Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
24 april 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 24 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1980, die lijdt aan de ziekte van Huntington. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een machtiging voor de duur van zes maanden, omdat de cliënt niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en er een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving bestaat. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de cliënt, zijn advocaat, een casemanager, een verpleegkundige en een vriend aanwezig. De cliënt heeft aangegeven dat hij niet langer in de verpleeginstelling wil verblijven en liever naar huis wil, ondanks de zorgen van de casemanager over zijn welzijn en de risico's die aan een thuissituatie verbonden zijn. De casemanager en verpleegkundige hebben echter benadrukt dat de cliënt onder invloed van zijn ziekte niet in staat is om zelfstandig te functioneren en dat er ernstige risico's zijn verbonden aan een terugkeer naar huis, zoals verwaarlozing en brandgevaar. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opname noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen en heeft de machtiging verleend voor zes maanden, tot en met 24 april 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen en schriftelijk uitgewerkt op 30 oktober 2023.