommodatie02] . Zij zien er op toe dat hij zijn medicatie inneemt. Betrokkene zou het contact met het FACT het liefst wel steeds verder afbouwen, want dit ervaart hij als een last. Desgevraagd geeft hij aan dat er de afgelopen negen maanden vier contactmomenten zijn geweest. Betrokkene benadrukt voorts dat hij de contacten met het FACT-team wel zal blijven accepteren als dat nodig is vanwege de medicatie.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Er is bij betrokkene sprake van een psychische stoornis en daar kan zonder de inzet van de juiste zorg ernstig nadeel uit ontstaan. Dat ziet betrokkene zelf in. Daarbij is er sprake van een voldoende bestendige vrijwilligheid ten aanzien van de benodigde zorg. De advocaat benadrukt dat betrokkene het afgelopen jaar een behoorlijke progressie heeft gemaakt en al een jaar geen drugs meer heeft gebruikt. Ook is betrokkene gemotiveerd om zich aan de afspraken te houden en bereid om zijn medicatie te blijven innemen, zoals hij het afgelopen jaar ook steeds zonder strubbelingen heeft gedaan. De contacten met het FACT-team verlopen nu bovendien via zijn woonbegeleiding en dat gaat goed.
3.3
De psychiater heeft aangegeven dat betrokkene voorheen ten gevolge van zijn drugsgebruik psychotisch kon ontregelen. Ook benoemt de psychiater dat betrokkene thans wat vaag is over zijn bereidheid om zonder zorgmachtiging contact met de ambulante hulpverlening te onderhouden en medicatie te blijven innemen. Volgens de psychiater wil betrokkene het liefst geen contact met het FACT-team. Om deze reden is er op dit moment maar weinig contact. De psychiater legt uit dat het contact nodig is vanwege de inzet van medicatie en bij voorkeur eens per drie maanden plaatsvindt. Ook betwijfelt de psychiater of betrokkene zonder verplicht zorgkader de benodigde medicatie blijft innemen. Betrokkene geeft namelijk aan dat hij enkel medicatie wil innemen als dat moet, en dat is lastig te realiseren in een vrijwillig kader. Daarnaast ziet betrokkene niet in dat het nu goed met hem gaat vanwege de inzet van medicatie. Tot slot geeft de psychiater aan dat het FACT-team naar aanleiding van de signalen over het zonder reden lachen van betrokkene bij betrokkene langs is geweest voor een gesprek, hetgeen hem niet goed beviel. Betrokkene was toen erg boos en gespannen.
3.4
De begeleidster heeft in aanvulling op de psychiater aangegeven dat betrokkene het afgelopen jaar zichtbaar is vooruitgegaan. Het gaat op dit moment goed met hem. Hij houdt zich aan de regels en afspraken van zijn begeleide woonomgeving, staat meer open voor begeleiding en is zelf bezig met het regelen van zijn rijbewijs. Ook neemt betrokkene zijn medicatie al lange tijd goed in. Hoewel betrokkene een keer heeft aangegeven dat hij misschien geen medicatie meer wil innemen als dit niet langer verplicht is, geeft hij nu duidelijk aan dat hij zijn medicatie zal blijven innemen zolang dat nodig is. De begeleidster benoemt verder dat betrokkene vorige week zonder reden flink aan het lachen was in de gang of voor zijn deur. Dit signaal is doorgegeven aan het FACT-team. Betrokkene zei daarover dat hij gewoon gelukkig is. De begeleidster vindt het tot slot fijn als het FACT-team betrokken blijft bij betrokkene.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda van 29 november 2022 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend, tot en met 29 november 2023.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank overweegt dat betrokkene zonder de juiste zorg – en voorheen vanwege drugsgebruik – psychotisch kan ontregelen, waarbij hij dreigend en agressief gedrag kan vertonen. Als gevolg daarvan is betrokkene in het verleden meermaals in aanraking gekomen met politie en justitie. De rechtbank begrijpt voorts dat er onder invloed van de bovengenoemde stoornis een gevaar blijft bestaan op een terugval in middelengebruik, zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ook dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.4
Naar aanleiding van hetgeen door en namens betrokkene, de psychiater en de begeleidster ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, constateert de rechtbank dat betrokkene op vrijwillige basis de noodzakelijk bevonden zorg wil accepteren en zich niet zal verzetten tegen de benodigde contacten met het FACT-team en de noodzakelijk geachte medicatie. Daarbij stelt de rechtbank allereerst vast dat betrokkene de psychische stoornis onderkent en begrijpt dat hij daarvoor zorg behoeft. Daarnaast heeft betrokkene aangegeven dat hij zijn medicatie zal blijven innemen zolang dit voor hem noodzakelijk wordt geacht, hetgeen hij de afgelopen tijd steeds consequent en zonder problemen heeft gedaan. Ook heeft betrokkene aangegeven dat hij, vanwege de benodigde medicatie, zal blijven meewerken aan noodzakelijke contacten met het FACT-team, ondanks zijn wens om deze contacten af te bouwen. Hoewel de psychiater nog twijfels heeft of de bereidheid van betrokkene ten aanzien van de benodigde zorg voldoende bestendig is, gaat de rechtbank ervan uit dat betrokkene zich de komende tijd volledig voor de noodzakelijke zorg zal blijven inzetten, zeker nu hij daar tijdens de mondelinge behandeling nadrukkelijk mee heeft ingestemd. Gelet op het inmiddels lange verleden aan zorgmachtigingen en het gegeven dat het op dit moment goed gaat met betrokkene en hij zich het afgelopen jaar op positieve wijze heeft ontwikkeld, is de rechtbank van oordeel dat betrokkene de kans en de verantwoordelijkheid moet krijgen om te laten zien dat hij de benodigde zorg op vrijwillige basis blijft accepteren. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene zich al lange tijd goed aan de afspraken houdt, inziet dat medicatie voorlopig en mogelijk blijvend noodzakelijk is voor hem, gemotiveerd is om de benodigde zorg te blijven accepteren en zijn leven graag verder wil gaan opbouwen, waar de inzet van medicatie en dus het contact met het FACT-team essentieel voor zijn. De rechtbank is gelet op al het vorenstaande van oordeel dat er thans sprake is van voldoende vrijwilligheid ten aanzien van de noodzakelijk geachte zorg. Vanwege die vrijwilligheid van betrokkene wordt niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het voorliggende verzoek tot het verlenen van een opvolgende zorgmachtiging. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 30 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.